Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 20-06-2017, ECLI:NL:GHARL:2017:5110, 15/01103 tm 15/01172 en 15/01174 tm 15/01190
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 20-06-2017, ECLI:NL:GHARL:2017:5110, 15/01103 tm 15/01172 en 15/01174 tm 15/01190
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 20 juni 2017
- Datum publicatie
- 20 juni 2017
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2017:5110
- Zaaknummer
- 15/01103 tm 15/01172 en 15/01174 tm 15/01190
Inhoudsindicatie
Baatbelasting. Verordeningen onverbindend omdat niet uiterlijk twee jaren nadat de voorzieningen zijn voltooid tot invoering van de belasting is besloten. Gelijkheidsbeginsel. Verbod van willekeur. Annuïteitenberekening prénumerando.
Uitspraak
Belastingkamer
locatie Arnhem
nummers 15/01103 tot en met 15/01172 en 15/01174 tot en met 15/01190
uitspraakdatum: 20 juni 2017
Uitspraak van de tweede meervoudige belastingkamer
op de hoger beroepen van
[X] te [Z] , gemeente De Ronde Venen (hierna: belanghebbende), rolnummer 15/01171, en 86 andere belanghebbenden, te weten [1 t/m 86] .
tegen de uitspraken van de rechtbank Midden Nederland van 2 juli 2015 (verzonden 7 juli 2015), nummers UTR 14/7398, 14/7654, 14/7880, 14/7888 t/m 14/7890, 14/7892, 14/7894, 14/7895, 14/7898, 14/7901 t/m 14/7905, 14/7907 t/m 14/7910, 14/7922, 14/7924, 14/7925, 14/7928, 14/7931, 14/7934, 14/7936, 14/7942, 14/7945, 14/7949, 14/7951, 14/7957, 14/7959, 14/7961, 14/7962, 14/7964 t/m 14/7971, 14/7974, 14/7975, 14/7978, 14/7980, 14/7981, 14/7983, 14/7984, 14/7987, 14/7990, 14/7993, 14/7996, 14/7997, 14/7999, 14/8004, 14/8006, 14/8010, 14/8013, 14/8016 t/m 14/8018, 14/8020, 14/8022, 14/8023, 14/8027 t/m 14/8030, 14/8038, 14/8040, 14/8043, 14/8048, 14/8050, 14/8054, 14/8056, 14/8059 t/m 14/8062, 14/8064 t/m 14/8068 en 14/8070
in de gedingen tussen deze belanghebbenden en
de heffingsambtenaar van de gemeente De Ronde Venen (hierna: de heffingsambtenaar)
1 Ontstaan en loop van het geding
De heffingsambtenaar heeft aan iedere belanghebbende voor het jaar 2014 een aanslag baatbelasting riolering buitengebied opgelegd.
Op het bezwaarschrift van belanghebbende heeft de heffingsambtenaar bij uitspraak op bezwaar de aanslag gehandhaafd.
Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij de rechtbank Midden Nederland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep bij uitspraak van 2 juli 2015 ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.
Tot de stukken van het geding behoren, naast de hiervoor vermelde stukken, het van de Rechtbank ontvangen dossier dat op deze zaak betrekking heeft alsmede alle stukken die nadien, al dan niet met bijlagen, door partijen in hoger beroep zijn overgelegd.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 28 maart 2017 te Arnhem. Daarbij zijn verschenen [X] en de gemachtigde mr. [A] . Tevens zijn verschenen [B] en [C] . Namens de heffingsambtenaar zijn verschenen mr. [D] als gemachtigde van de heffingsambtenaar, alsmede [E] en [F] , werkzaam bij de gemeente De Ronde Venen.
Met instemming van partijen is de zaak gelijktijdig behandeld met de het hoger beroep van 86 andere belanghebbenden die woonachtig zijn in de gemeente De Ronde Venen.
Deze uitspraak geldt voor iedere belanghebbende voor zover de door het Hof behandelde onderwerpen op zijn of haar zaak betrekking hebben.
