Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 15-08-2017, ECLI:NL:GHARL:2017:6984, 16/00980
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 15-08-2017, ECLI:NL:GHARL:2017:6984, 16/00980
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 15 augustus 2017
- Datum publicatie
- 25 augustus 2017
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2017:6984
- Zaaknummer
- 16/00980
Inhoudsindicatie
Wet Woz. Vergoeding kosten taxatierapport. Aanspraak vergoeding wettelijke rente terecht?
Uitspraak
Belastingkamer
locatie Arnhem
nummer 16/00980
uitspraakdatum: 15 augustus 2017
Uitspraak van de zevende enkelvoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
de erven van [X] te [Z] (hierna: belanghebbenden)
tegen de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 24 juni 2016, nummer UTR 15/4770, in het geding tussen belanghebbenden en
de heffingsambtenaar van de gemeente Hilversum (hierna: de heffingsambtenaar)
1 Ontstaan en loop van het geding
De heffingsambtenaar heeft bij beschikking op grond van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: de Wet WOZ) de waarde van de onroerende zaak [a-straat] 18 te [A] (hierna: de woning), per waardepeildatum 1 januari 2014 en naar de toestand op die datum, voor het jaar 2015 vastgesteld op € 905.000. Tegelijk met deze beschikking is de aanslag onroerendezaakbelasting 2015 (OZB) voor zover het betreft het eigenaarsgedeelte vastgesteld op € 917,67.
Op het bezwaarschrift van belanghebbenden heeft de heffingsambtenaar bij in één geschrift vervatte uitspraken op bezwaar de eerder vastgestelde waarde verminderd tot € 802.000 en de opgelegde aanslag OZB dienovereenkomstig verminderd tot € 813,22.
Belanghebbenden zijn tegen die uitspraken in beroep gekomen bij de rechtbank Midden-Nederland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.
Belanghebbenden hebben tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.
Hangende het hoger beroep zijn partijen tot overeenstemming gekomen over een verdere vermindering van de beschikte waarde tot € 735.000.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 3 augustus 2017. Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.
2 Vaststaande feiten
Tot de gedingstukken behoort een taxatierapport van taxateur [B] van 10 maart 2015 die in opdracht van belanghebbenden de woning heeft opgenomen. De taxateur concludeert tot een waarde van € 735.000 per 1 januari 2014.
De woning is op 2 mei 2016 verkocht voor € 800.000.
3 Geschil en standpunten van partijen
In geschil zijn de hoogte van de vergoeding voor het taxatierapport en of over de vermindering OZB, de proceskostenvergoeding en de teruggaaf van het griffierecht wettelijke rente dient te worden vergoed. Voorts verzoeken belanghebbenden om vermindering van de WOZ-waarde voor het jaar 2016 (waardepeildatum 1 januari 2015).
Belanghebbenden stellen zich op het standpunt dat voor de taxatie een bedrag van € 14.229,60 dient te worden vergoed. Voorts maken belanghebbenden aanspraak op vergoeding van wettelijke rente over het volledige te betalen bedrag. De waarde voor het jaar 2016 dient volgens belanghebbenden te worden vastgesteld op € 762.000.
De heffingsambtenaar stelt zich op het standpunt dat de taxatiekosten tot een bedrag van € 242 voor vergoeding in aanmerking komen, conform de Richtlijn van de belastingkamers van de gerechtshoven inzake vergoeding van proceskosten bij WOZ-taxaties (hierna: de Richtlijn, gepubliceerd in Stcrt. 2012, nr. 26039, en op rechtspraak.nl). Voor vergoeding van wettelijke rente bestaat geen grondslag, aldus de heffingsambtenaar.