Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 28-02-2017, ECLI:NL:GHARL:2017:1615, 16/00472
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 28-02-2017, ECLI:NL:GHARL:2017:1615, 16/00472
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 28 februari 2017
- Datum publicatie
- 10 maart 2017
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2017:1615
- Zaaknummer
- 16/00472
Inhoudsindicatie
Inkomstenbelasting. Navordering. Nieuw feit? Eigenwoningschuld in box 3.
Uitspraak
Afdeling belastingrecht
Locatie Arnhem
Nummer 16/00472
uitspraakdatum: 28 februari 2017
Uitspraak van de derde meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Almere (hierna: de Inspecteur)
en het incidentele hoger beroep van
[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)
tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 15 maart 2016, nummers AWB 15/5465, 15/5466 en 15/5467, in het geding tussen belanghebbende en de Inspecteur
1 Ontstaan en loop van het geding
Aan belanghebbende zijn over de jaren 2009, 2010 en 2011 navorderingsaanslagen in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen opgelegd. Bij beschikkingen is heffingsrente berekend.
De Inspecteur heeft bij uitspraken op bezwaar het bezwaar voor het jaar 2009 ongegrond verklaard en de navorderingsaanslagen voor de jaren 2010 en 2011 verminderd.
Belanghebbende is tegen die uitspraken in beroep gekomen bij de rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft de beroepen voor de jaren 2009 en 2011 ongegrond verklaard. De Rechtbank heeft het beroep voor het jaar 2010 gegrond verklaard en de desbetreffende uitspraken van de Inspecteur, de navorderingsaanslag en de heffingsrentebeschikking vernietigd.
De Inspecteur heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. Belanghebbende heeft incidenteel hoger beroep ingesteld.
Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.
2 De vaststaande feiten
Belanghebbende heeft een eigenwoningschuld van € 650.000. Zij heeft in haar aangiften voor de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor de jaren 2009, 2010 en 2011 telkens deze schuld vermeld bij de inkomsten uit eigen woning en de daarop betaalde rente als aftrekbare kosten in aanmerking genomen. Daarnaast heeft zij deze schuld in aanmerking genomen bij de berekening van de rendementsgrondslag. In de aangifte voor het jaar 2010 heeft zij daarbij telkens het nummer vermeld van haar privébankrekening, waarvan zij de in verband met de lening verschuldigde bedragen betaalde. Deze bankrekening stond in de aangifte ook vermeld bij haar bezittingen.
Bij het vaststellen van de aanslagen over de onderhavige jaren heeft de Inspecteur de rendementsgrondslag berekend met inachtneming van de hiervoor vermelde hypotheekschuld. Nadien is hij tot het inzicht gekomen dat deze hypotheekschuld niet aftrekbaar was en heeft hij ter zake navorderingsaanslagen opgelegd.
3 Het geschil
In geschil is of de Inspecteur de navorderingsaanslagen mocht opleggen. In het bijzonder is in geschil of sprake is van een nieuw feit.