Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 05-07-2016, ECLI:NL:GHARL:2016:5538, 14/00672

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 05-07-2016, ECLI:NL:GHARL:2016:5538, 14/00672

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
5 juli 2016
Datum publicatie
29 juli 2016
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2016:5538
Zaaknummer
14/00672

Inhoudsindicatie

BPM. Invoer schade-auto uit Duitsland.

Uitspraak

Afdeling belastingrecht

Locatie Arnhem

nummer 14/00672

uitspraakdatum: 5 juli 2016

Uitspraak van de vierde meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] h.o.d.n. [Y] te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 10 juni 2014, nummer AWB 13/6705, in het geding tussen belanghebbende en

de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Emmen (hierna: de Inspecteur)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1

Aan belanghebbende is een naheffingsaanslag in de belasting van personenauto’s en motorrijwielen (hierna: Bpm) opgelegd ten bedrage van € 3.933.

1.2

Op het bezwaarschrift van belanghebbende heeft de Inspecteur bij uitspraak op bezwaar de naheffingsaanslag gehandhaafd.

1.3

Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij de rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.

1.4

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

1.5

Tot de stukken van het geding behoren, naast de hiervoor vermelde stukken, het van de Rechtbank ontvangen dossier dat op deze zaak betrekking heeft alsmede alle stukken die nadien, al dan niet met bijlagen, door partijen in hoger beroep zijn overgelegd.

1.6

Het onderzoek ter zitting in hoger beroep heeft plaatsgevonden op 24 maart 2016, te Arnhem. Daarbij zijn verschenen en gehoord: mr. [A] , als de gemachtigde van belanghebbende, bijgestaan door [B] , alsmede mr. [C] , namens de Inspecteur, bijgestaan door [D] en [E] .

1.7

Partijen hebben een pleitnota overgelegd.

1.8

Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 De vaststaande feiten

2.1

Belanghebbende handelt in gebruikte auto’s. Hij exploiteert tevens een garagebedrijf.

2.2

Belanghebbende heeft op 18 juni 2012 in Duitsland van een handelaar een personenauto gekocht van het merk Mercedes-Benz, type E 220 CDI (hierna: de auto) voor een bedrag van € 19.000 zonder omzetbelasting.

2.3

De datum van de eerste toelating van de auto is 16 april 2009.

2.4

Op de aankoopfactuur van de auto van 18 juni 2012 staat een kilometerstand vermeld van 62.045.

2.5

De auto is op 18 juni 2012 in Duitsland opgehaald door de vader van belanghebbende, de heer [F] .

2.6

In de maand juni 2012 heeft een potentiële koper de auto in het kader van een proefrit vanaf zaterdagmiddag tot en met de daarop volgende zondag ter beschikking gehad.

2.7

Belanghebbende heeft ter zake van de auto op 7 maart 2013 aangifte voor de Bpm gedaan. In overeenstemming met deze aangifte heeft hij een bedrag van € 253 aan Bpm voldaan.

2.8

Bij de aangifte is een taxatierapport van 28 februari 2013, opgemaakt door [G] , werkzaam voor [H] bv te [I] (hierna: de taxateur van belanghebbende), overgelegd.

2.9

In het taxatierapport is een handelsinkoopwaarde vermeld van € 1.246, gebaseerd op een koerslijstwaarde (X-Ray) van € 20.610 verminderd met de zogenoemde schadecalculatie ten bedrage van € 2.089 voor de meer dan normale gebruiksschade en € 17.275 voor schade aan motor en versnellingsbak (de extra schade). De auto had ten tijde van de aangifte een leeftijd van drie jaar en ruim tien maanden, een kilometerstand van circa 64.965 en verkeerde volgens het bij de aangifte overgelegde taxatierapport, behoudens de schade, in een redelijke staat.

2.10

In een als “Rechnung” aangeduid schriftelijk stuk van 7 februari 2013, van [J] GmbH, wordt over de staat van de auto op 11 januari 2013, onder meer, verklaard:

“Motor muss ersetzt werden

Automatic Getriebe muss ersetzt werden”

2.11

In een brief van 14 februari 2013 wordt namens Garage [K] over de auto verklaard dat de motor van de auto gedemonteerd en vervangen dient te worden en dat uit nadere informatie tevens is gebleken dat de automaatbak dient te worden vervangen. Tevens is daarin vermeld:

“Reparatiekosten

Motor € 9242.79

Automaat bak € 3142.27

Koppelomvormer € 891.78

Arbeidsloon 20 uur a 50 € 1000,00 excl. Vloeistoffen

Totaal € 14276,84 excl. Btw”

2.12

Tot de stukken van het geding behoren tevens twee – op naam van belanghebbende gestelde – facturen (aangeduid als “Factuur Contant”) van Mercedes-Benz dealer [L] BV te [M] (hierna: [L] ).

