Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 14-02-2017, ECLI:NL:GHARL:2017:1076, 16/00814

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 14-02-2017, ECLI:NL:GHARL:2017:1076, 16/00814

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
14 februari 2017
Datum publicatie
17 februari 2017
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2017:1076
Zaaknummer
16/00814

Inhoudsindicatie

De heffingsambtenaar maakt in hoger beroep de waarde wel aannemelijk.

Uitspraak

Afdeling belastingrecht

Locatie Leeuwarden

nummer 16/00814

uitspraakdatum: 14 februari 2017

Uitspraak van de eerste meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

de heffingsambtenaar van de gemeente Hoogezand-Sappemeer (hierna: de heffingsambtenaar)

tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 23 juni 2016, nummer LEE 15/3599, in het geding tussen de heffingsambtenaar en

[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1

De heffingsambtenaar heeft bij beschikking op grond van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: de Wet WOZ) de waarde van de onroerende zaak [a-straat] 5 te [Z] , per waardepeildatum 1 januari 2014 en naar de toestand op die datum, voor het jaar 2015 vastgesteld op € 170.000.

1.2

Op het bezwaarschrift van belanghebbende heeft de heffingsambtenaar bij uitspraak op bezwaar de beschikking en de aanslag gehandhaafd.

1.3

Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij de rechtbank Noord-Nederland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep bij uitspraak van 23 juni 2016 gegrond verklaard, de uitspraak op bezwaar vernietigd, de WOZ-waarde van de onroerende zaak verminderd tot € 165.000, de heffingsambtenaar opgedragen het betaalde griffierecht van € 45 aan belanghebbende te vergoeden en de heffingsambtenaar veroordeeld in de proceskosten van belanghebbende.

1.4

De heffingsambtenaar heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. Belanghebbende heeft een verweerschrift ingediend.

1.5

Tot de stukken van het geding behoren, naast de hiervoor vermelde stukken, het van de Rechtbank ontvangen dossier dat op deze zaak betrekking heeft alsmede alle stukken die nadien, al dan niet met bijlagen, door partijen in hoger beroep zijn overgelegd.

1.6

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 20 december 2016 te Leeuwarden. Daarbij zijn verschenen en gehoord [A] als de gemachtigde van belanghebbende, alsmede [B] namens de heffingsambtenaar, bijgestaan door [C] , taxateur

1.7

De heffingsambtenaar heeft een pleitnota voorgelezen en overgelegd.

1.8

Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 De vaststaande feiten

2.1

De onroerende zaak is een in 1989 gebouwde twee-onder-een-kapwoning met een inhoud van 339 m³. De onroerende zaak heeft een kaveloppervlakte van 306 m².

3 Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen

3.1

In geschil is de waarde van de onroerende zaak per de waardepeildatum 1 januari 2014.

3.2

De heffingsambtenaar staat een waarde voor van € 170.000 en concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank.

3.3

Belanghebbende bepleit in appel een waarde van € 165.000 en concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.

3.4

Beide partijen hebben voor hun standpunt aangevoerd wat is vermeld in de van hen afkomstige stukken. Daaraan hebben zij ter zitting toegevoegd hetgeen is vermeld in het proces-verbaal van de zitting.

4 Beoordeling van het geschil

5 Proceskosten

6 Beslissing