Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 25-07-2017, ECLI:NL:GHARL:2017:6393, 16/01264

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 25-07-2017, ECLI:NL:GHARL:2017:6393, 16/01264

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
25 juli 2017
Datum publicatie
4 augustus 2017
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2017:6393
Zaaknummer
16/01264

Inhoudsindicatie

BPM. Invoer schade-auto. Bewijslastverdeling. Omvang schade.

Uitspraak

Belastingrecht

Locatie Arnhem

nummer 16/01264

uitspraakdatum: 25 juli 2017

Uitspraak van de vierde meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] BV te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 22 september 2016, nummer LEE 15/106 in het geding tussen belanghebbende en

de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Emmen (hierna: de Inspecteur)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1

Aan belanghebbende is een naheffingsaanslag in de belasting van personenauto’s en motorrijwielen (hierna: BPM) opgelegd ten bedrage van € 2.153, alsmede een boetebeschikking van € 1.076 en een belastingrentebeschikking van € 30.

1.2

Na daartegen door belanghebbende gemaakt bezwaar heeft de Inspecteur bij in één geschrift verenigde uitspraken op bezwaar het bezwaar ongegrond verklaard.

1.3

Belanghebbende is tegen die uitspraken in beroep gekomen bij de rechtbank Noord-Nederland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft de beroepen gegrond verklaard, de uitspraken op bezwaar vernietigd, de naheffingsaanslag verminderd tot € 2.077 en de boetebeschikking en de belastingrentebeschikking vernietigd.

1.4

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

1.5

Tot de stukken van het geding behoort voorts het van de Rechtbank ontvangen dossier dat op deze zaak betrekking heeft.

1.6

Het onderzoek ter zitting in hoger beroep heeft plaatsgevonden op 29 juni 2017 te Arnhem. Daarbij zijn verschenen en gehoord: mr. [A] , als de gemachtigde van belanghebbende, alsmede [B] namens de Inspecteur, bijgestaan door mr. [C] .

1.7

Belanghebbende heeft een pleitnota overgelegd. Ter zitting heeft de Inspecteur kopieën betreffende het onderzoek ter plaatse overgelegd.

1.8

Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 De vaststaande feiten

2.1

Belanghebbende heeft ter zake van een uit Duitsland overgebrachte personenauto aangifte voor de BPM gedaan. Het betreft de aangifte van een auto van het merk Volkswagen, type Passat Variant 2.0 TDI Comfortline, VIN: [00000] (hierna: de auto), waarop een bedrag aan BPM van € 1.361 is betaald. De datum van eerste toelating van de auto is 22 september 2010. Bij de aangifte is een taxatierapport van 11 februari 2014, opgemaakt door [D] , werkzaam voor [E] BV overgelegd (hierna: het taxatierapport). In het taxatierapport is een handelsinkoopwaarde vermeld van € 5.317, gebaseerd op een X-Ray koerslijstwaarde van € 13.729 verminderd met een zogenoemde schadecalculatie ten bedrage van € 8.412. Het afschrijvingspercentage bedraagt 89,23%. De auto had ten tijde van de aangifte een leeftijd van bijna drie jaar en vijf maanden, een kilometerstand van 162.683 en verkeerde volgens het bij de aangifte overgelegde taxatierapport behoudens de schade in een normale staat.

2.2

Beide partijen gaan in hoger beroep ervan uit dat de historische nieuwprijs van de te hanteren referentieauto € 49.383 en de historische bruto BPM € 12.641 bedraagt.

2.3

De Inspecteur heeft een onderzoek ingesteld naar de aangifte BPM. Op 19 februari 2014 heeft een fysieke controle van de auto plaatsgevonden door twee controlerend ambtenaren. Zij hebben het volgende gerapporteerd:

“Betreft een VW Passat met normale lichte gebruikssporen. Volgens taxatierapport van [E] te [F] is er sprake van een beschadigde carrosserie en een beschadigd interieur. Behoudens een scheur in de kofferbakbekleding en lichte steenslag is er zowel aan de carrosserie als aan het interieur geen schade waargenomen. De gebruikerssporen zijn – gezien de datum eerste toelating en de kilometerstand – niet buitensporig.”

2.4

De Inspecteur heeft bij brief van 17 april 2014 onder meer verzocht om de reparatienota’s, inkoopverklaring/betaalbewijzen bij aanschaf onderdelen van particulier en verkoopfactuur. Belanghebbende heeft bij brief van 19 mei 2014 - voor zover van belang - als volgt geantwoord:

“Reparatienota’s kan ik niet overleggen omdat wij 2 fulltime medewerkers hersteller/spuiter in dienst hebben die al onze auto’s optisch repareren tezamen wordt hier totaal 80 uur per week aan deze reparaties gewerkt. Wij houden geen urenverantwoording per auto bij.”

2.5

De auto is op 28 februari 2014 verkocht voor € 13.767 (exclusief BPM en omzetbelasting).

2.6

Bij het vaststellen van de onderhavige naheffingsaanslag BPM is de Inspecteur van de volgende gegevens uitgegaan: een aanslag van € 2.153, uitgaande van een handelsinkoopwaarde van de auto van € 13.729, gebaseerd op de door belanghebbende gehanteerde X-Ray koerslijstwaarde. De Inspecteur heeft geen schade in mindering gebracht, hetgeen resulteert in een afschrijvingspercentage van 72,20%.

2.7

Belanghebbende heeft vergeefs bezwaar gemaakt.

2.8

De Rechtbank heeft de beroepen gegrond verklaard, de uitspraken op bezwaar vernietigd, de naheffingsaanslag verminderd tot € 2.077 en de boetebeschikking en de belastingrentebeschikking vernietigd.

3 Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen

3.1

In hoger beroep is tussen partijen in geschil of de naheffingsaanslag terecht aan belanghebbende is opgelegd. Belanghebbende beantwoordt die vraag ontkennend en de Inspecteur bevestigend. Voor de specifieke geschilpunten wordt verwezen naar onderdeel 4 van deze uitspraak.

3.2

Beide partijen hebben voor hun standpunten aangevoerd wat is vermeld in de van hen afkomstige stukken. Daaraan hebben zij ter zitting toegevoegd hetgeen is vermeld in het proces-verbaal van de zitting.

3.3

Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank, doch uitsluitend voor zover deze ziet op de naheffingsaanslag en tot vernietiging dan wel vermindering van de naheffingsaanslag. De Inspecteur concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.

4 Beoordeling van het geschil

5 Proceskosten

6 Beslissing