Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 18-05-2016, ECLI:NL:GHARL:2016:3820, 15/00041
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 18-05-2016, ECLI:NL:GHARL:2016:3820, 15/00041
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 18 mei 2016
- Datum publicatie
- 23 mei 2016
- Annotator
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2016:3820
- Zaaknummer
- 15/00041
Inhoudsindicatie
Hof acht aannemelijk dat in de aankoopprijs van een door belanghebbende aangeschafte auto kosten zijn begrepen van aanpassingen die de auto geschikt maakten voor het vervoer van zijn echtgenote in een rolstoel. Deze kosten zijn als kosten van hulpmiddelen aan te merken. Aftrek van andere specifieke zorgkosten is door de Inspecteur terecht geweigerd.
Uitspraak
Afdeling belastingrecht
Locatie Leeuwarden
nummer 15/00041
uitspraakdatum: 18 mei 2016
Uitspraak van de eerste meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)
tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 2 december 2014, nummer AWB LEE 14/449, in het geding tussen belanghebbende en
de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Groningen (hierna: de Inspecteur)
1 Ontstaan en loop van het geding
Aan belanghebbende is voor jaar 2010 een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (hierna: IB/PVV) opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 40.581 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 8.863. Aan heffingsrente is daarbij een bedrag berekend van € 360.
Op het bezwaarschrift van belanghebbende heeft de Inspecteur bij uitspraak op bezwaar de aanslag gehandhaafd.
Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij de rechtbank Noord-Nederland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep bij uitspraak van 2 december 2014 ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.
Tot de stukken van het geding behoort, naast de hiervoor vermelde stukken, het van de Rechtbank ontvangen dossier dat op deze zaak betrekking heeft.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 5 april 2016 te Leeuwarden. Daarbij zijn verschenen en gehoord belanghebbende, bijgestaan door zijn zoon, alsmede mr. [A] namens de Inspecteur, bijgestaan door mevrouw [B] .
Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.
2 De vaststaande feiten
Belanghebbende is gehuwd met [C] (hierna: de echtgenote). De echtgenote lijdt aan de ziekte van Kahler.
Belanghebbende heeft in zijn aangifte in de IB/PVV voor het jaar 2010 een bedrag van € 11.059 (voor toepassing van de drempel) aan specifieke zorgkosten in aftrek gebracht. Deze specifieke zorgkosten zijn als volgt samengesteld:
Genees- en heelkundige hulp |
€ 454 |
Voorgeschreven medicijnen |
€ 320 |
Vervoer |
€ 4.824 |
Dieet op voorschrift van een dokter of diëtist |
€ 950 |
Extra gezinshulp |
€ 3.761 |
Extra uitgaven voor kleding en beddengoed |
€ 750 |
Totaal specifieke zorgkosten |
€ 11.059 |
Bij de aanslagregeling heeft de Inspecteur geen aftrek van specifieke zorgkosten toegestaan omdat de door hem geaccepteerde kosten (genees- en heelkundige hulp ten bedrage van € 454 en extra uitgaven voor kleding en beddengoed ten bedrage van € 300) lager zijn dan de drempel.
In de bezwaarfase heeft belanghebbende aanspraak gemaakt op een aftrek voor specifieke zorgkosten, voor toepassing van de drempel, van € 11.482. Dit bedrag is als volgt samengesteld:
Genees- en heelkundige hulp |
€ 1.197 |
Vervoer |
€ 6.324 |
Dieet op voorschrift van een dokter of diëtist |
€ 950 |
Extra gezinshulp |
€ 2.261 |
Extra uitgaven voor kleding en beddengoed |
€ 750 |
Totaal specifieke zorgkosten |
€ 11.482 |
De Inspecteur heeft het bezwaar van belanghebbende afgewezen.
De Rechtbank heeft de voor aftrek in aanmerking komende specifieke zorgkosten berekend op € 813 (€ 588 voor vervoer en € 225 voor genees- en heelkundige hulp, zijnde tandartskosten), hetgeen lager is dan de voor belanghebbende geldende drempel van € 1.789.
3 Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen
In geschil is of de Inspecteur terecht de aftrek wegens uitgaven voor specifieke zorgkosten heeft geweigerd. Belanghebbende beantwoordt deze vraag ontkennend en de Inspecteur bevestigend.
Beide partijen hebben voor hun standpunt aangevoerd wat is vermeld in de van hen afkomstige stukken. Daaraan hebben zij ter zitting toegevoegd hetgeen is vermeld in het proces-verbaal van de zitting.
Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank en die van de Inspecteur, en tot vermindering van het belastbare inkomen uit werk en woning, waarbij rekening wordt gehouden met een aftrek van specifieke zorgkosten, voor toepassing van de drempel, van € 6.295, als volgt te specificeren:
Genees- en heelkundige hulp |
€ 1.957 |
Vervoer |
€ 3.588 |
Extra uitgaven voor kleding en beddengoed |
€ 750 |
Totaal specifieke zorgkosten |
€ 6.295 |
De Inspecteur concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.