Van het verhandelde ter zitting is met instemming van partijen één proces-verbaal opgemaakt dat aan deze uitspraak is gehecht. Hetgeen is opgemerkt wordt geacht op alle zaken betrekking te hebben tenzij uit het zinsverband anders blijkt.
2 De vaststaande feiten
Met zijn besluit van 22 februari 2001 stemde de gemeenteraad van Abcoude in met het verhalen van een deel van de kosten via de baatbelasting. Met de kosten waren, blijkens het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 6 februari 2001, bedoeld de kosten van aansluiting van het buitengebied van Abcoude op de riolering welke kosten toen werden geraamd op € 2.901.212,96. In het buitengebied dienden, gelet op de bepalingen van de Wet milieubeheer, 296 panden, verdeeld over 14 clusters, op de riolering te worden aangesloten. Zoals tevens uit het voorstel blijkt had de gemeenteraad reeds vastgesteld dat daarbij een bijdrage van ƒ 7.500 (€ 3.403,35) voor de aansluiting op de riolering aanvaardbaar werd geacht.
Bij de indeling van het buitengebied in clusters is rekening gehouden met – onder meer – de grondsoort, de bodemgesteldheid en de kwetsbaarheid van het betreffende gebied. De clusterindeling is zodanig geschied dat de riolering van een cluster geen enkele technische samenhang heeft met de riolering van andere clusters. Gelet op de gefaseerde uitvoering is voorgesteld per cluster een zogenoemd bekostigingsbesluit vast te stellen zoals bedoeld in artikel 222, tweede lid, van de Gemeentewet. Bij die clusterverdeling onderscheidt het Hof de volgende drie groepen: groep I (Verordening 6 juli 2006; cluster B2/H3),groep II (Verordeningen7 januari 2013; clusters D1/D2, J2a/J3, J4/J6, G/H1 en J2b/J5) en groep III (verordeningen 7 januari 2013; clusters E/Fb, FA, C, A1 en A2). De onroerende zaak van belanghebbende ligt in het gebied van groep III.
Op 13 november 2001 heeft het college van burgemeester en wethouders voorgesteld het Bekostigingsbesluit aansluiting riolering buitengebied vast te stellen voor de clusters E, G+H1 en B2+H3, met welke clusters zou worden begonnen bij de aanleg van de riolering.
In het aangevulde bekostigingsbesluit van 29 november 2001 is voor cluster E, onder letter e, het volgende opgenomen:
“dat de voorzieningen omvatten de aanleg van openbare riolering; dat bij de berekening van de exploitatiebijdrage en de baatbelasting wordt uitgegaan van de gewaarmerkte begroting van kosten en opbrengsten die bij dit aangevulde bekostigingsbesluit is gevoegd;”
De bijgevoegde begroting van baten en lasten vermeldt het aantal voorziene aansluitingen in het cluster en één bedrag van het totaal aan aanlegkosten zonder nadere specificatie. De bijdrage per gebaat object, te verhalen door middel van een exploitatieovereenkomst of een baatbelasting, is daarbij vastgesteld op € 3.403.
In het aangevulde bekostigingsbesluit van 7 juli 2005 voor – onder meer – de clusters A1a + A1b, A2 en Fa, is onder letter e eveneens de hiervoor geciteerde tekst opgenomen. Ook in de bij deze bekostigingsbesluiten gevoegde begrotingen van baten en lasten is het aantal voorziene aansluitingen in het cluster vermeld alsmede per cluster één bedrag van het totaal aan aanlegkosten zonder nadere specificatie. De bijdrage per gebaat object, te verhalen door middel van een exploitatieovereenkomst of een baatbelasting, is voor de genoemde clusters vastgesteld op € 3.410.
