Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 20-06-2017, ECLI:NL:GHARL:2017:5154, 16/00503 en 16/01447
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 20-06-2017, ECLI:NL:GHARL:2017:5154, 16/00503 en 16/01447
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 20 juni 2017
- Datum publicatie
- 30 juni 2017
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2017:5154
- Zaaknummer
- 16/00503 en 16/01447
Inhoudsindicatie
IB/PVV. Rente eigen woning, kosten levensonderhoud en specifieke zorgkosten. Bewijs.
Uitspraak
locatie Arnhem
nummers 16/00503 en 16/01447
uitspraakdatum: 20 juni 2017
Uitspraak van de vijfde meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)
tegen de uitspraken van de rechtbank Gelderland van 22 maart 2016, nr. AWB 15/4004 en 25 oktober 2016, nr. AWB 16/1851, in het geding tussen belanghebbende en
de inspecteur van de Belastingdienst (hierna: de Inspecteur)
1 Ontstaan en loop van het geding
Aan belanghebbende is voor het jaar 2011 een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (hierna: IB/PVV) opgelegd.
De Inspecteur heeft bij uitspraak op bezwaar het bezwaar ongegrond verklaard.
Aan belanghebbende is voor het jaar 2012 een aanslag in de IB/PVV opgelegd. Bij beschikking is belastingrente berekend.
De Inspecteur heeft bij in één geschrift vervatte uitspraken op bezwaar de bezwaren ongegrond verklaard.
Belanghebbende is tegen die uitspraken in beroep gekomen bij de rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft de beroepen ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraken van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 19 mei 2017. Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.
2 Vaststaande feiten
Belanghebbende is gehuwd met [A] . Tot het huishouden behoorden vier kinderen, waarvan de oudste, [B] (hierna: de zoon), is geboren [in] 1993. De zoon is in de jaren 2011 en 2012 niet naar school gegaan.
Voor de jaren 2011 en 2012 heeft belanghebbende aangiften IB/PVV ingediend. Zij heeft daarbij de volgende bedragen op haar inkomen in mindering gebracht:
2011 2012
Aandeel in inkomsten uit eigen woning (rente eigen woning) € 10.590 € 6.219
Kosten levensonderhoud van kinderen - 1.640 - 2.840
Uitgaven voor specifieke zorgkosten - 5.925 - 10.902
Studiekosten en andere scholingsuitgaven - 3.400 - 4.000
Aanslagregeling IB/PVV 2011
Bij brief van 17 oktober 2014 heeft de Inspecteur aan belanghebbende vragen gesteld over de rente en kosten van geldleningen die zijn aangewend voor de eigen woning en de persoonsgebonden aftrek. Bij brief van 27 oktober 2014 heeft de Inspecteur belanghebbende een herinnering gestuurd ter zake van de beantwoording van de vragen.
De Inspecteur heeft bij brief van 10 november 2014 belanghebbende medegedeeld dat hij geen reactie van haar heeft ontvangen op zijn vragenbrief en dat hij voornemens is bij het opleggen van de aanslag af te wijken van de ingediende aangifte. De negatieve inkomsten uit eigen woning zullen worden gecorrigeerd alsmede het volledige bedrag aan persoonsgebonden aftrek.
Met dagtekening 12 december 2014 is de aanslag IB/PVV 2011 overeenkomstig de brief van 10 november 2014 opgelegd.
Belanghebbende heeft hiertegen tijdig bezwaar gemaakt. De Inspecteur heeft bij brief van 29 januari 2015 de termijn voor het doen van uitspraak op bezwaar met zes weken verlengd tot 17 april 2015 en nadere vragen gesteld over de door belanghebbende gestelde aftrekposten.
Belanghebbende heeft op 9 februari 2015 een gesprek gevoerd met de Inspecteur, waarbij zij de gevraagde informatie en bescheiden zou meenemen. Tijdens het gesprek is afgesproken dat ze haar reactie en bescheiden uiterlijk 9 maart 2015 aan de Inspecteur zou zenden. In zijn brief van 17 maart 2015 heeft de Inspecteur belanghebbende herinnerd aan die afspraak, omdat hij nog niets had ontvangen. Hij heeft haar een nieuwe termijn gegeven die op 4 april 2015 afliep.
De Inspecteur heeft bij uitspraak op bezwaar van 10 april 2015 de aanslag en het verzamelinkomen gehandhaafd.
Aanslagregeling en bezwaar IB/PVV 2012
Bij brief van 29 januari 2015 heeft de Inspecteur aan belanghebbende vragen gesteld over de rente en kosten van geldleningen die zijn aangewend voor de eigen woning en de persoonsgebonden aftrek. Belanghebbende heeft hierop niet gereageerd, waarna de Inspecteur haar bij brief van 17 maart 2015 aan de vragenbrief heeft herinnerd. Belanghebbende is hierbij in de gelegenheid gesteld te reageren vóór 4 april 2015.
