Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 09-08-2016, ECLI:NL:GHARL:2016:6356, 15/01451

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 09-08-2016, ECLI:NL:GHARL:2016:6356, 15/01451

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
9 augustus 2016
Datum publicatie
26 augustus 2016
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2016:6356
Zaaknummer
15/01451

Inhoudsindicatie

Inkomstenbelasting. Specifieke zorgkosten. Vormt lipoedeem een ziekte?

Uitspraak

Afdeling belastingrecht

Locatie Arnhem

nummer 15/01451

uitspraakdatum: 9 augustus 2016nummer /

Uitspraak van de eerste enkelvoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Amsterdam (hierna: de Inspecteur)

tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 13 oktober 2015, nummer AWB 15/255, in het geding tussen belanghebbende en

[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Aan belanghebbende is voor het jaar 2011 een aanslag in de inkomstenbelasting/ premie volksverzekeringen opgelegd (hierna: de aanslag IB/PVV), berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 66.603. Aan heffingsrente is bij beschikking een bedrag van € 69 vergoed.

1.2.

Op het bezwaarschrift van belanghebbende heeft de Inspecteur bij uitspraken op bezwaar de aanslag IB/PVV en de beschikking heffingsrente gehandhaafd.

1.3.

Belanghebbende is tegen die uitspraken in beroep gekomen bij de rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, de uitspraken op bezwaar vernietigd, de aanslag IB/PVV verminderd en de beschikking te vergoeden heffingsrente verhoogd.

1.4.

De Inspecteur heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. Belanghebbende heeft een verweerschrift ingediend. De Inspecteur heeft een pleitnota ingediend.

1.5.

Tot de stukken van het geding behoort voorts het van de Rechtbank ontvangen dossier dat op deze zaak betrekking heeft.

1.6.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 3 mei 2016 te Arnhem. Daarbij is verschenen en gehoord belanghebbende. Namens de Inspecteur is verschenen [A] , bijgestaan door mr. [B] .

1.7.

Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 De feiten

2.1.

Belanghebbende is het gehele jaar 2011 gehuwd met mevrouw [C] (hierna: de echtgenote).

2.2

In een brief gedateerd 17 september 2010 verzoekt [D] , dermatoloog verbonden aan [E] ziekenhuizen, aan dermatoloog [F] , directeur van Medisch Centrum [G] , om een analyse, informatie en een eventueel behandeladvies voor het lipoedeem van de echtgenote.

2.3

Op 27 oktober 2010 schrijft [F] aan [H] – de zorgverzekeraar van de echtgenote – , voor zover hier van belang, het volgende:

“Onlangs zag ik bovengenoemde patiënte op mijn spreekuur. Zij werd naar mij verwezen door

dermatoloog [D] van [E] ziekenhuizen. De vraagstelling was of patiënte in aanmerking zou kunnen komen voor behandeling van haar lipoedeem.

Anamnese:

Patiënte heeft sinds de puberteit last van dikke, vermoeide benen, met in toenemende mate optredende pijnklachten. Tevens heeft zij klachten van onrustige benen, en zij krijgt zeer snel blauwe plekken na aanraking. Onlangs heeft zij twee nieuwe heupen gekregen, en is daarna wat zwaarder geworden (eerst 63 kg bij een lengte van 1.63 m, nu 73 kg). Patiënte heeft altijd veel aan sport gedaan, maar is nu tijdelijk wat minder mobiel in verband met de heupen. In de familie is moeder bekend met mogelijk lymfoedeem.

Patiënte is onlangs ook geëvalueerd bij ziekenhuis [I] in [J]

Onderzoek:

Bij onderzoek vertonen de gehele benen van enkels tot op het heupgebied, alsmede de bovenarmen, een zeer volumineus aspect met een karakteristiek “zwabberig” beeld. Er is een sterke cellulite aanwezig. De pasteus aanvoelende zwelling stopt met het enkelgebied, de voet is vrij.

Diagnose:

Chronisch Progressief Congenitaal Lipoedeem.

Zowel anamnese als klinisch beeld zijn bij patiënte geheel typerend voor het lipoedeem.

Bespreking:

Lipoedeem is een chronisch progressieve aandoening met wisselend beloop, en gepaard gaande met exacerbaties zonder remissies. Andere benamingen die voor lipoedeem worden gebruikt zijn onder andere Lipödem (DE), lipoedema, lipedema of Lipohyperplasia dolorosa. Progressie leidt tot toenemende klachten, secundaire ziekteverschijnselen, en verminderde mobiliteit.

Pure Tumescente liposuctie met gebruikmaking van vibrerende microcanules is momenteel de enige effectieve behandeling bij lipoedeem. Het wordt momenteel dan ook gezien als de behandeling van eerste keus. Van essentieel belang is echter dat bovengenoemde techniek wordt gehanteerd.

Indien een andere techniek van liposuctie wordt gebruikt bestaat de kans dat het lymfeweefsel juist extra wordt beschadigd waardoor een secundaire lymfoedeem component kan optreden, of versneld kan optreden.

Na behandeling zal de mobiliteit zeker toenemen bij patiënte, ook is een duidelijke vermindering van de pijnklachten te verwachten. Niet behandelen zal vrijwel zeker leiden tot verdere bewegingsbeperking en tot toename van secundair lymfoedeem.