In het aangevulde bekostigingsbesluit van 5 juli 2007 voor – onder meer – de clusters C en E + Fb, is onder letter e eveneens de hiervoor geciteerde tekst opgenomen. Ook in de bij deze bekostigingsbesluiten gevoegde begrotingen van baten en lasten is het aantal voorziene aansluitingen in het cluster vermeld alsmede per cluster één bedrag van het totaal aan aanlegkosten zonder nadere specificatie. De bijdrage per gebaat object, te verhalen door middel van een exploitatieovereenkomst of een baatbelasting, is in het raadsbesluit niet opgenomen. De toelichting op het raadsbesluit verwijst naar de eerdere bekostigingsbesluiten van 7 juli 2005 en vermeldt: “Tevens is besloten dat de perceeleigenaren een eigen bijdrage van € 3.400 moeten betalen.”
Uit de toelichtingen op de bekostigingsbesluiten blijkt dat het aantal aansluitingen en de kosten van aanleg van de clusters in groep III werden geraamd op
aansluitingen aanlegkosten
cluster A1 71 € 1.081.212
cluster A2 51 € 1.017.737
cluster Fa 42 € 439.586
cluster C 7 € 186.769
cluster E+Fb 40 € 433.109
De aangelegde riolering is voor het grootste gedeelte een drukriolering die niet functioneert door het op afschot liggen maar door pompen in zogenoemde pompputten (in de stukken ook wel aangeduid als (mini)gemalen). Het drukriool kan pas functioneren als de pompen van spanning zijn voorzien. Uit het Programma van Eisen betreffende de mechanische en elektrotechnische installatie drukrioleringspompunits gemeente Abcoude van 3 maart 2004 (hierna: het Programma van Eisen) blijkt dat het installeren en het werkend opleveren van het radiografische beheerssysteem, fabricaat [G] , tot de te verrichten werkzaamheden behoorde. Ter zitting van de Rechtbank heeft [H] , destijds als projectleider werkzaam bij [I] , toegelicht, zakelijk weergegeven zoals door de Rechtbank is vastgesteld, dat Radius (inmiddels Radius Pro) kan worden beschouwd als de hardware in het rioolgemaal. Om het beheerssysteem te laten functioneren, verzamelt de apparatuur gegevens en zendt het een eventuele storingsmelding naar een centrale storingsdienst. Het softwareprogramma dat dit mogelijk maakt, heet thans H2gO/ [G] Aquaweb. Dit programma zorgt ervoor dat de gegevens uit de (mini)gemalen webbased (en niet meer zoals voorzien in het Programma van Eisen via GSM) kunnen worden geraadpleegd, zodat storingen kunnen worden gesignaleerd. Dit uitwisselen van gegevens heet telemetrie. De drukriolering en het telemetriesysteem kunnen pas functioneren als er spanning op staat. Het was dus noodzakelijk dat de (mini)gemalen (met Radius) waren aangesloten op het elektriciteitsnet. Omtrent de elektrische installatie vermeldt het Programma van eisen het volgende:
“(…)
De elektrische installatie omvat de gehele krachtinstallatie vanaf de laagspanningsaansluitklemmen van het stroomleverend bedrijf waaronder de centrale voedingskasten (CVK’s) en de pompunits (PU’s), en het signaleringssysteem ten behoeve van de pompunits.
Alle voedingskabels worden door derden geleverd en geïnstalleerd. Het aansluiten van deze voedingskabels op de daarvoor bestemde aansluitklemmen in de CVK’s en PU’s behoort tot de werkzaamheden van de aannemer.
Het aanvragen van de benodigde laagspanningsaansluitingen bij het stroomleverend bedrijf voor de CVK kasten wordt door de directie uitgevoerd. Echter de coördinatie van de aansluitingen dient door de aannemer te worden uitgevoerd.”
