Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 28-03-2017, ECLI:NL:GHARL:2017:2581, 16/00166 en 16/00167
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 28-03-2017, ECLI:NL:GHARL:2017:2581, 16/00166 en 16/00167
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 28 maart 2017
- Datum publicatie
- 7 april 2017
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2017:2581
- Zaaknummer
- 16/00166 en 16/00167
Inhoudsindicatie
IB. Vereiste aangifte. Redelijke schatting.
Uitspraak
Afdeling belastingrecht
Locatie Arnhem
nummers 16/00166 en 16/00167
uitspraakdatum: 28 maart 2017
Uitspraak van de vijfde meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)
tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 24 december 2015, nummers AWB 15/2578 en AWB 15/2579, in het geding tussen belanghebbende en
de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Arnhem (hierna: de Inspecteur)
1 Ontstaan en loop van het geding
Aan belanghebbende is voor het jaar 2012 een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (hierna: IB/PVV) opgelegd, berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 14.500. Tevens is bij beschikking € 110 aan belastingrente in rekening gebracht en een verzuimboete van € 984 opgelegd.
Aan belanghebbende is voor het jaar 2012 een aanslag inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet (hierna: ZVW) opgelegd van € 725. Tevens is bij beschikking € 40 aan belastingrente in rekening gebracht.
De Inspecteur heeft bij uitspraken op bezwaar de aanslagen, de beschikkingen belastingrente en de verzuimboete gehandhaafd.
Belanghebbende is tegen de uitspraken in beroep gekomen bij de rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft de beroepen ongegrond verklaard.
Het hoger beroep is behandeld ter zitting van 17 februari 2017. Belanghebbende is daarvoor op 27 december 2016 uitgenodigd bij aangetekende brief gericht aan het laatstelijk bij het Hof bekende adres ( [a-straat] 63, [Z] ), doch is zonder bericht niet verschenen. Uit een door de griffier ingesteld onderzoek blijkt dat deze uitnodiging op 30 december 2016 door PostNL op genoemd adres is afgeleverd en dat voor de ontvangst daarvan is getekend. Belanghebbende is derhalve op een juiste wijze voor de zitting van het Hof uitgenodigd.
2 De vaststaande feiten
Belanghebbende heeft een onderneming. De naam van de onderneming is [A] .
Aan belanghebbende is met dagtekening 28 februari 2013 een uitnodiging verstuurd tot het doen van aangifte IB/PVV en ZVW voor het jaar 2012. De uiterste inleverdatum van deze aangifte was, na verleend uitstel, 1 september 2013.
De Inspecteur heeft, ook na het versturen van een herinnering en een aanmaning op respectievelijk 20 september 2013 en 21 oktober 2013, binnen de daarin opgenomen uiterste inleverdatum van respectievelijk 4 oktober 2013 en 4 november 2013 geen aangifte IB/PVV voor 2012 van belanghebbende ontvangen.
Hierop heeft de Inspecteur met dagtekening 24 december 2014 ambtshalve een aanslag IB/PVV voor 2012 opgelegd. Tevens is bij beschikking belastingrente in rekening gebracht en een verzuimboete opgelegd. Daarnaast is ambtshalve een aanslag ZVW voor 2012 opgelegd. Tevens is bij beschikking belastingrente in rekening gebracht.
Bij brieven van 2 maart 2015 heeft de Inspecteur een voornemen tot het afwijzen van het bezwaar tegen de aanslag IB/PVV 2012 (inclusief verzuimboete en beschikking belastingrente) en de aanslag ZVW 2012 (inclusief beschikking belastingrente) aan belanghebbende gestuurd. Hierin is aangegeven dat belanghebbende in de gelegenheid wordt gesteld te worden gehoord. Voor het maken van een afspraak kan belanghebbende voor 7 maart 2015 bellen naar een aangegeven telefoonnummer.
Bij brief met eveneens dagtekening 2 maart 2015 wordt belanghebbende uitgenodigd voor een hoorgesprek op 30 maart 2015.
Belanghebbende is op 30 maart 2015 niet verschenen.
3 Het geschil
In geschil is of de aanslagen tot te hoge bedragen zijn vastgesteld, welke vraag door belanghebbende bevestigend en door de Inspecteur ontkennend wordt beantwoord.