Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 26-04-2016, ECLI:NL:GHARL:2016:3243, 15/00467
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 26-04-2016, ECLI:NL:GHARL:2016:3243, 15/00467
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 26 april 2016
- Datum publicatie
- 2 mei 2016
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2016:3243
- Zaaknummer
- 15/00467
Inhoudsindicatie
Waarde van de woning niet te hoog vastgesteld; de heffingsambtenaar heeft de waarde in hoger beroep onderbouwd.
Uitspraak
Afdeling belastingrecht
Locatie Leeuwarden
nummer 15/00467
uitspraakdatum: 26 april 2016
Uitspraak van de eerste meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
de heffingsambtenaar van de gemeente Stadskanaal (hierna: de heffingsambtenaar)
tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 7 april 2015, nummer LEE 14/1237, in het geding tussen heffingsambtenaar en
[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)
1 Ontstaan en loop van het geding
De heffingsambtenaar heeft bij beschikking op grond van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: de Wet WOZ) de waarde van de onroerende zaak [a-straat] 5 te [Z] (hierna: de onroerende zaak), per waardepeildatum 1 januari 2012 en naar de toestand op die datum, voor het jaar 2013 vastgesteld op € 296.000.
Op het bezwaarschrift van belanghebbende heeft de heffingsambtenaar bij uitspraak op bezwaar de beschikking en de aanslag gehandhaafd.
Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij de rechtbank Nood-Nederland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep bij uitspraak van 7 april 2015 gegrond verklaard, de uitspraak van de heffingsambtenaar vernietigd en de bij beschikking vastgestelde waarde verminderd tot € 285.000, de heffingsambtenaar opgedragen het griffierecht te vergoeden en deze veroordeeld in de proceskosten.
De heffingsambtenaar heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. Belanghebbende heeft een verweerschrift ingediend.
Tot de stukken van het geding behoren, naast de hiervoor vermelde stukken, het van de Rechtbank ontvangen dossier dat op deze zaak betrekking heeft alsmede alle stukken die nadien, al dan niet met bijlagen, door partijen in hoger beroep zijn overgelegd.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 15 maart 2016 te Leeuwarden. Daarbij zijn verschenen en gehoord mr. [A] , als de gemachtigde van belanghebbende, alsmede [B] namens de heffingsambtenaar, bijgestaan door [C] , taxateur
Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat aan deze uitspraak is gehecht.
2 De vaststaande feiten
Belanghebbende is eigenaar van de onroerende zaak, een gerenoveerde, vrijstaande woonboerderij uit 1925 met een inhoud van ongeveer 540 m³ en een perceelsoppervlakte van ongeveer 5.350 m².
Belanghebbende heeft de onroerende zaak op 7 september 2010 gekocht voor € 312.500. De onroerende zaak is op 28 oktober 2010 geleverd.
3 Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen
In geschil is de waarde van de onroerende zaak per de waardepeildatum 1 januari 2012.
De Heffingsambtenaar staat een waarde voor van € 296.000 en concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank.
Belanghebbende bepleit in appel een waarde van € 285.000 en concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.
Beide partijen hebben voor hun standpunt aangevoerd wat is vermeld in de van hen afkomstige stukken. Daaraan hebben zij ter zitting toegevoegd hetgeen is vermeld in het proces-verbaal van de zitting.