Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 06-12-2016, ECLI:NL:GHARL:2016:9808, 15/01347

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 06-12-2016, ECLI:NL:GHARL:2016:9808, 15/01347

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
6 december 2016
Datum publicatie
9 december 2016
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2016:9808
Zaaknummer
15/01347

Inhoudsindicatie

De gemeente heeft de waarde van een winkelpand met behulp van de huurwaardekapitalisatiemethode op correcte wijze vastgesteld.

Uitspraak

Afdeling belastingrecht

Locatie Leeuwarden

nummer 15/01347

uitspraakdatum: 6 december 2016

Uitspraak van de eerste meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] B.V. te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 27 augustus 2015, nummer LEE 13/2103, in het geding tussen belanghebbende en

de heffingsambtenaar van de gemeente Groningen (hierna: de heffingsambtenaar),

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1

De heffingsambtenaar heeft bij beschikking op grond van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: de Wet WOZ) de waarde van de onroerende zaak, plaatselijk bekend als [a-straat] 54 te [A] (hierna: de onroerende zaak), per waardepeildatum 1 januari 2012 en naar de toestand op die datum, voor het kalenderjaar 2013 vastgesteld op € 4.100.000.

1.2

Op het bezwaarschrift van belanghebbende heeft de heffingsambtenaar bij uitspraak op bezwaar van 20 augustus 2013 de bestreden beschikking gehandhaafd.

1.3

Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij de rechtbank Noord-Nederland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep bij uitspraak van 27 augustus 2015, verzonden 28 augustus 2015, ongegrond verklaard.

1.4

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.

1.5

Tot de stukken van het geding behoren, naast de hiervoor vermelde stukken, het van de Rechtbank ontvangen dossier dat op deze zaak betrekking heeft.

1.6

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 13 september 2016 te Leeuwarden. Daarbij zijn verschenen en gehoord namens de heffingsambtenaar mr. [B] , bijgestaan door [C] (taxateur). Belanghebbende is, alhoewel behoorlijk opgeroepen, niet verschenen.

1.7

Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 De vaststaande feiten

2.1

De onroerende zaak is een winkelpand, met een totale oppervlakte van circa 262 m², waarbij de vierkante meters worden berekend zowel aan de hand van de bouwtekeningen als met behulp van een laserafstandsmeter. Het pand is omstreeks 1915 eeuw gebouwd.

3 Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen

3.1

In geschil is of de waarde in het economische verkeer van de onroerende zaak niet te hoog is vastgesteld.

3.2

Belanghebbende bepleit in hoger beroep een waarde van € 3.200.000 en concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank, tot vernietiging van de uitspraak van de heffingsambtenaar en tot vermindering van de beschikte waarde tot op € 3.200.000.

3.3

De heffingsambtenaar persisteert in de beschikte waarde ad € 4.100.000 en concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.

3.4

Beide partijen hebben voor hun standpunt aangevoerd wat is vermeld in de van hen afkomstige stukken. Daaraan heeft de heffingsambtenaar ter zitting toegevoegd hetgeen is vermeld in het aan deze uitspraak gehechte proces-verbaal van de zitting.

4 Beoordeling van het geschil

5 Proceskosten

6 Beslissing