Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 18-05-2016, ECLI:NL:GHARL:2016:3822, 14/00579

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 18-05-2016, ECLI:NL:GHARL:2016:3822, 14/00579

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
18 mei 2016
Datum publicatie
23 mei 2016
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2016:3822
Zaaknummer
14/00579

Inhoudsindicatie

Van de mogelijke komst van een windmolenpark gaat geen waardedrukkend effect voor de Wet WOZ uit.

Uitspraak

Afdeling belastingrecht

Locatie Leeuwarden

nummer 14/00579

uitspraakdatum: 18 mei 2016

Uitspraak van de eerste meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

de heffingsambtenaar van de gemeente Borger-Odoorn (hierna: de heffingsambtenaar)

tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 15 mei 2014, nummer LEE AWB 13/499, in het geding tussen heffingsambtenaar en

[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1

De heffingsambtenaar heeft bij beschikking op grond van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: de Wet WOZ) de waarde van de onroerende zaak [a-straat] te [Z] (hierna: de onroerende zaak of de woning), per waardepeildatum 1 januari 2011 en naar de toestand op die datum, voor het jaar 2012 vastgesteld op € 311.000. Op het bezwaarschrift van belanghebbende heeft de heffingsambtenaar bij uitspraak op bezwaar de beschikking gehandhaafd.

1.2

Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij de rechtbank Noord-Nederland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep bij uitspraak van 15 mei 2014 gegrond verklaard, de uitspraak van de heffingsambtenaar vernietigd en de bij beschikking vastgestelde waarde verminderd tot € 291.000. De heffingsambtenaar heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. Belanghebbende heeft een verweerschrift ingediend.

1.3

Tot de stukken van het geding behoort behoren, naast de hiervoor vermelde stukken, het van de Rechtbank ontvangen dossier dat op deze zaak betrekking heeft alsmede alle stukken die nadien, al dan niet met bijlagen, door partijen in hoger beroep zijn overgelegd.

1.4

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 5 april 2016 te Leeuwarden. Daarbij zijn verschenen en gehoord belanghebbende en mr. [A] als de gemachtigde van belanghebbende, alsmede [B] namens de heffingsambtenaar, bijgestaan door [C] .

1.5

De heffingsambtenaar heeft een pleitnota overgelegd.

1.6

Ter zitting is de zaak gelijktijdig behandeld met de zaken met kenmerk 14/00580, 14/00612 en 14/00613. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 De vaststaande feiten

2.1

De onroerende zaak is een vrijstaande woning uit circa 1968 met bijgebouwen. Aan het woongedeelte is een inhoud van 348 m3 toegerekend. De kaveloppervlakte bedraagt 20.065 m2. De onroerende zaak is gelegen aan de minst bebouwde zijde van [a-straat] en heeft uitkijk op de tegenoverliggende woning en de bomenrij. De windmolens zijn vanuit de onroerende zaak niet dan wel nauwelijks zichtbaar. De hemelsbreed gemeten afstand tussen de onroerende zaak en de geplande ligging van de windmolenpark genaamd “ [D] ” is ruim twee kilometer.

2.2

De gemeente Borger-Odoorn kent een zand- en een veengedeelte. De plannen rondom het windmolenpark spelen zich af in het veengedeelte, de zogenoemde Veenkoloniën van de gemeente. De woning ligt in het veengedeelte.

2.3

De op het zandgedeelte gelegen onroerende zaken hebben, gezien de ligging en de bebouwing, geen hinder van het geplande windmolenpark. Deze liggen te ver verwijderd van het geplande windmolenpark

2.4

Op 12 en 13 februari 2010 is aan inwoners, ondernemers en maatschappelijke organisaties binnen de gemeente Borger-Odoorn de structuurvisie gepresenteerd.

2.5

Op 20 maart 2010 heeft RTV Drenthe bericht dat de gedeputeerde mevrouw [E] een windmolenpark in de Veenkoloniën een logische gedachte vindt. Ook werd in die uitzending gesproken over een park met 120 windmolens aldaar.

2.6

Op 6 april 2010 heeft Gedeputeerde Staten van Drenthe de “Omgevingsvisie Drenthe” vastgesteld en heeft het grondgebied van de gemeente Aa& Hunze en Borger-Odoorn toegevoegd aan het reeds bekende zoekgebied in de gemeenten Coevorden en Emmen.

2.7

Als direct gevolg daarvan en aansluitend daarop is op de voorpagina van het Dagblad van het Noorden van 8 april 2010 een artikel gepubliceerd over de voorgenomen wijziging van de Omgevingsvisie. De kop van het artikel luidde “Keuze voor een megagroot windpark”. Ook in de regionale nieuwsmedia is daar aansluitend uitgebreid aandacht aan gegeven. Naar aanleiding van de publiciteit is de wethouder van Borger-Odoorn geïnterviewd op RTV Drenthe.

