Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 08-11-2016, ECLI:NL:GHARL:2016:8884, 16/00065
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 08-11-2016, ECLI:NL:GHARL:2016:8884, 16/00065
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 8 november 2016
- Datum publicatie
- 11 november 2016
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2016:8884
- Formele relaties
- Cassatie: ECLI:NL:HR:2017:1190
- Zaaknummer
- 16/00065
Inhoudsindicatie
Hof staat scholingsuitgaven niet in aftrek toe omdat belanghebbende niet onder toezicht stond van en/of begeleid werd door een derde bij de door hem gevolgde studie en het door hem gedane onderzoek.
Uitspraak
Afdeling belastingrecht
Locatie Leeuwarden
nummer 16/00065
uitspraakdatum: 8 november 2016
Uitspraak van de eerste meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)
tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 8 december 2015, nummer LEE 15/828, in het geding tussen belanghebbende en
de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Eindhoven (hierna: de Inspecteur)
1 Ontstaan en loop van het geding
Aan belanghebbende is voor het jaar 2011 een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (hierna: IB/PVV) opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 42.553. Aan heffingsrente is daarbij een bedrag berekend van € 487.
Op het bezwaarschrift van belanghebbende heeft de Inspecteur bij uitspraak op bezwaar de aanslag gehandhaafd.
Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij de rechtbank Noord-Nederland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep bij uitspraak van 8 december 2015 ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.
Tot de stukken van het geding behoren, naast de hiervoor vermelde stukken, het van de Rechtbank ontvangen dossier dat op deze zaak betrekking heeft alsmede alle stukken die nadien, al dan niet met bijlagen, door partijen in hoger beroep zijn overgelegd.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 20 september 2016 te Leeuwarden. Daarbij zijn verschenen en gehoord belanghebbende en [A] , de echtgenoot van belanghebbende, alsmede mr. [B] namens de Inspecteur.
De Inspecteur en belanghebbende hebben een pleitnota voorgedragen en overgelegd.
Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.
2 De vaststaande feiten
In de aangifte in de IB/PVV voor 2011 van belanghebbende zijn - onder meer - scholingsuitgaven van haar echtgenoot in aftrek gebracht. Deze aftrekpost bedraagt € 14.500 en is opgebouwd uit kosten van in totaal € 15.000 minus een drempel van € 500. De scholingsuitgaven zijn op basis van artikel 2.17 van de Wet Inkomstenbelasting 2001 (tekst 2011, hierna: de Wet) toegerekend aan belanghebbende. De echtgenoot van belanghebbende heeft zelfstandig een aangifte in de IB/PVV voor 2011 ingediend.
De echtgenoot van belanghebbende is een ingenieur informatietechniek. Hij is beroepsmatig bezig geweest als ontwerper van elektronica en procesautomatisering. Hij is sinds 1990 niet meer beroepshalve werkzaam en ontvangt een uitkering. Hij heeft in eigen beheer studie en onderzoek verricht, buiten een regulier leertraject. Naar eigen zeggen betreft het een studie naar de aard van de technologie gebruikt bij informatisering en digitalisering in het bestuursapparaat met als doel exploiteren van kennis, lobby en belangenbehartiging over elektronica en haar toepassingsmogelijkheden. De uitgaven die in 2011 ten laste van het inkomen werden gebracht zien op onderwerpen die raakvlakken hebben met techniek, onder meer cybercrime, management, bestuur en digitalisering.
Met dagtekening 17 augustus 2012 heeft de Inspecteur een voorlopige aanslag conform de ingediende aangifte opgelegd.
Bij brief van 28 april 2014 heeft de Inspecteur vragen gesteld over de scholingsuitgaven.
Bij brief van 15 mei 2014, door de Inspecteur ontvangen op 16 mei 2014, heeft belanghebbende daarop gereageerd. Met de volgende opsomming heeft belanghebbende de elementen van de scholingsuitgaven weergegeven:
Lidmaatschap [C] € 154.00
[D] € 35.00
[E] € 40.00
Abonnementen weekbladen en tijdschriften € 350.00
Boeken € 200.00
Computer en telefoon € 471.00
Beroepskosten; 500 uur x 27.50 =
Good Governance en het digitaliserende
bestuursapparaat € 13.750.00
Totaal € 15.000.00
3 Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen
In geschil is of de gestelde kosten van € 15.000, gemaakt ten behoeve van de echtgenoot van belanghebbende, onder aftrek van een drempel van € 500, als scholingsuitgaven voor aftrek in aanmerking komen.
Belanghebbende beantwoordt deze vraag bevestigend en concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank, tot vernietiging van de uitspraak van de Inspecteur en tot vermindering van de bestreden aanslag tot een geheven naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 28.053.
De Inspecteur beantwoordt de hiervoor – onder 3.1 – vermelde vraag ontkennend en concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.
Beide partijen hebben voor hun standpunt aangevoerd wat is vermeld in de van hen afkomstige stukken. Daaraan hebben zij ter zitting toegevoegd hetgeen is vermeld in het proces-verbaal van de zitting.