Burgemeester en wethouders van De Ronde Venen hebben de gemeenteraad voorgesteld om – vooruitlopend op nader onderzoek naar de inbaarheid – te besluiten tot vaststelling van een tiental verordeningen op de heffing en invordering van baatbelasting in het kader van de aanleg van riolering in het buitengebied, waaronder verordeningen voor de onderhavige in 2.7 genoemde clusters. In het voorstel is melding gemaakt van steeds groter wordende twijfels over de houdbaarheid en de uitvoerbaarheid van de heffing van deze baatbelasting, en dat voor een aantal clusters de uiterste termijn voor de vaststelling van een verordening eindigt op 14 januari 2013. Voorts is opgenomen dat “Vanuit het gelijkheidsbeginsel wordt voorgesteld het bedrag per gebaat object over de volle breedte hetzelfde te houden en af te ronden op € 3.100 per gebaat object.” Daarop volgend heeft de gemeenteraad op 7 januari 2013 besloten:
“(…)
1. Het college te verzoeken nader onderzoek te doen naar afwijkende afspraken gericht op de vraag of de heffing van de voorgenomen baatbelasting houdbaar en uitvoerbaar is
2. Het onder 1 bedoeld onderzoek in ieder geval in het 1e halfjaar van 2013 af te ronden en de gemeenteraad in kennis te stellen van de uitkomsten
3. Ter behoud van rechten de navolgende verordeningen baatbelasting vast te stellen
(Hof: volgt een opsomming van 10 verordeningen)
4. aan de onder 3 genoemde verordeningen geen uitvoering te geven totdat de raad de resultaten van het onder 2 bedoelde onderzoek heeft kunnen bespreken. Het college zal de heffingsambtenaar tot nader order instrueren niet tot aanslagoplegging over te gaan”
De in 2.9 bedoelde verordeningen baatbelasting zijn op 10 januari 2013 op de voorgeschreven wijze bekend gemaakt en zijn inhoudelijk identiek (elke verordening wordt hierna aangeduid als: de Verordening). Zij bevatten – onder meer – de volgende bepalingen:
“(…)
Artikel 1 Begripsomschrijving
Deze verordening verstaat onder een onroerende zaak:
a. een gebouwd eigendom;
b. een ongebouwd eigendom;
c. een gedeelte van een onder a of b bedoeld eigendom dat blijkens zijn indeling is bestemd om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt;
d. een samenstel van twee of meer van de onder a of b bedoelde eigendommen of onder c bedoelde gedeelten daarvan die naar de omstandigheden beoordeeld bij elkaar horen.
Artikel 2 Belastbaar feit
1. Onder de naam (…) wordt in de vorm van een heffing ineens een directe belasting geheven ter zake van de onroerende zaken gelegen in de gemeente binnen het gebied op de bij deze verordening behorende en als zodanig gewaarmerkte kaart, die op 1 januari 2012 zijn gebaat door de in het tweede lid genoemde voorzieningen die tot stand zijn of worden gebracht door of met medewerking van het gemeentebestuur.
2. De in het eerste lid bedoelde voorzieningen omvatten riolering, met inbegrip van bijbehorende werken.
Artikel 3 Belastingplicht
1. (…)
2. Voor toepassing van het eerste lid wordt als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degene die op het tijdstip van ingang van de heffing dan wel, indien de belasting wordt geheven in de vorm van een jaarlijkse belasting, bij de aanvang van het belastingjaar als zodanig in de basisregistratie kadaster is vermeld, (…)
(…)
Artikel 5 Belastingtarief
De belasting bedraagt per onroerende zaak: € 3.100,00.
Artikel 6 Regeling inzake heffing in de vorm van een jaarlijkse belasting
1. In afwijking van het bepaald in artikel 2 wordt op verzoek van de belastingplichtige de belasting geheven in de vorm van een jaarlijkse belasting gedurende tien jaren. (…)
(…)
3. De jaarlijkse belasting bedraagt de annuïteit van het totaal verschuldigde, berekend op basis van een periode van tien jaren en een rentevoet van 4%.
4. De belasting over nog niet aangevangen belastingjaren kan elk jaar worden afgekocht. De afkoopsom wordt bepaald op de contante waarde van de op 1 januari van het belastingjaar, waarin de afkoop plaatsvindt, nog te verschijnen belastingbedragen berekend naar een rentevoet van 4%.
