Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 14-03-2017, ECLI:NL:GHARL:2017:2102, 16/00467

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 14-03-2017, ECLI:NL:GHARL:2017:2102, 16/00467

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
14 maart 2017
Datum publicatie
24 maart 2017
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2017:2102
Zaaknummer
16/00467

Inhoudsindicatie

IB/PVV. Aftrek ziektekosten? Negatief loon?

Uitspraak

Afdeling belastingrecht

Locatie Arnhem

nummer 16/00467

uitspraakdatum: 14 maart 2017

Uitspraak van de vierde meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[A 1] , wonende te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 3 maart 2016, nummer AWB 15/4560, in het geding tussen belanghebbende en

de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Arnhem (hierna: de inspecteur)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Aan belanghebbende is voor het jaar 2012 een aanslag in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (hierna: IB/PVV) opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 5.536. Daarbij is een bedrag van € 24 aan belastingrente in rekening gebracht.

1.2.

De Inspecteur heeft bij in één geschrift vervatte uitspraken op bezwaar van 17 juni 2015 de aanslag en de beschikking belastingrente gehandhaafd.

1.3.

Belanghebbende is tegen die uitspraken in beroep gekomen. De rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank) heeft bij uitspraak van 3 maart 2016 het beroep ongegrond verklaard.

1.4.

Belanghebbende heeft bij brief van 13 april 2016, ingekomen bij het Hof op 14 april 2016, tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.

1.5.

De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

1.6.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 16 februari 2017 te Arnhem. Belanghebbende is verschenen, bijgestaan door mr. [A 2] , advocate te [B] , en [C] als tolk. Namens de Inspecteur zijn verschenen mr. [D] , mr. [E] en mr. [F] .

1.7.

Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 Feiten

2.1.

Belanghebbende is gehuwd en heeft meerdere kinderen, waaronder [G] , geboren [in] 1995 (hierna: de zoon). De zoon woonde in 2012 op het woonadres van belanghebbende te [Z] .

2.2.

De kantonrechter heeft op 15 november 1995 beslist dat de gemeente Enschede een bedrag van fl. 31.135 (€ 14.128) mag terugvorderen van belanghebbende. Het betreft uitkeringen krachtens de Rijksgroepsregeling Werkloze Werknemers (http://www.mijnrecht.net/uitkeringen/rijksgroepsregeling-werkloze-werknemers/) (hierna: RWW-uitkering) – een bijzondere vorm van bijstand –- die belanghebbende ten onrechte heeft genoten in de periode van 1 september 1990 tot en met 31 januari 1993.

2.3.

In 2012 heeft de gemeente Enschede een aan belanghebbende te betalen bijstandsuitkering voor een bedrag van € 2.169 verrekend met de terug te betalen RWW-uitkering.

2.4.

Blijkens een jaaropgave van de gemeente Enschede heeft belanghebbende in 2012 een bijstandsuitkering genoten van € 7.205.

2.5.

De Inspecteur heeft bij het vaststellen van de aanslag IB/PVV 2012 de door belanghebbende in aanmerking genomen zorgkosten gecorrigeerd, in het bijzonder de kosten voor medicijnen en de uitgaven voor vervoer. De aanslag is als volgt vastgesteld:

Bijstandsuitkering gemeente Enschede € 7.205

Bijstandsuitkering gemeente Enschede -/- 960

Totaal 6.245

Zorgkosten

Kosten medicijnen -/- 1.138

Correctie Inspecteur 1.138

Uitgaven voor vervoer ivm ziekte of invaliditeit -/- 5.831

Correctie Inspecteur 5.831

Genees- en heelkundige hulp -/- 568

Verhoging specifieke zorgkosten (40%) -/- 228

Totaal -/- 796

Drempel 288

Aftrekbare zorgkosten -/- 508

Aftrekbare giften -/- 201

Belastbaar inkomen uit werk en woning € 5.536

2.6.

De Rechtbank heeft de Inspecteur in het gelijk gesteld en de aanslag IB/PVV 2012 gehandhaafd.

3 Geschil

3.1

In geschil is of de aanslag tot een juist bedrag is vastgesteld.

3.2.

Belanghebbende betoogt dat vanwege de terugbetaling aan de gemeente Enschede ten bedrage van € 2.169 niet een negatief loon van € 960 maar van € 2.169 in aanmerking moet worden genomen.

3.3.

Ter zitting van het Hof heeft belanghebbende desgevraagd nadrukkelijk verklaard dat de correctie ter zake van de medicijnkosten ad € 1.138 niet langer in geschil is. Verder heeft belanghebbende verklaard dat ter zake van de opgevoerde vervoerskosten ad € 5.831 terecht een bedrag van € 2.331 is gecorrigeerd en dat mitsdien alleen nog een aftrekpost van € 3.500 in geschil is.

3.4.

De Inspecteur beroept zich op interne compensatie. Hij betoogt dat een eventuele aftrekbare uitgave voor zorgkosten tot een bedrag van € 960 niet leidt tot een vermindering van de aanslag, nu bij wijze van interne compensatie alsnog de bij de aanslagregeling niet gecorrigeerde aftrekpost van € 960 wegens negatief loon, wordt geweigerd.

3.5.

Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank, tot vernietiging van de uitspraak van de Inspecteur en tot vermindering van de aanslag IB/PVV 2012. De Inspecteur concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.

4 Overwegingen

5 Proceskosten

6 Beslissing