Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 17-01-2017, ECLI:NL:GHARL:2017:248, 15/01562
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 17-01-2017, ECLI:NL:GHARL:2017:248, 15/01562
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 17 januari 2017
- Datum publicatie
- 27 januari 2017
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2017:248
- Formele relaties
- Eerste aanleg: ECLI:NL:RBGEL:2015:6965, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- 15/01562
Inhoudsindicatie
Omzetbelasting. Managementdiensten. Aftrek voorbelasting? Succesfee. Toerekening adviesdiensten. Vertrouwensbeginsel.
Uitspraak
Afdeling belastingrecht
Locatie Arnhem
nummer 15/01562
uitspraakdatum: 17 januari 2017
Uitspraak van de derde meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[X] B.V. te [Z] (hierna: belanghebbende)
tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 17 november 2015, nummer AWB 14/6777, ECLI:NL:RBGEL:2015:6965, in het geding tussen belanghebbende en
de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Utrecht (hierna: de Inspecteur)
1 Ontstaan en loop van het geding
Belanghebbende heeft voor het tijdvak 1 januari 2013 tot en met 31 maart 2013 op aangifte verzocht om teruggaaf van omzetbelasting tot een bedrag van € 79.070. Bij beschikking van 13 september 2013 heeft de Inspecteur een teruggaaf verleend van € 452.
De Inspecteur heeft bij uitspraak op bezwaar de beschikking gehandhaafd.
Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij de rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 30 november 2016 te Arnhem. Daarbij zijn verschenen en gehoord mr. drs. [A] , als de gemachtigde van belanghebbende, bijgestaan door [B] , alsmede mr. [C] namens de Inspecteur, bijgestaan door mr. [D] en mr. [E] .
De gemachtigde van belanghebbende heeft een pleitnota overgelegd.
Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.
2 De vaststaande feiten
Belanghebbende is ondernemer in de zin van artikel 7 van de Wet op de omzetbelasting 1968 (hierna: Wet OB). Alle aandelen in belanghebbende worden gehouden door [F] .
Belanghebbende is tot 22 maart 2013 houder van 50% van de aandelen van [G] B.V. (hierna: [G] ). De overige 50% van de aandelen van [G] wordt tot die datum gehouden door [H] B.V. [I] is enig aandeelhouder van [H] B.V.
De activiteiten van belanghebbende bestaan tot 22 maart 2013 voornamelijk uit het managen van [G] . [H] B.V. verleent eveneens managementdiensten aan [G] . Zowel belanghebbende als [H] B.V. verrichten deze managementdiensten tegen vergoeding. In 2013 heeft belanghebbende € 38.857 aan [G] in rekening gebracht. In de door belanghebbende op 1 mei 1999 met [G] gesloten managementovereenkomst is, voor zover hier van belang, het volgende opgenomen:
“Functie
Artikel 2
1. “ [X] ” zal de functie van directeur vervullen bij “ [G] ” en/of bij een of meerdere van haar dochter- en zusterondernemingen, met allen daar aan verbonden statutaire en gebruikelijke bevoegdheden.
(…)
Vergoeding
Artikel 3
1. [X] ” heeft recht op een managementvergoeding welke jaarlijks door de aandeelhoudersvergadering van de te [J] gevestigde besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid “ [G] ” wordt vastgesteld.
2 De managementvergoeding is door “ [G] ” te voldoen in twaalf gelijke maandelijkse termijnen.
3 “ [X] ” heeft voorts eventueel recht op een aanvullende managementvergoeding, hetwelk afhankelijk zal zijn van de bedrijfsresultaten. De hoogte van deze vergoeding wordt vastgesteld in de algemene vergadering van aandeelhouders.
4 In verband met de ingebrachte arbeid te maken kosten worden door “ [X] ” rechtstreeks aan “ [G] ” in rekening gebracht onder overlegging van de daaraan ten grondslag liggende nota’s en declaraties.
(…)”
Belanghebbende en [H] B.V. hebben op 17 augustus 2012 een mandaatovereenkomst gesloten met [K] B.V. (hierna: [K] ). In de mandaatovereenkomst is, voor zover hier van belang, het volgende opgenomen:
“In aanmerking nemende dat:
(…)
6. de heren [I] en [F] na 15 jaar actief te zijn geweest als directeur/aandeelhouder van [G] , aangegeven hebben (een deel) van hun aandelen in de Onderneming te willen vervreemden om enerzijds te kapitaliseren op het ondernemerschap van de afgelopen jaren en anderzijds de Onderneming te faciliteren in de groeiambities om te komen tot 500 extern gedetacheerden per 1 januari 2015;
(…)
komen het volgende overeen:
1. [K] adviseert en ondersteunt Opdrachtgever bij de verkoop van [G] .
(…)
5. Opdrachtgever is [K] voor zijn diensten verschuldigd:
a. a) Een vergoeding op basis van de bestede uren.
