Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 15-08-2017, ECLI:NL:GHARL:2017:6782, 16/00343
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 15-08-2017, ECLI:NL:GHARL:2017:6782, 16/00343
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 15 augustus 2017
- Datum publicatie
- 18 augustus 2017
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2017:6782
- Formele relaties
- Cassatie: ECLI:NL:HR:2018:212
- Zaaknummer
- 16/00343
Inhoudsindicatie
Er is geen te verreken persoonsgebonden aftrek meer en de aanslag IB is terecht opgelegd.
Uitspraak
locatie Leeuwarden
nummers 16/00343
uitspraakdatum: 15 augustus 2017
Uitspraak van de eerste meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)
tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 23 februari 2016, nummer LEE 15/3529, in het geding tussen belanghebbende en
de inspecteur van de Belastingdienst/kantoor Groningen (hierna: de Inspecteur)
1 Ontstaan en loop van het geding
Aan belanghebbende is voor het jaar 2010 een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (IB/PVV) opgelegd. Bij beschikking is een aan heffingsrente te vergoeden bedrag vastgesteld.
Bij beschikking heeft de Inspecteur het door belanghebbende gedane verzoek om de aanslag ambtshalve te verminderen afgewezen.
De Inspecteur heeft bij uitspraak op bezwaar het bezwaar ongegrond verklaard.
Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij de rechtbank Noord-Nederland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.
Het eerste onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 13 december 2016, waarvan een proces-verbaal is opgemaakt, dat aan partijen is gezonden. Een tweede onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 30 mei 2017, waarvan een proces-verbaal is opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.
2 Vaststaande feiten
Belanghebbende, geboren [in] 1954, dreef een onderneming in de vorm van een eenmanszaak. De activiteiten bestonden uit het vervoeren van auto's, veelal voor garages en/of de autohandel.
Belanghebbende heeft in verband met ziekte zijn onderneming gestaakt op 31 december 2008. In 2009 zijn de laatste activa verkocht. In dat jaar heeft belanghebbende geen ondernemingsactiviteiten meer verricht.
Belanghebbende heeft de aangifte in de IB/PVV voor 2010 op 2 mei 2012 ingediend. Het aangegeven belastbare inkomen was als volgt samengesteld:
Belastbare winst |
€ |
4.972 |
-/- |
Loon uit dienstbetrekking |
€ |
24.311 |
|
PGA |
€ |
483 |
-/- |
Verzamelinkomen |
€ |
18.856 |
|
Te verrekenen verliezen |
€ |
1.514 |
-/- |
Belastbaar inkomen |
€ |
17.342 |
De Inspecteur heeft voor het jaar 2010 aan belanghebbende een aanslag in de IB/PVV opgelegd naar een belastbaar inkomen uit uitsluitend werk en woning van € 17.342. Deze aanslag is gedateerd 25 mei 2012. Belanghebbende heeft bij brief, gedateerd 27 september 2013, de Inspecteur verzocht om herziening van de te verrekenen verliezen en de te verrekenen persoonsgebonden aftrek met het inkomen uit werk en woning over een aantal jaren. De Inspecteur heeft deze brief op 30 september 2013 ontvangen.
De Inspecteur heeft evenvermelde brief aangemerkt als bezwaar tegen de aanslagen in de IB/PVV voor de jaren 2007 tot en met 2010, respectievelijk de beschikkingen inzake niet in aanmerking genomen persoonsgebonden aftrek.
Naar aanleiding van de brief van belanghebbende heeft de Inspecteur een boekenonderzoek ingesteld naar het inkomen van belanghebbende over de jaren 2007 tot en met 2011. Belanghebbende is door de Inspecteur wegens termijnoverschrijding niet-ontvankelijk verklaard in zijn bezwaar tegen de aanslagen en de beschikkingen. Volgens de uitspraken op bezwaar zijn de bezwaren tevens aangemerkt als verzoeken om ambtshalve vermindering te verlenen, dan wel herziening toe te passen. Deze verzoeken zijn afgewezen.
Bij brief, gedateerd 24 juli 2014, heeft de Inspecteur - onder meer het volgende - aan de gemachtigde van belanghebbende geschreven:
„Uw bezwaar en beroep handelt feitelijk over de stand van de niet in aanmerking genomen persoonsgebonden aftrek. Niet in geschil is dat de stand per 31 december 2006 € 18.961 bedraagt. Naar aanleiding van een ingesteld boekenonderzoek zijn correcties aangebracht op het inkomen van uw cliënt over de jaren 2007 t/m 2011. Als gevolg van deze correcties is de stand van de niet in aanmerking genomen persoonsgebonden aftrek gewijzigd, zonder dat dit gevolgen heeft gehad voor de aanslagen inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over de jaren 2007 en 2008. Via deze aanslagen is er daarom voor u geen rechtsingang ontstaan om in bezwaar te komen tegen de correcties welke zijn aangebracht naar aanleiding van het boekenonderzoek. Op grond van artikel 6.2a Wet IB 2001 stelt de inspecteur het bedrag van de -herziene- stand van de niet in aanmerking genomen persoonsgebonden aftrek bij voor bezwaar vatbare beschikking vast. Dit is echter niet gebeurd. Ik heb daarom alsnog een beschikking opgemaakt, waarvan u bijgaand een kopie aantreft. Het origineel heb ik aan uw cliënt gezonden.”
