Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 29-08-2017, ECLI:NL:GHARL:2017:7460, 16/00881
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 29-08-2017, ECLI:NL:GHARL:2017:7460, 16/00881
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 29 augustus 2017
- Datum publicatie
- 22 september 2017
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2017:7460
- Zaaknummer
- 16/00881
Inhoudsindicatie
IB/PVV. Tennisondernemer. Autokostenforfait. Porsche. Geen deugdelijke rittenregistratie.
Uitspraak
locatie Arnhem
nummer 16/00881
uitspraakdatum: 29 augustus 2017
Uitspraak van de vijfde meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)
tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 28 juni 2016, nummer AWB 16/140, in het geding tussen belanghebbende en
de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Zwolle (hierna: de Inspecteur)
1 Ontstaan en loop van het geding
Aan belanghebbende is voor het jaar 2012 een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (hierna: IB/PVV) opgelegd, berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 46.314. Bij beschikking is € 411 belastingrente berekend.
De Inspecteur heeft bij in één geschrift vervatte uitspraken op bezwaar de aanslag en de beschikking belastingrente gehandhaafd.
Belanghebbende is tegen die uitspraken in beroep gekomen bij de rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 23 juni 2017. Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.
2 Vaststaande feiten
Belanghebbende is zelfstandig ondernemer. Hij verzorgt tennislessen en huurt daarvoor baanruimte bij tennisvereniging [A] te [B] . Verder is hij actief bij trainingen en toernooien. Daarnaast is hij in loondienst bij Stichting [C] als leraar bewegingsonderwijs.
Met ingang van 4 september 2014 heeft de Inspecteur een onderzoek ingesteld naar de aanvaardbaarheid van onder andere de aangiften IB/PVV 2011 tot en met 2013, waarbij onder meer is gekeken naar de zakelijkheid van het gebruik van de personenauto’s van het merk en type Alfa Romeo Brera (hierna: de Alfa), Audi A5 (hierna: de Audi) en Porsche Boxter (hierna: de Porsche).
Belanghebbende heeft de Alfa, Audi en de Porsche (de Alfa is op 10 maart 2012 vervangen door de Audi) tot het ondernemingsvermogen gerekend. De kosten van deze auto’s zijn ten laste van zijn resultaat gebracht. Naast de hiervoor genoemde auto’s beschikt belanghebbende in privé over een auto van het merk Ford, type S-MAX.
De Inspecteur heeft met betrekking tot het gebruik van de Alfa, de Audi en de Porsche geconcludeerd dat belanghebbende geen sluitende rittenregistratie heeft bijgehouden en dat daarom niet is aangetoond dat hij de auto’s minder dan 500 kilometer voor privédoeleinden heeft gebruikt. Daarom heeft de Inspecteur een gedeelte van de waarde van de auto’s als onttrekking voor privédoeleinden in aanmerking genomen.
3 Geschil
In geschil is of de aanslag IB/PVV 2012 tot het juiste bedrag is opgelegd. Tussen partijen is niet meer in geschil dat ten aanzien van de Alfa en Audi een onttrekking voor privédoeleinden in aanmerking moet worden genomen naar een bedrag van € 13.813. Het geschil betreft daarom alleen nog de vraag of belanghebbende overtuigend heeft aangetoond (doen blijken) dat hij de Porsche voor minder dan 500 kilometer voor privédoeleinden heeft gebruikt.