(…)”
Onder verwijzing naar de in 2.9 onder 1 en 2 genoemde besluiten heeft het college van burgemeester en wethouders een memo, gedagtekend 15 oktober 2013, ter bespreking aan de gemeenteraad voorgelegd. Het memo is besproken in de gezamenlijke vergadering op 11 november 2013 van de commissie Algemene Bestuurlijke Zaken en de commissie Financiën & Publieke Werken. Op grond van die besprekingen heeft het college van burgemeester en wethouders in zijn vergadering van 19 november 2013 besloten daadwerkelijk over te gaan tot heffing van baatbelasting en de gemeenteraad daarvan in kennis gesteld. Vervolgens heeft de heffingsambtenaar aan de betrokkenen, waaronder belanghebbende, aanslagen baatbelasting opgelegd.
Voorafgaand aan de besluitvorming zoals vermeld in 2.9 tot en met 2.11 heeft het college van burgemeester en wethouders van de toenmalige gemeente Abcoude die met ingang van 1 januari 2011 is opgegaan in de gemeente De Ronde Venen, bij brief van 22 december 2009 aan het dagelijks bestuur van het hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht te Amsterdam – onder meer – het volgende geschreven:
“(…)
Met deze brief willen wij subsidie aanvragen voor de gerealiseerde werkzaamheden ten behoeve van het saneren van ongezuiverde lozingen in het buitengebied. (…)
Bijgaand doen wij u toekomen 3 subsidieaanvragen voor de aanleg van drukriolering en IBA’s in ons buitengebied. (…)
(…) Wij verzoeken u thans om een definitieve subsidie bepaling op basis van de werkelijk gemaakte kosten. De twee eindafrekeningen gaan, elk vergezeld van een accountantsverklaring, hierbij. Tenslotte een verzoek, gelet ook op de lange termijn van voorfinanciering door ons, om een spoedige uitbetaling.
Het gehele stelsel is inmiddels aangelegd en opgeleverd, redenen waarom wij thans de definitieve subsidieaanvraag indienen.
Voor de goede orde en ook om volledig transparantie te geven zij vermeld dat het stelsel evenwel nog niet in gebruik kan worden genomen. De reden hiervan is gelegen in het feit dat de noodzakelijke elektriciteit voorzieningen niet dan wel niet geheel zijn aangelegd, waardoor de aanwezige pompinstallaties voor de drukriolering niet functioneren. (…)
(…)
De liberalisering van de energiemarkt en het scheiden van het netwerkbeheer van de stroomleveranciers geeft in de uitvoering erg veel problemen. Telefonische communicatie is nauwelijks mogelijk. Aansluitingen moeten via aansluitingen.nl worden gemeld (dat is in dit geval ook gedaan) en gaan daarna automatisch naar de netwerkbeheerder. Deze legt de leiding aan, geeft een EAN nummer op basis waarvan de gemeente stroom moet aanvragen bij haar stroomleverancier.
Beheergebied Liander
Met Liander hebben wij sinds 7 december 2009, onder de schriftelijke dreiging van een aansprakelijkheidsstelling de eerste ambtelijke contacten gehad en ook concrete afspraken kunnen maken. Van onze zijde is daarvoor een mediator ingehuurd die samen met Liander die adressen bezoekt waar een moederkast moet worden aangesloten op het electriciteits net. Enkele moederkasten zijn nog diezelfde week aangesloten.
De problemen dateren al van begin 2008. De aanvragen zijn gedaan via aansluitingen.nl en door de nutsbedrijven niet goed opgepakt.
Beheergebied Stedin
(…) Pas op 15 december 2009, naar aanleiding van een brief van ons college waarbij wij met gerechtelijke stappen hebben gedreigd, heeft er wederom een ambtelijk overleg plaatsgevonden. Op 21 december 2009 is daaraan een vervolg gegeven en zijn wederom afspraken gemaakt, waarvan we nu het gevoel hebben dat wij in het 1e kwartaal 2010 alle aansluitingen gerealiseerd kunnen hebben. Wel moet daarbij de kanttekening worden geplaatst dat alle bewoners en uiteraard Waternet als dijkbeheerder akkoord gaan met het tracé van de aansluiting. (…)”
De gemeente Abcoude heeft in de loop van de jaren 2009 en 2010 aan een groot aantal bewoners van het buitengebied een brief gestuurd met als onderwerp “Aansluiten op de riolering in het buitengebied”. In brieven uit 2009 met betrekking tot andere clusters dan de onderhavige, is de volgende passage opgenomen (of woorden van gelijke strekking):
“Het is inmiddels al een hele tijd geleden dat er bij u riolering is aangelegd. Het heeft helaas erg lang geduurd voordat Eneco elektra in de kasten heeft aangebracht, maar dat is bij u gebeurd. Inmiddels heeft de aannemer ook de pompen afgeregeld, zodat de installatie bij u gereed is voor gebruik.”