Alle beperkingen zijn met patiënte besproken.

Conclusie:

Patiënte met lipoedeem komt in aanmerking voor behandeling van het lipoedeem middels Pure

Tumescente liposuctie met gebruikmaking van vibrerende microcanules en uit te voeren onder

plaatselijke verdoving.

Aangezien er voor patiënte geen alternatieven zijn hoop ik dat u tot vergoeding van de

behandeling zal overgaan.(…)”

2.4

[H] heeft in een brief van 30 november 2010 aan de echtgenote te kennen gegeven dat de behandeling van lipoedeem, te weten Pure Tumescent Liposuctie met vibrerende microcanules (hierna: de behandeling), niet zal worden vergoed. De verzekeraar motiveert dit als volgt:

“ (…) De aangevraagde zorg kan gewenst zijn en door uw arts medisch noodzakelijk worden genoemd. Toch is dat niet altijd een reden voor vergoeding. Bij het bepalen van de inhoud van ons verzekeringspakket moeten we keuzes maken (…). We gaan hierbij uit van de meest voorkomende vormen van zorg. De aangevraagde zorg valt hier niet onder. (…)”

2.5

In de periode februari tot en met oktober 2011 heeft de echtgenote de behandeling ondergaan. De kosten van de behandeling bedragen € 16.500.

2.6

[F] schrijft in een brief van 25 mei 2011 aan [D] dat de echtgenote in aanmerking komt voor de behandeling en dat zij inmiddels twee behandelingen (sessies) heeft ondergaan. [F] schrijft dat het lopen van de echtgenote veel gemakkelijker gaat en dat de benen niet meer tegen elkaar aankomen.

2.7

In het rapport van het promotieonderzoek ‘Lipoedeem, pathofysiologie, diagnose en behandeling’ aan de Universiteit van Gent, Academiejaar 2011-2012, is door N. Laleman, onder begeleiding van promotor Dr. T. De Backer, onder meer geschreven:

“Het is belangrijk dat men verder onderzoek verricht naar de etiopathogenese van lipoedeem, want hoe meer inzicht men heeft in de ziekte, hoe gerichter men kan behandelen.”

2.8

In een artikel in Clinical Obesity van 2012 is onder meer te lezen:

“Despite the increasing research in this disease, lipedema has not yet been included in the International Classification of Diseases (ICD) by the World Health Organization. The European Society of Lymphology has recently asked for its inclusion in the ICD.”

2.9

Op de website van Medisch Centrum [G] , de kliniek waarvan [F] directeur is, is voor zover van belang het volgende te lezen:

“Lipoedeem is een veel voorkomende aandoening met een aantal specifieke kenmerken. De ziekte is bij medici slechts beperkt bekend. Dermatologen kennen de diagnose, een aantal flebologen en verder incidenteel andere artsen. Ook enkele huidtherapeuten en fysiotherapeuten zijn bekend met de aandoening. De reden hiervoor is de onbekendheid met de ziekte door het ontbreken van het onderwijs aan artsen in opleiding over deze ziekte.”

2.10

Met dagtekening 28 maart 2014 heeft belanghebbende zijn aangifte IB/PVV 2011 ingediend. In deze aangifte heeft belanghebbende een bedrag van € 13.632 aan uitgaven voor specifieke zorgkosten in aanmerking genomen, waarin de kosten van de behandeling van de echtgenote zijn begrepen. De Inspecteur heeft de kosten van de behandeling niet in aftrek toegestaan. Het daartegen gerichte bezwaar van belanghebbende is door de Inspecteur ongegrond verklaard.

2.11

Belanghebbende heeft beroep aangetekend tegen de uitspraken op bezwaar. De Rechtbank heeft geoordeeld dat de kosten van de behandeling voor aftrek in aanmerking komen.

3 Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen

3.1.

Tussen partijen is in geschil de omvang van de in aanmerking te nemen specifieke zorgkosten als bedoeld in artikel 6.17, eerste lid, aanhef en onder a, Wet inkomstenbelasting 2001 (tekst 2011, hierna: Wet IB 2001). In het bijzonder is in geschil of lipoedeem is aan te merken als een ziekte als bedoeld in de Wet IB 2001.

3.2.

Beide partijen hebben voor hun standpunt aangevoerd wat is vermeld in de van hen afkomstige stukken. Daaraan hebben zij ter zitting toegevoegd hetgeen is vermeld in het aan deze uitspraak gehechte proces-verbaal van de zitting.

3.3.

De Inspecteur concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank en tot bevestiging van de uitspraak op bezwaar.

3.4.

Belanghebbende concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank. Voor het geval belanghebbende in het gelijk wordt gesteld, hebben partijen eenparig ter zitting verklaard dat de kosten van de behandeling van € 16.500 volledig bij belanghebbende in aanmerking zullen worden genomen. In dat geval wordt het belastbare inkomen uit werk en woning vastgesteld op € 67.061 -/- ziektekosten (€ 16.500 -/- drempel € 3.923 =) € 12.577 -/- giften € 458 = € 54.026.

4 Beoordeling van het geschil

5 Proceskosten

6 Beslissing