Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 05-07-2016, ECLI:NL:GHARL:2016:5542, 15/00674
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 05-07-2016, ECLI:NL:GHARL:2016:5542, 15/00674
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 5 juli 2016
- Datum publicatie
- 29 juli 2016
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2016:5542
- Zaaknummer
- 15/00674
Inhoudsindicatie
Wet Woz. Waardevaststelling vrijstaande woonboerderij. Hantering aankooppprijs.
Uitspraak
Afdeling belastingrecht
Locatie Arnhem
nummer 15/00674
uitspraakdatum: 5 juli 2016
Uitspraak van de derde meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[X] , wonende te [Z] (hierna: belanghebbende),
tegen de uitspraak van de rechtbank Overijssel van 9 april 2015, nummer Awb 14/2792, in het geding tussen belanghebbende en
de heffingsambtenaar van de gemeente Dinkelland (hierna: de heffingsambtenaar)
1 Ontstaan en loop van het geding
De heffingsambtenaar heeft bij beschikking op grond van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: de Wet WOZ) de waarde van de onroerende zaak [a-straat] 12 te [Z] voor het kalenderjaar 2014, naar waardepeildatum 1 januari 2013, vastgesteld op € 495.000. Tegelijk met deze beschikking is de aanslag onroerendezaakbelasting 2014 (OZB) voor zover het betreft het eigenaarsgedeelte vastgesteld op € 680.
De heffingsambtenaar heeft bij uitspraak op bezwaar de vastgestelde waarde en de aanslag OZB gehandhaafd.
Belanghebbende is tegen die uitspraken in beroep gekomen. De rechtbank Overijssel (hierna: de Rechtbank) heeft bij uitspraak van 9 april 2015 het beroep ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.
Tot de stukken van het geding behoort, naast de hiervoor vermelde stukken, het van de Rechtbank ontvangen dossier dat op deze zaak betrekking heeft.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 22 juni 2016 te Arnhem. Daarbij zijn verschenen en gehoord belanghebbende en namens de heffingsambtenaar [A] , bijgestaan door [B] , taxateur.
Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat aan deze uitspraak is gehecht.
2 Feiten
Belanghebbende is eigenaar en gebruiker van de onroerende zaak. De onroerende zaak betreft een vrijstaande woonboerderij, bouwjaar 1915, met een inhoud van ongeveer 1360 m³ en een kaveloppervlakte van ongeveer 3002 m². Bij de onroerende zaak hoort een aangebouwde deel, een vrijstaande schuur, een hooiberg en een overkapping.
De onroerende zaak is in april 2013 te koop aangeboden door [C] voor € 695.000. Belanghebbende heeft een bod van € 520.000 gedaan, dat direct door de koper is geaccepteerd. Het [D] , dat een recht van koop had, heeft afgezien van dit recht, nadat de onroerende zaak aan hem voor de koopprijs van € 520.000 was aangeboden. De transportakte van de onroerende zaak is op 3 juli 2013 verleden.
3 Geschil
In geschil is of de heffingsambtenaar de waarde van de onroerende zaak ingevolge de Wet WOZ op de waardepeildatum 1 januari 2013 te hoog heeft vastgesteld. Belanghebbende beantwoordt deze vraag bevestigend, de heffingsambtenaar beantwoordt deze ontkennend.
Beide partijen hebben voor hun standpunt aangevoerd wat is vermeld in de van hen afkomstige stukken. Daaraan hebben zij ter zitting toegevoegd hetgeen is vermeld in het proces-verbaal van de zitting.
Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank, tot vernietiging van de uitspraak van de heffingsambtenaar en tot vermindering van de vastgestelde waarde tot € 397.000.
De heffingsambtenaar concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.