In een brief van 1 december 2009 aan een van de bewoners van [b-straat] in Abcoude (behorend tot cluster A1, één van de onderhavige – tot groep III behorende – clusters), met als onderwerp “Aansluiting elektriciteit buitengebied Abcoude” is – onder meer – het volgende opgenomen:
“In 2005 heeft de raad van de gemeente Abcoude het Gemeentelijk Rioleringsplan vastgesteld (GRP). (…) Eén van deze projecten van het GRP behelst de ‘sanering ongezuiverde lozingen buitengebied’. Dit project is reeds gerealiseerd.
Helaas hebben wij geconstateerd dat het hierboven genoemde project, hoewel het werk zoals reeds voornoemd gereed is, niet geheel in gebruik genomen kan worden. De reden hiervan is gelegen in het feit dat bepaalde noodzakelijke elektriciteitsvoorzieningen niet dan wel niet geheel aangelegd zijn.
(…)
Om op korte termijn het rioleringssysteem te doen laten functioneren, hebben wij beide netbeheerders op het grondgebied van Abcoude, Stedin en Liander, verzocht om de elektriciteitsvoorzieningen zo snel mogelijk te realiseren. Wij hebben hun in de gelegenheid gesteld om dit vóór 1 januari 2010 te doen. (…)”
In brieven uit 2010 met betrekking tot de onderhavige clusters is – onder meer – het volgende opgenomen:
“(…)
Het is inmiddels enige tijd geleden dat er bij uw woning (…) een nieuw rioleringsstelsel is aangelegd. Door omstandigheden heeft het lang geduurd voordat het nieuwe stelsel in gebruik genomen kan worden. Het verheugd ons dan ook te kunnen meedelen dat het stelsel inmiddels gereed is en dat u gebruik kan gaan maken van het nieuwe rioleringssysteem.
Wanneer aansluiten
Het nieuwe rioleringsstelsel is een drukriool. De putten zijn voorzien van pompen deze persen het vuile water in een stelsel van leidingen. Belangrijk is dat in deze leidingen voldoende doorstroming aanwezig is. Het is daarom van belang dat alle bewoners binnen een redelijke termijn de vuilwaterafvoer aansluiten op het nieuwe rioleringssysteem. Het verzoek is dan ook om binnen 2 maanden na ontvangst van deze brief uw aansluiting te realiseren.”
De gemeente De Ronde Venen heeft Deloitte Belastingadviseurs B.V. (hierna: Deloitte) verzocht onderzoek te doen naar de datum waarop de voorzieningen met betrekking tot de aanleg van de drukriolering geheel zijn voltooid. Deloitte heeft daarover bericht bij brief van 20 januari 2014 in welke brief (en de daarbij behorende bijlagen) is vermeld – voor zover thans nog van belang – :
“In onderstaande tabel wordt per cluster de voltooiing van de laatste voorzieningen vermeld.