2.8

Op 7 april 2010 heeft RTV Drenthe bericht dat de provincie Drenthe flink wil inzetten op windenergie en dat deze ook in de Veenkoloniën moeten kunnen worden geplaatst. Hierbij wordt verwezen naar de Omgevingsvisie van Gedeputeerde Staten van Drenthe.

2.9

Op 20 april 2010 heeft RTV Drenthe eenzelfde bericht gepubliceerd.

2.10

Op 28 april 2010 heeft RTV Drenthe bericht dat de wethouder van Borger-Odoorn, de heer [F] , zich verzet tegen de bouw van windmolens in de Veenkoloniën.

2.11

In juni 2010 maakte het Rijk bekend dat er een aanvraag was ingediend voor een grootschalig windmolenpark binnen de gemeentegrenzen van Borger-Odoorn.

2.12

Op 2 juni 2010 is de “Omgevingsvisie Drenthe” door Provinciale Staten van Drenthe vastgesteld.

2.13

Op 22 juni 2010 is op de website van RTV Drenthe een bericht geplaatst dat het ministerie van VROM speciale gebieden voor windmolens wil en dat volgens de provincie in Drenthe alleen de Veenkoloniën geschikt zijn.

2.14

Op 25 augustus 2010 heeft Gedeputeerde Staten van Drenthe een publicatie over de Omgevingsvisie Drenthe in het Dagblad van het Noorden en de weekbladen “Kanaalstreek” en “Week in, week uit” laten plaatsen, welke ook in de gemeente Borger-Odoorn verschijnen. Tevens is de Omgevingsvisie via internet bekend gemaakt.

2.15

Op 21 september 2010 heeft RTV Drenthe bericht dat het Rijk plannen heeft voor een park met 70 windmolens in de Veenkoloniën.

2.16

Op 9 december 2010 heeft de gemeenteraad van Borger-Odoorn de Structuurvisie vastgesteld. Voorafgaande aan deze raadsvergadering zijn alle stukken ter inzage gelegd in het gemeentehuis en waren deze ook digitaal raadpleegbaar.

2.17

Op 29 januari 2011 is er een voorlichtingsbijeenkomst georganiseerd door de initiatiefnemers van het windmolenpark. Deze zijn “Duurzame Energieproductie Exloërmond” en “Raedthuys Windenergie”. Deze bijeenkomst is ruimschoots van tevoren aangekondigd.

2.18

Tot het tijdstip van de mondelinge behandeling van het hoger beroep is nog geen uitvoering gegeven aan het realiseren van het windmolenpark. De exacte locatie van het geplande windmolenpark is nog niet bekend. Evenmin is over de technische uitvoering - indien de plaatsing doorgang vindt - zoals ashoogte, vermogen en rotordiameter iets bekend.

2.19

Tot de gedingstukken behoort een kopie van het rapport Renewable Energy and Negative Externalities: The Effect of Wind Turbines on House Prices, auteurs M.I. Droës en H.R.A. Koster, Tinbergen Institute, 2014 (hierna: het Rapport). In het Rapport wordt verslag gedaan van een onderzoek naar de (negatieve) gevolgen welke verbonden zijn aan de komst respectievelijk de aanwezigheid van windmolens voor de koopprijzen van woningen.

2.20

Tot de gedingstukken behoort een afschrift van de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland, afdeling privaatrecht, zittingsplaats Assen, 30 april 2014, ECLI:NL:RBNNE:2014:2067.

2.21

Partijen zijn eensluidend van mening dat de aan de waardevaststelling ten grondslag liggende inhoudsmaat, oppervlakte en objectkenmerken van de woning juist zijn. Tevens zijn zij gelijkluidend van mening dat beschikte waarde – behoudens de in geschil zijnde invloed van de komst van het windmolenpark – niet te hoog is vastgesteld.

3 Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen

3.1

Partijen houdt verdeeld of de mogelijke komst van een windmolenpark per de waardepeildatum tot een waardedruk leidt.

3.2

Beide partijen hebben voor hun standpunt aangevoerd wat is vermeld in de van hen afkomstige stukken. Daaraan hebben zij ter zitting toegevoegd hetgeen is vermeld in het proces-verbaal van de zitting.

3.3

De heffingsambtenaar concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank en tot handhaving van de uitspraak op bezwaar.

3.4

Belanghebbende concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.

4 Beoordeling van het geschil

5 Proceskosten

6 Beslissing