Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 14-02-2017, ECLI:NL:GHARL:2017:1074, 16/00624
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 14-02-2017, ECLI:NL:GHARL:2017:1074, 16/00624
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 14 februari 2017
- Datum publicatie
- 17 februari 2017
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2017:1074
- Formele relaties
- Cassatie: ECLI:NL:HR:2017:2679
- Zaaknummer
- 16/00624
Inhoudsindicatie
Belanghebbende maakt niet aannemelijk dat het aantal dagen in een kalenderjaar waarop een recreatiewoning door hem of zijn gezin zelf werd gebruikt, anders dan nodig was om deze voor verhuur gereed te maken en te houden, niet meer dan negentig is geweest. Aanslag forensenbelasting is terecht opgelegd.
Uitspraak
Afdeling belastingrecht
Locatie Leeuwarden
nummer 16/00624
uitspraakdatum: 14 februari 2017
Uitspraak van de vijftiende enkelvoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)
tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 26 april 2016, nummer LEE 14/3094, in het geding tussen belanghebbende en
de heffingsambtenaar van de gemeente Leeuwarden (hierna: de heffingsambtenaar)
1 Ontstaan en loop van het geding
De heffingsambtenaar heeft aan belanghebbende voor het jaar 2013 een aanslag forensenbelasting opgelegd naar een bedrag van € 783.
Op het bezwaarschrift van belanghebbende heeft de heffingsambtenaar bij uitspraak op bezwaar de aanslag gehandhaafd.
Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij de rechtbank Noord-Nederland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep bij uitspraak van 26 april 2016 ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.
Tot de stukken van het geding behoren, naast de hiervoor vermelde stukken, het van de Rechtbank ontvangen dossier dat op deze zaak betrekking heeft alsmede alle stukken die nadien, al dan niet met bijlagen, door partijen in hoger beroep zijn overgelegd.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 29 december 2016 te Leeuwarden. Daarbij zijn verschenen en gehoord belanghebbende en mr. [A] als de gemachtigde van belanghebbende, alsmede [B] namens de heffingsambtenaar.
Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat aan deze uitspraak is gehecht.
2 De vaststaande feiten
Belanghebbende is eigenaar van de gemeubileerde recreatiewoning gelegen aan de [a-straat] 12 te [C] in de gemeente Boarnsterhim (hierna: de woning). In 2013 was belanghebbendes hoofdverblijf niet in de gemeente Boarnsterhim.
Per 1 januari 2014 is de gemeente Boarnsterhim opgegaan in de gemeente Leeuwarden, welke gemeente haar rechtsopvolger onder algemene titel is.
3 Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen
In geschil is of de aanslag forensenbelasting 2013 terecht is opgelegd. Het geschil spitst zich uitsluitend toe op de vraag of belanghebbende de woning op meer dan 90 dagen van het belastingjaar 2013 voor zich of zijn gezin beschikbaar heeft gehouden.
Belanghebbende beantwoordt deze vraag ontkennend en concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank, tot vernietiging van de uitspraak op bezwaar en tot vernietiging van de bestreden aanslag.
De heffingsambtenaar beantwoordt de hiervoor – onder 3.1 - vermelde vraag bevestigend en concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.
Beide partijen hebben voor hun standpunt aangevoerd wat is vermeld in de van hen afkomstige stukken. Daaraan hebben zij ter zitting toegevoegd hetgeen is vermeld in het proces-verbaal van de zitting.