Cluster (…) Geheel voltooid Laatste werkzaamheden Bijlagen
A1 12 april 2012 Persriool GN 84 aangelegd Bijlage 1
A2 7 juni 2012 Storingsmeldingsysteem Bijlage 2
monteren & programmeren
GZ 33
C 7 april 2011 Opleveringsrapport MK Bijlage 3
[a-straat] 4
(…)
E / Fb 6 april 2011 Storingsmeldingssysteem Bijlage 5
Monteren & programmeren Bijlage 7
Fa 5 juli 2011 Opleveringsrapport MK Bijlage 6
RSW 109a
(…)
Bijlage 1
(…)
Document betreft:
Factuur van firma WNO voor het aanleggen van een persleiding naar perceel [b-straat] 84
(…)
Bijlage 2
Document betreft:
Mail van firma [I] betreft gereedmelding minigemalen incl. Radius perceel [c-straat] 33
(Hof: volgt een e-mailwisseling waarin – onder meer – het volgende is opgenomen)
1/10/2012
(…) In opdracht van [I] voeren wij de werkzaamheden uit om de Radiusgemalen aan te sluiten. Hiervoor dient alleen bij de gemalen: P57 [c-straat] 33, P57a [c-straat] 33 en P57b [c-straat] 33 nog spanning te worden aangesloten. Omdat het project reeds in november 2010 gestart is vroeg ik mij af wanneer de locaties worden aangesloten om hiermee ook het project af te kunnen ronden. (…)
10/1/2012
(…) Ik kreeg eind december van Liander (netbeheerder) het bericht dat zij opnieuw een vergunning bij het waterschap moeten aanvragen.
Zo’n procedure duurt vaak 2 maanden. Dus ik verwacht daar nog geen stroom (…)
29/05/2012
(…) Onlangs heeft Liander de moederkast [c-straat] van stroom voorzien. (…)
30/5/2012
(…) Zoals in onderstaande mail van de heer [F] heeft het gemaaltje [c-straat] 33 reeds spanning. (…) Graag onderstaande spoedig in bedrijf stellen. (…)
7/6/2012
(…) [c-straat] 33 zijn de 3 minigemalen in bedrijf gesteld incl. radius.”
Bijlage 3
Document betreft:
Opleveringsrapport van firma [I] MK perceel [a-straat] 4
Bijlage 5
Document betreft:
Mail van firma [I] betreft gereedmeldingen pompinstallaties en storingsmeldingsysteem Radius
(Hof: volgt een e-mail waarin – onder meer – het volgende is opgenomen):
(…) Hierbij ontvangt u de lijst met Radiusgemalen van sub 6.
Ons verzoek is om de gegevens te controleren en aan te vullen.
Enkele aandachtspunten:
- Voor weergave van de gemalen in de GIS-viewer zijn alle GPS-coordinaten benodigd.
- NAW-gegevens welke niet kloppen graag corrigeren in de kolommen onder de correctie NAW-gegevens. (…)
Bijlage 6
Document betreft:
Opleveringsrapport van firma [I] MK perceel [d-straat] 109a
Bijlage 7
(Hof: volgt een e-mail waarin – onder meer – het volgende is opgenomen):
(…) Naar aanleiding van onderstaande kan ik u mededelen dat de data van de mails kunnen worden beschouwd als opleverdata van de clusters.
[J] heeft de gemalen bij inbedrijf name gelijktijdig de clusters voorzien van telemetrie. (…)”
In het buitengebied van Abcoude zijn veel openbare wegen gelegen op een dijklichaam. Omdat het niet was toegestaan daarin werkzaamheden uit te voeren loopt het tracé van de aan te leggen riolering voor grote delen over particulier terrein. Bij de uitvoering van de rioleringswerkzaamheden zijn door medewerkers van de uitvoerende bedrijven die niet bij de gemeente Abcoude werkzaam waren, gesprekken gevoerd met eigenaren van percelen over de aanleg van de riolering in hun perceel. Daarbij is in een groot aantal gevallen ter sprake gekomen – zakelijk weergegeven – het vaststellen van een zakelijkrechtovereenkomst, het achterwege laten van een aanslag in de baatbelasting en het aanmerken van twee of meer afzonderlijke objecten als één gebaat object. De gemaakte afspraken zijn, althans in de meeste gevallen, nadien door medewerkers van de gemeente schriftelijk vastgelegd of bevestigd.