(…)
b) Indien een transactie wordt gerealiseerd brengt [K] , naast de honorering op uurbasis, additioneel een succesfee in rekening. De succesfee wordt berekend volgens een percentage van de verkoopopbrengst (ondernemingswaarde). (…)
Op 22 maart 2013 hebben belanghebbende en [H] B.V. hun gehele aandelenbelang in [G] verkocht aan [L] B.V. In de overeenkomst tot koop en verkoop van het aandelenkapitaal van 22 maart 2013 is, voor zover hier van belang, het volgende opgenomen:
“3. KOOPPRIJS EN BETALING
De koopprijs voor de Aandelen (de Koopprijs) bestaat uit een vast deel en een variabel deel. Het vaste deel van de Koopprijs (de Basis Koopprijs) wordt vastgesteld overeenkomstig de bepalingen in artikel 3.2 tot en met artikel 3.8. Het variabele deel van de Koopprijs (de Nabetaling) wordt vastgesteld overeenkomstig de bepalingen in artikel 3.9 tot en met artikel 3.15, met dien verstande dat de Nabetaling maximaal EUR 6.500.000 kan bedragen.
(…)
Nabetaling
Betaling van de Nabetaling door de Koper aan de Verkopers, en de hoogte van de Nabetaling, zijn afhankelijk de EBITDA 2013 zoals deze blijkt uit de door de accountant gecontroleerde balans en winst- en verliesrekening van de Vennootschap per 31 december 2013, opgesteld (i) met inachtneming van consistent toegepaste uitgangspunten en waarderingsgrondslagen zoals deze ook zijn gehanteerd voor de Jaarrekening 2011 en de Jaarrekening 2012 en (ii) conform Dutch GAAP, en voorzien van een goedkeurende accountantsverklaring (de Jaarrekening 2013). (…)
(…)
7. INTRAGROEP RELATIES; ZEKERHEDEN
De Verkopers zullen er zorg voor dragen dat alle financiële of andersoortige relaties tussen de Vennootschap enerzijds en de Verkopers en alle aan de Verkopers gelieerde (rechts)personen (anders dan de Vennootschap) anderzijds uiterlijk op de Leveringsdatum zijn verbroken of beëindigd zonder dat dit zal leiden tot enige betaling door of financiële aansprakelijkheid voor de Vennootschap, een en ander tenzij de Koper haar schriftelijke toestemming heeft gegeven dat een dergelijke relatie blijft bestaan (…)”
[K] heeft op 20 maart 2013 een factuur uitgereikt waarin aan belanghebbende een succesfee in rekening wordt gebracht ten bedrage van € 452.993,75, met daarin begrepen een bedrag van € 78.618,75 aan omzetbelasting. Belanghebbende heeft de omzetbelasting in de aangifte omzetbelasting over het tijdvak 1 januari 2013 tot en met 31 maart 2013 in aftrek gebracht.
Na de aandelenoverdracht verricht [L] B.V. managementdiensten aan [G] . Een zustermaatschappij van belanghebbende verricht vanaf dat moment managementdiensten aan [L] B.V. Op verzoek van de nieuwe aandeelhouder van [G] is de laatstbedoelde dienstverlening beëindigd.
3 Het geschil
In geschil is of belanghebbende recht heeft op aftrek van de voorbelasting op de succesfee. Het geschil spitst zich toe op de volgende vragen:
-
Hangen de adviesdiensten die [K] heeft verricht en waarvoor zij aan belanghebbende een succesfee in rekening heeft gebracht rechtstreeks en onmiddellijk samen met de verkoop van de aandelen door belanghebbende?
-
Indien er geen sprake is van rechtstreekse en onmiddellijke samenhang met de verkoop van de aandelen: a) kunnen de kosten worden aangemerkt als algemene kosten en b) moet de verkoopopbrengst van de aandelen in dat geval in aanmerking worden genomen bij het berekenen van de pro rata?
-
Kan belanghebbende aan het Besluit van 3 augustus 2004, nr. CPP2004/1709M (hierna: het Besluit), dan wel de resolutie van 18 februari 1991, nr. VB91/347 (hierna: de Holdingresolutie) het in rechte te beschermen vertrouwen ontlenen dat de voorbelasting op de succesfee aftrekbaar is?
De Inspecteur beantwoordt de eerste vraag bevestigend en belanghebbende ontkennend. Belanghebbende beantwoordt vraag 2a) bevestigend en vraag 2b) ontkennend. De Inspecteur beantwoordt vraag 2b), indien daaraan wordt toegekomen, bevestigend. Belanghebbende beantwoordt de derde vraag bevestigend en de Inspecteur ontkennend.
Tussen partijen is niet in geschil dat de verkoop van de aandelen een economische activiteit is die binnen de reikwijdte van de omzetbelasting valt. Tevens is niet in geschil dat deze verkoop is vrijgesteld van omzetbelasting.
Belanghebbende heeft desgevraagd verklaard het standpunt te hebben verlaten dat de aandelenverkoop de overdracht van het geheel of een gedeelte van een algemeenheid van goederen zou vormen als bedoeld in artikel 37d van de Wet OB.