Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 21-02-2017, ECLI:NL:GHARL:2017:1385, 16/00575

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 21-02-2017, ECLI:NL:GHARL:2017:1385, 16/00575

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
21 februari 2017
Datum publicatie
3 maart 2017
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2017:1385
Zaaknummer
16/00575

Inhoudsindicatie

Inkomstenbelasting. Levensverzekering. Tegemoetkoming krachtens collectieve compensatieregeling. Belast?

Uitspraak

Afdeling belastingrecht

Locatie Arnhem

nummer 16/00575

uitspraakdatum: 21 februari 2017

Uitspraak van de tweede meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 28 april 2016, nummer AWB 15/5334, in het geding tussen belanghebbende en

de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Eindhoven (hierna: de Inspecteur)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1

Aan belanghebbende is voor het jaar 2012 een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen opgelegd. Bij beschikking is belastingrente berekend.

1.2

De Inspecteur heeft bij uitspraak op bezwaar het bezwaar ongegrond verklaard.

1.3

Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij de rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.

1.4

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.

1.5

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 31 januari 2017. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 Vaststaande feiten

2.1

Belanghebbende heeft in het jaar 1995 bij [A] (hierna: [A] ) een levensverzekering (‘Persoonlijke Portefeuille Polis’) afgesloten onder polisnummer [00000] . Op de polis is een koopsom gestort van ƒ 10.000 (€ 4.537,80). De koopsom is door belanghebbende ten laste van zijn belastbare inkomen gebracht.

2.2

Belanghebbende heeft in het jaar 2000 bij [A] een levensverzekering (‘ [A] Groeiroute’) afgesloten onder polisnummer [00001] . Op de polis zijn twee koopsommen gestort van ƒ 8.000 (€ 3.630,24), respectievelijk ƒ 6.000 (€ 2.722,68). De koopsommen zijn door belanghebbende ten laste van zijn belastbare inkomen gebracht.

2.3

Bij brief van 5 mei 2003 met als onderwerp ‘ [A] Groeiroute’ heeft [A] aan belanghebbende het volgende geschreven:

‘In augustus 2001 is er een correctie uitgevoerd over het bedrag van f 8.000,00. Dit bedrag was in het [B] Fonds belegd maar had belegd moeten worden in het [A] Aandelenfonds. Wij hebben dit gecorrigeerd. Om het juiste aantal units in uw polis te kunnen krijgen hebben wij een bedrag op uw polis gestort. Dit bedrag was € 735,93. (…)’

2.4

Bij brieven van 13 januari 2012 heeft [A] aan belanghebbende medegedeeld dat hij op grond van een collectieve compensatieregeling recht heeft op een tegemoetkoming vanwege bovenmatige kosten die in verband met de onder 2.1 en 2.2 genoemde levensverzekeringen in rekening zijn gebracht. De tegemoetkoming bedraagt in totaal € 589 (hierna: de tegemoetkoming), welk bedrag na inhouding van € 107 aan loonheffingen aan belanghebbende is uitbetaald. Van de tegemoetkoming heeft € 45 betrekking op de ‘Persoonlijke Portefeuille Polis’ en € 544 op de ‘ [A] Groeiroute’.

3 Geschil

3.1

In geschil is het antwoord op de vraag of de Inspecteur de in 2.4 bedoelde tegemoetkoming terecht tot belanghebbendes belastbare inkomen uit werk en woning heeft gerekend.

3.2

Belanghebbende beantwoordt deze vraag ontkennend, de Inspecteur beantwoordt deze bevestigend.

4 Beoordeling van het geschil

5 Griffierecht en proceskosten

6 Beslissing