Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 12-01-2016, ECLI:NL:GHARL:2016:86, 15/00115

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 12-01-2016, ECLI:NL:GHARL:2016:86, 15/00115

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
12 januari 2016
Datum publicatie
15 januari 2016
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2016:86
Formele relaties
Zaaknummer
15/00115

Inhoudsindicatie

In geschil is of het hoger beroep van belanghebbende ontvankelijk is en, zo zulks het geval is, of de bestreden naheffingsaanslag en boetebeschikking moeten worden vernietigd.

Uitspraak

Afdeling belastingrecht

Locatie Leeuwarden

nummer 15/00115

uitspraakdatum: 12 januari 2016

Uitspraak van de eerste meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 23 december 2014, nummer RNN 14/1490, in het geding tussen belanghebbende en

de inspecteur van de Belastingdienst Centrale Administratie/kantoor Apeldoorn (hierna: de Inspecteur)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1

Aan belanghebbende is over het tijdvak 20 november 2012 tot en met 9 november 2013 een naheffingsaanslag in de motorrijtuigenbelasting opgelegd naar een bedrag van € 408. Bij beschikking is een verzuimboete opgelegd van € 408.

1.2

Op het bezwaarschrift van belanghebbende heeft de Inspecteur bij uitspraak op bezwaar de naheffingsaanslag gehandhaafd en de boete verminderd tot € 50.

1.3

Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij de rechtbank Noord-Nederland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep bij uitspraak van 23 december 2014 ongegrond verklaard.

1.4

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

1.5

Tot de stukken van het geding behoren, naast de hiervoor vermelde stukken, het van de Rechtbank ontvangen dossier dat op deze zaak betrekking heeft alsmede alle stukken die nadien, al dan niet met bijlagen, door partijen in hoger beroep zijn overgelegd.

1.6

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 24 november 2015 te Leeuwarden. Daarbij zijn verschenen en gehoord belanghebbende alsmede J.E. van de Peppel namens de Inspecteur.

1.7

Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 De vaststaande feiten

2.1

De Rechtbank heeft het beroep van belanghebbende inzake de bestreden naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting bij uitspraak van 23 december 2014 ongegrond verklaard.

2.2

Belanghebbende is tegen deze uitspraak in hoger beroep gekomen. In zijn hoger beroepschrift schrijft hij onder meer: “Vandaag is het 4 febr. en de laatste dag was gisteren 3 febr. Ik ben 1 dag te laat, misschien kan de rechter dit zien als verschoonbaar (..)”.

3 Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen

3.1

In geschil is of het hoger beroep van belanghebbende ontvankelijk is en, zo zulks het geval is, of de bestreden naheffingsaanslag en boetebeschikking moeten worden vernietigd.

3.2

Belanghebbende beantwoordt beide vragen bevestigend en concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank, tot vernietiging van de uitspraak op bezwaar en tot vernietiging van de bestreden naheffingsaanslag en boetebeschikking.

3.3

De Inspecteur beantwoordt de hiervoor – onder 3.1 – vermelde vragen ontkennend en concludeert tot niet-ontvankelijkverklaring van het hoger beroep dan wel bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.

3.4

Beide partijen hebben voor hun standpunt aangevoerd wat is vermeld in de van hen afkomstige stukken. Daaraan hebben zij ter zitting toegevoegd hetgeen is vermeld in het proces-verbaal van de zitting.

4 Beoordeling van het geschil

5 Proceskosten

6 Beslissing