De genomen bekostigingsbesluiten zijn niet (tijdig) vanwege de gemeente opgenomen in de desbetreffende kadastrale registers. Op grond daarvan is door de heffingsambtenaar het standpunt ingenomen dat aan nieuwe eigenaren die nádat de bekostigingsbesluiten zijn genomen maar vóór de vaststelling van de onderhavige verordeningen baatbelasting eigenaar van een object in het onderhavige buitengebied zijn geworden, geen aanslag in de baatbelasting moet worden opgelegd, dan wel een reeds opgelegde aanslag moet worden verminderd tot nihil.
De Rechtbank heeft van de tot groep II behorende vijf verordeningen geoordeeld dat zij niet tijdig tot stand zijn gekomen. Zij heeft de daarop betrekking hebbende beroepschriften gegrond verklaard en de opgelegde aanslagen vernietigd. Deze uitspraken staan onherroepelijk vast. Als gevolg daarvan zijn 51 aanslagen vernietigd. De heffingsambtenaar had van deze groep al 13 aanslagen ambtshalve vernietigd omdat sprake was van nieuwe eigenaren die een beroep konden doen op het hiervoor in 2.16 vermelde beleid. Eén aanslag was al ambtshalve vernietigd omdat het object waarop die aanslag betrekking had te ver van de aan te leggen riolering aflag. Omdat niet alle belastingplichtigen bezwaar en beroep hadden aangetekend zijn uiteindelijk 18 aanslagen die op grond van deze verordeningen zijn opgelegd, onherroepelijk komen vast te staan. Voor enkele van deze aanslagen is verzocht, gelet op de rechterlijke uitspraken, om ambtshalve vermindering. Deze verzoeken zijn door de heffingsambtenaar afgewezen.
Voor het tot groep I behorende cluster B2/H3 heeft de raad van de gemeente Abcoude op 6 juli 2006 een verordening baatbelasting vastgesteld die voorziet in een heffing per gebaat object van € 3.403. De heffingsambtenaar heeft verzuimd tijdig, dat wil zeggen binnen de termijn als bedoeld in artikel 11 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, aanslagen op te leggen aan de zakelijk gerechtigden met betrekking tot de 53 gebate objecten in het cluster.
Van de (na eliminatie van samen te voegen objecten) in totaal 204 op leggen aanslagen met betrekking tot de onderhavige tot groep III behorende vijf clusters, zijn 11 aanslagen ambtshalve verminderd (of niet opgelegd) wegens het hiervoor genoemde beleid met betrekking tot gemaakte afspraken en zijn 26 aanslagen verminderd wegens de aanwezigheid van een nieuwe eigenaar. Vijf aanslagen zijn wegens overige redenen verminderd. Van de resterende 162 aanslagen staan er inmiddels 60 onherroepelijk vast.
3 Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen
In geschil is of de aanslag in de baatbelasting terecht is opgelegd. Het geschil spitst zich – zakelijk weergegeven – toe op de volgende vragen:
a. Moet de Verordening verbindende kracht worden ontzegd omdat het besluit tot invoering van de baatbelasting te laat door de gemeenteraad is genomen? Speelt daarbij het vertrouwensbeginsel een rol? Is de in de verordening vastgestelde peildatum voor de beoordeling van de gebaatheid onjuist vastgesteld?
b. Moet de onderhavige aanslag worden vernietigd omdat zij is opgelegd in strijd met het gelijkheidsbeginsel en het verbod van willekeur?
c. Moet de aanslag worden verminderd omdat het (termijn)tarief als bedoeld in artikel 6, derde lid, van de Verordening onjuist is berekend?
Belanghebbende beantwoordt de bovenstaande vragen bevestigend. De heffings-ambtenaar is tegengestelde opvattingen toegedaan.
Beide partijen hebben voor hun standpunt aangevoerd wat is vermeld in de van hen afkomstige stukken. Daaraan hebben zij ter zitting toegevoegd hetgeen is vermeld in het aan deze uitspraak gehechte proces-verbaal van de zitting.
Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank en die van de heffingsambtenaar, en tot vernietiging dan wel vermindering van de aanslag.
De heffingsambtenaar concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.