De eerste factuur is gedagtekend 5 april 2013, en vermeldt, voor zover hier van belang:

“1 complete Motor

E klasse 220 cdi 2009 € 6800,00

1 Automatische versnellings

Bak incl koppelomvormer € 3934,80

Deze speciaal bestelde onderdelen dienen bij afhalen contant betaald te worden”

De tweede factuur is gedagtekend 19 juli 2013. Deze vermeldt, voor zover hier van belang:

“ Betreft: leverbonnummer [00000] d.d. 19/02/2013 € 14950,00 korting 15.00% bedrag € 13000,00

Sub-totaal € 128,25 21% BTW over € 128,25 € 26,93 Totaal € 155,18”

Verder zijn onderaan de factuur de bedrijfsgegevens van [N] B.V. te [O] vermeld.

2.13

In hoger beroep heeft belanghebbende een – niet ondertekende – schriftelijke verklaring van zijn vader - [F] - overgelegd van 25 juni 2014. Daarin verklaart deze, met betrekking tot de aanschaf van de motor bij [L] , onder meer:

“ Ik [F] heb deze motor afgehaald en persoonlijk contant afgerekend. Ik heb inmiddels contact gezocht met het magazijn van mercedes dealer [L] maar deze dealer is in staat van faillissement dus kan niemand meer bereiken.

(…)

De faktuur van mercedes dealer [L] heb ik dhr [F] persoonlijk ontvangen na contante betaling. ”

2.14

Beide partijen gaan ervan uit dat de historische nieuwprijs van de te hanteren referentieauto € 65.424 en de historische bruto Bpm € 13.292 bedraagt.

2.15

In opdracht van de Inspecteur heeft [P] , werkzaam bij [Q] bv (hierna: de hertaxateur) de auto getaxeerd. In een daartoe opgemaakt rapport van 21 maart 2013 (hierna: het hertaxatierapport) is, voor zover hier van belang vermeld dat de geconstateerde schade aan de auto inclusief omzetbelasting € 3.720,65 bedraagt. De hertaxateur heeft de handelsverkoopwaarde van de auto, zonder schade, getaxeerd op € 31.000. Vervolgens heeft de hertaxateur daarop een bedrag vanwege de handelsmarge in mindering gebracht van € 4.500, zodat de handelsinkoopwaarde, zonder schade, volgens de hertaxateur € 26.500 bedraagt. Schade aan de motor en de versnellingsbak (de extra schade) is door de hertaxateur niet waargenomen. In verband met de overige schade van de auto heeft de hertaxateur op deze handelsinkoopwaarde een bedrag in mindering gebracht van € 3.500 zodat de handelsinkoopwaarde in beschadigde staat door hem is vastgesteld op € 23.000.

2.16

Bij het vaststellen van de onderhavige naheffingsaanslag Bpm ten bedrage van € 3.933, is de Inspecteur uitgegaan van een handelsinkoopwaarde van de auto van € 20.610, zijnde de handelsinkoopwaarde volgens de koerslijst, omdat deze lager is dan de door de hertaxateur vastgestelde waarde. Het afschrijvingspercentage bedraagt aldus 68,50.

2.17

In bezwaar is de naheffingsaanslag gehandhaafd.

2.18

De Rechtbank heeft het hiertegen ingestelde beroep van belanghebbende bij uitspraak van 24 juni 2014 ongegrond verklaard. Het hogerberoepschrift van belanghebbende is op 21 juli 2014 bij de griffie van het Hof ingekomen.

3 Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen

3.1

In hoger beroep is tussen partijen in geschil of de naheffingsaanslag terecht aan belanghebbende is opgelegd. Belanghebbende beantwoordt die vraag ontkennend en de Inspecteur bevestigend. Voor de specifieke geschilpunten wordt verwezen naar onderdeel 4 van deze uitspraak.

3.2

Beide partijen hebben voor hun standpunten aangevoerd wat is vermeld in de van hen afkomstige stukken. Daaraan hebben zij ter zitting toegevoegd hetgeen is vermeld in het proces-verbaal van de zitting.

3.3

Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank, tot vernietiging van de uitspraak op bezwaar en tot vernietiging dan wel vermindering van de naheffingsaanslag. De Inspecteur concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.

4 Beoordeling van het geschil

5 Proceskosten

6 Beslissing