In de beschikking inzake niet in aanmerking genomen persoonsgebonden aftrek staat onder meer:
„Ik herzie het bedrag van de niet in aanmerking genomen persoonsgebonden aftrek per 31 december 2008 als volgt:
Het bedrag bedraagt per 31 december 2006: € 18.961 (zie de aanslag IB/PVV 2006)
Bij: Het bedrag volgens de aanslag IB/PVV 2007: € 3.187
Af: Verrekend met het inkomen over 2008: € 6.913 (zie het controlerapport)
Nog te verrekenen persoonsgebonden aftrek in volgende jaren: € 15.235
Beschikking
Ik stel het bedrag van de niet in aanmerking genomen persoonsgebonden aftrek per 31 december 2008 vast op: € 15.235.”
Belanghebbende heeft geen bezwaar gemaakt tegen die beschikking.
De Inspecteur heeft aan belanghebbende een navorderingsaanslag in de IB/PVV voor 2009 opgelegd berekend naar uitsluitend een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 8.130. Deze aanslag is gedateerd 10 mei 2014. Gelijktijdig met deze aanslag heeft de Inspecteur het bedrag van de niet in aanmerking genomen persoonsgebonden aftrek vastgesteld. Op het aanslagbiljet is - voor zover hier belang - het volgende vermeld:
„Persoonsgebonden aftrek
De te verrekenen persoonsgebonden aftrek uit voorgaande jaren is € 10.566
De nog te verrekenen persoonsgebonden aftrek in volgende jaren is € 0.”
De Inspecteur heeft de navorderingsaanslag in de IB/PVV voor 2009 op 10 juni 2015 ambtshalve verminderd, berekend naar uitsluitend een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 3.461. Gelijktijdig met deze vermindering heeft de Inspecteur het bedrag van de niet in aanmerking genomen persoonsgebonden aftrek vastgesteld. Op het aanslagbiljet is - voor zover hier belang - het volgende vermeld:
„Persoonsgebonden aftrek
De te verrekenen persoonsgebonden aftrek uit voorgaande jaren is € 15.235
De nog te verrekenen persoonsgebonden aftrek in volgende jaren is € 0.”
Belanghebbende heeft op 2 juni 2014 beroep ingesteld tegen de uitspraken op bezwaar.
Bij uitspraak van 18 juni 2015 heeft de Rechtbank beslist op dat beroep. De Rechtbank heeft - voor zover hier van belang - ten aanzien van het verzoek om de aanslag in de IB/PVV voor het jaar 2010 ambtshalve te verminderen overwogen dat het dient te worden aangemerkt als bezwaarschrift en dat de Inspecteur daarop uitspraak dient te doen.
De Inspecteur heeft op 24 juli 2015 alsnog uitspraak gedaan op het bezwaar van belanghebbende tegen de weigering om de aanslag in de IB/PVV voor 2010 ambtshalve te verminderen. Hij heeft het bezwaar ongegrond verklaard.
Ter zitting van 13 december 2016 hebben partijen verklaard dat voor het vervolg van de procedure ervan moet worden uitgegaan dat de nog niet verrekende persoonsgebonden aftrek per 1 januari 2008 € 22.148 bedroeg.
De Inspecteur heeft bij brief van 4 januari 2017 aan belanghebbendes gemachtigde het volgende overzicht gegeven van de mutaties in de stand van de persoonsgebonden aftrek volgens het controlerapport en zoals die volgens hem dient te zijn:
„2008
(...)
controlerapport |
moet zijn |
|
Stand per 1/1 2008 |
17.478 |
22.148 |
PGA van 2008 |
3.710 |
3.710 |
Totaal |
21.188 |
25.858 |
Verrekend in 2008 |
6.913 |
10.623 |
Stand per 31-12-2008 |
10.565*) |
15.235 |
*) Deze stand is dus fout ; waarschijnlijk heeft de controlerend ambtenaar een telfout gemaakt.
(...)
2009
(...)
controlerapport |
moet zijn |
|
Stand per 1/1 2009 |
10.565 |
15.235 |
PGA van 2009 |
615 |
615 |
Totaal |
10.656 *) |
15.850 |
Verrekend in 2009 |
10.656 |
15.850 |
Stand per 31-12-2009 |
0 |
0 |
*) Ook deze stand is fout ; die had 11.180 euro moeten zijn.”
Bij het opleggen van de navorderingsaanslag over 2009 is € 11.181 aan persoonsgebonden aftrek verrekend. Nadien heeft de Inspecteur die navorderingsaanslag ambtshalve als volgt verminderd:
Inkomen |
19.311 |
|
PGA 2009 |
615 |
|
PGA oude jaren |
15.235 |
|
Totaal PGA |
15.850 |
|
Inkomen |
3.461 |
3 Geschil
In geschil is of de Inspecteur bij de vaststelling van de onderhavige aanslag voldoende rekening heeft gehouden met niet in aanmerking genomen persoonsgebonden aftrek uit voorgaande jaren, welke vraag belanghebbende ontkennend en de Inspecteur bevestigend beantwoordt.