Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 19-01-2016, ECLI:NL:GHARL:2016:295, 15/00260

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 19-01-2016, ECLI:NL:GHARL:2016:295, 15/00260

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
19 januari 2016
Datum publicatie
22 januari 2016
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2016:295
Formele relaties
Zaaknummer
15/00260

Inhoudsindicatie

Het Hof acht de heffingsambtenaar geslaagd in de levering van het bewijs dat de waarde voor de Wet WOZ van de recreatiebungalow niet op een te hoog bedrag is vastgesteld.

Uitspraak

Afdeling belastingrecht

Locatie Leeuwarden

Nummer 15/00260

uitspraakdatum: 19 januari 2016

Uitspraak van de eerste meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 3 maart 2015, nummer LEE 14/3270, in het geding tussen belanghebbende en

de heffingsambtenaar van de gemeente Noordenveld (hierna: de heffingsambtenaar).

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1

De heffingsambtenaar heeft bij beschikking op grond van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: de Wet WOZ) de waarde van de onroerende zaak [a-straat] 43 te [A] , per waardepeildatum 1 januari 2013 en naar de toestand op 1 januari 2014, voor het kalenderjaar 2014 vastgesteld op € 89.000. Tegelijk met deze beschikking is de aanslag onroerendezaakbelasting 2014 (OZB) voor zover het betreft het eigenaarsgedeelte vastgesteld.

1.2

Op het bezwaarschrift van belanghebbende heeft de heffingsambtenaar bij uitspraak op bezwaar de beschikking en de aanslag gehandhaafd.

1.3

Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij de rechtbank Noord-Nederland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep bij uitspraak van 3 maart 2015 ongegrond verklaard.

1.4

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.

1.5

Belanghebbende heeft voorafgaande aan de mondelinge behandeling op 10 december 2015 een nader stuk ingediend. Door tussenkomst van het Hof is dit stuk aan de heffingsambtenaar ter kennis gebracht.

1.6

Tot de stukken van het geding behoren, naast de hiervoor vermelde stukken, het van de Rechtbank ontvangen dossier dat op deze zaak betrekking heeft alsmede alle stukken die nadien, al dan niet met bijlagen, door partijen in hoger beroep zijn overgelegd.

1.7

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 22 december 2015 te Leeuwarden. Daarbij zijn verschenen en gehoord belanghebbende, alsmede [B] namens de heffingsambtenaar.

1.8

Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 De vaststaande feiten

2.1

Belanghebbende is eigenaar van de onroerende zaak, een recreatiebungalow uit 1997 met een vrijstaande berging (hierna: de bungalow). De bungalow heeft een inhoud van 273 m3. De kaveloppervlakte is 1.085 m2.

2.2

Belanghebbende heeft de bungalow gekocht op 6 juli 2012 voor een bedrag van € 47.750, door middel van een onderhandse koop. De bungalow was aangemeld voor een executoriale veiling door de [a-bank] . Belanghebbende heeft twee weken dagen vóór de veilingdatum de bungalow van deze bank gekocht.

2.3

In het jaar 2013 heeft belanghebbende vier dakkapellen laten plaatsen op de bungalow. De kosten daarvan hebben € 14.800 belopen.

2.4

De bungalow is gelegen aan een weg welke voor de eerste 200 meter – de aansluiting op de doorgaande weg – wordt onderhouden door de gemeente en, wat dit traject betreft, in goede staat verkeert. Het overige traject wordt op kosten van de vereniging van de gezamenlijke eigenaren van de recreatiebungalows onderhouden. De onderhoudstoestand van dit laatste traject is matig.

3 Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen

3.1

In geschil is of de waarde van de bungalow zaak niet op een te hoog bedrag is vastgesteld.

3.2

Beide partijen hebben voor hun standpunt aangevoerd wat is vermeld in de van hen afkomstige stukken. Daaraan hebben zij ter zitting toegevoegd hetgeen is vermeld in het proces-verbaal van de zitting.

3.3

Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank, en tot vernietiging van de uitspraak op bezwaar en tot vermindering van de beschikking tot een naar een bedrag van € 70.000.

3.4

De heffingsambtenaar concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.

4 Beoordeling van het geschil

5 Proceskosten

6 Beslissing