Bij brief van 10 april 2015 heeft de Inspecteur medegedeeld af te zullen wijken van de aangifte IB/PVV omdat belanghebbende niet heeft gereageerd op het (herhaalde) verzoek om informatie.
Met dagtekening 2 mei 2015 is de aanslag IB/PVV 2012 opgelegd. De negatieve inkomsten uit eigen woning en de persoonsgebonden aftrek heeft de Inspecteur gecorrigeerd.
Belanghebbende heeft hiertegen tijdig bezwaar gemaakt. Ook in de bezwaarfase heeft de Inspecteur vragen gesteld over de inkomsten uit eigen woning en de persoonsgebonden aftrek. Nadat een reactie binnen de gestelde antwoordtermijn was uitgebleven, heeft de Inspecteur belanghebbende bij brief 23 juli 2015 aan dit verzoek om informatie herinnerd.
Met dagtekening 10 augustus 2015 heeft de Inspecteur een “vooraankondiging uitspraak op het bezwaarschrift” aan belanghebbende verzonden, waarin hij heeft aangegeven voornemens te zijn het bezwaar af te wijzen vanwege het uitblijven van een reactie op de informatieverzoeken.
Bij e-mail aan de Inspecteur van 13 augustus 2015 heeft belanghebbende gereageerd op voormelde vooraankondiging. Bij de e-mail is als bijlage een brief van 6 augustus 2015 gevoegd, waarin belanghebbende een motivering van de verschillende posten in haar aangifte geeft. In de e-mail vraagt belanghebbende de Inspecteur de goede ontvangst van de e‑mail te bevestigen. Bovendien geeft zij aan de gevraagde stukken per post toe te sturen als zij op 17 augustus 2015 nog geen ontvangstbevestiging heeft ontvangen.
Hierop heeft de Inspecteur bij e-mail van 14 augustus 2015 de goede ontvangst van de e-mail van belanghebbende bevestigd. In die e-mail heeft hij tevens aangegeven graag (per e‑mail) stukken te ontvangen waaruit blijkt dat recht bestaat op de geclaimde persoonsgebonden aftrek en de aftrek ter zake van de eigen woning.
Nadat ook hier geen reactie op is ontvangen, heeft de Inspecteur belanghebbende nog eenmaal in de gelegenheid gesteld om de gevraagde stukken over te leggen en wel vóór 10 september 2015. Tevens is aangekondigd dat uitspraak op bezwaar zal worden gedaan conform de aankondiging van 10 augustus 2015, indien een reactie uitblijft.
Bij uitspraak op bezwaar van 10 september 2015 heeft de Inspecteur het bezwaar afgewezen en de aanslag IB/PVV 2012 gehandhaafd.
De Inspecteur heeft op 11 september 2015 van belanghebbende een kopie gekregen van de onder 2.14. genoemde brief van 6 augustus 2015 met bijlagen.
Belanghebbende heeft op 1 oktober 2015 bezwaar tegen de aanslag IB/PVV 2012 gemaakt.
De Inspecteur heeft bij brief van 13 november 2015 nadere vragen gesteld over de door belanghebbende gestelde aftrekposten.
In zijn brief van 27 november 2015 heeft de Inspecteur zijn verzoek om informatie aan belanghebbende herhaald.
Belanghebbende heeft bij een op 25 november 2015 gedagtekende, en op 30 november 2015 door de Inspecteur ontvangen, brief gereageerd. Zij heeft de geclaimde aftrekposten op nagenoeg dezelfde wijze toegelicht als in haar onder 2.14. genoemde brief van 6 augustus 2015 en daarbij dezelfde bijlagen meegezonden.
Op 7 januari 2016 heeft belanghebbende een mondelinge toelichting gegeven aan de Inspecteur op de brief van 25 november 2015. Ook na dat gesprek is zij door de Inspecteur in de gelegenheid gesteld om vóór 29 januari 2016 de geclaimde aftrekposten te onderbouwen. Hierop is geen reactie ontvangen van de zijde van belanghebbende.
3 Geschil
In geschil is of de Inspecteur terecht bij het vaststellen van de aanslagen IB/PVV 2011 en 2012 geen rekening heeft gehouden met de onder 2.2. genoemde rente eigen woning, kosten levensonderhoud kinderen, uitgaven voor specifieke zorgkosten en studiekosten. Belanghebbende beantwoordt deze vragen ontkennend, de Inspecteur beantwoordt deze bevestigend.