Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 21-11-2017, ECLI:NL:GHARL:2017:10239, 16/01065

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 21-11-2017, ECLI:NL:GHARL:2017:10239, 16/01065

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
21 november 2017
Datum publicatie
1 december 2017
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2017:10239
Zaaknummer
16/01065

Inhoudsindicatie

IB/PVV. Opleiding tot verkeersvlieger. Vluchten ter behoud van vliegvaardigheden. Aftrekbare scholingsuitgaven?

Uitspraak

locatie Arnhem

nummer 16/01065

uitspraakdatum: 21 november 2017

Uitspraak van de derde meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 15 juli 2016, nummer AWB 16/515, in het geding tussen belanghebbende en

de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Den Haag (hierna: de Inspecteur)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Aan belanghebbende is voor het jaar 2013 een aanslag in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (hierna: IB/PVV) opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van nihil. Daarbij is tevens een beschikking op grond van artikel 6.2a Wet inkomstenbelasting 2001 (Wet IB 2001) gegeven waarbij de nog te verrekenen persoonsgebonden aftrek is vastgesteld op een bedrag van € 81.543 (hierna: de beschikking).

1.2.

De Inspecteur heeft bij in één geschrift vervatte uitspraken op bezwaar van 21 december 2015 de aanslag en de beschikking gehandhaafd.

1.3.

Belanghebbende is tegen die uitspraken in beroep gekomen. De rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank) heeft bij uitspraak van 15 juli 2016 het beroep ongegrond verklaard.

1.4.

Belanghebbende heeft bij brief van 24 augustus 2016, ingekomen bij het Hof op 25 augustus 2016, tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.

1.5.

De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

1.6.

Belanghebbende heeft bij brief van 18 oktober 2017 nadere stukken ingediend.

1.7.

De Inspecteur heeft bij brief van 26 oktober 2017 nadere stukken ingediend.

1.8.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 8 november 2017 te Arnhem. De zaken met de nummers 16/01065, 16/01266 en 16/01267 zijn gezamenlijk behandeld. Namens belanghebbende is verschenen mr. [A] , werkzaam bij [B] BV te [C] . Namens de Inspecteur zijn verschenen mr. [D] en [E] .

1.9.

Belanghebbende heeft ter zitting een pleitnota voorgedragen en ingebracht.

1.10.

Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 Feiten

2.1.

Belanghebbende is geboren in 1986. Belanghebbende heeft een opleiding tot verkeersvlieger gevolgd. Deze opleiding is in 2012 succesvol afgerond met een zogenoemde “frozen ATPL”, waarbij ATPL staat voor Airline Transport Pilot License. Met ingang van 1 mei 2015 is belanghebbende werkzaam in de luchtvaart.

2.2.

Belanghebbende heeft in 2013 onder meer de volgende kosten gemaakt:

- [F] € 3.500

- [G] € 3.240

-Simulator Training Rotterdam € 1.708

-Flightware Hoofddorp simulatortraining € 1.219

- [H] € 457

Totaal € 10.124

2.3.

Belanghebbende heeft in de aangifte IB/PVV 2013 onder meer voornoemde kosten als scholingsuitgaven in aftrek gebracht.

2.4.

De Inspecteur heeft bij het vaststellen van de aanslag IB/PVV 2013 de aftrek van voornoemde kosten geweigerd. Het bedrag van de nog te verrekenen persoonsgebonden aftrek is als volgt vastgesteld:

Restant persoonsgebonden aftrek ultimo 2012 € 90.631

Loon uit tegenwoordige arbeid 2013 9.423

Aftrek specifieke zorgkosten -/- 335

In 2013 te verrekenen persoonsgebonden aftrek -/- 9.088

Restant persoonsgebonden aftrek ultimo 2013 € 81.543

2.5.

De Rechtbank heeft de Inspecteur in het gelijk gesteld. Redengevend daarvoor is dat belanghebbende niet aannemelijk heeft gemaakt dat voornoemde kosten verband houden met een leertraject nu het verwerven van kennis niet heeft plaatsgevonden onder begeleiding of toezicht van een derde.

2.6.

Belanghebbende heeft in hoger beroep nadere informatie ingebracht over de simulatortrainingen en de trainingen bij [F] , [G] en [H] .

3 Geschil

3.1.

In geschil is of de door belanghebbende gemaakte kosten, zoals genoemd in 2.2, aftrekbaar zijn als scholingsuitgaven in de zin van artikel 6.27 Wet IB 2001. Niet langer is tussen partijen in geschil dat de overige door belanghebbende gemaakte kosten niet als scholingsuitgaven aftrekbaar zijn.

3.2.

De Inspecteur heeft na een ingesteld onderzoek in hoger beroep het nadere standpunt ingenomen dat het [F] -programma, het [G] -programma en de simulator trainingen als leertraject kunnen worden aangemerkt, zodat de daarvoor gemaakte kosten van respectievelijk € 3.500, € 3.240, € 1.708 en € 1.219, ofwel in totaal € 9.667, als scholingsuitgaven aftrekbaar zijn.

3.3.

Belanghebbende concludeert tot verhoging van de te verrekenen persoonsgebonden aftrek tot een bedrag van € 81.543 plus € 9.874 (€ 10.124 minus drempel van € 250), ofwel € 91.417.

3.4.

De Inspecteur concludeert tot verhoging van de te verrekenen persoonsgebonden aftrek tot een bedrag van € 81.543 plus € 9.417 (€ 9.667 minus drempel van € 250), ofwel € 90.960.

4 Overwegingen

5 Proceskosten

6 Beslissing