Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 30-08-2017, ECLI:NL:GHARL:2017:7523, 16/01427

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 30-08-2017, ECLI:NL:GHARL:2017:7523, 16/01427

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
30 augustus 2017
Datum publicatie
4 september 2017
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2017:7523
Zaaknummer
16/01427

Inhoudsindicatie

De omstandigheid dat een vooruitbetaling op de koopsom niet is gerestitueerd bij het intreden van een ontbindende voorwaarde staat aan de op grond van artikel 19 van de Wet op belastingen van rechtsverkeer te verlenen teruggaaf van overdrachtsbelasting niet in de weg.

Uitspraak

locatie Leeuwarden

nummer 16/01427

uitspraakdatum: 30 augustus 2017

Uitspraak van de eerste meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

de inspecteur van de Belastingdienst/MKB/kantoor Leeuwarden (hierna: de Inspecteur)

tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 3 november 2016, nummer LEE 16/2048, ECLI:NL:RBNNE:2016:5691, in het geding tussen de Inspecteur en

[X] B.V., gevestigd te [Z] (hierna: belanghebbende)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Belanghebbende heeft op 8 oktober 2014 op grond van artikel 19 van de Wet op belastingen van rechtsverkeer (hierna: de Wet) een verzoek om teruggaaf van € 24.040 aan overdrachtsbelasting ingediend. Bij beschikking van 19 mei 2015 heeft de Inspecteur de teruggaaf geweigerd.

1.2.

De Inspecteur heeft bij uitspraak op bezwaar het bezwaar ongegrond verklaard.

1.3.

Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij de rechtbank Noord-Nederland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, de uitspraak van de Inspecteur en de beschikking vernietigd en de teruggave gelast van overdrachtsbelasting tot een bedrag van € 24.040.

1.4.

De Inspecteur heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.

1.5.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 21 juni 2017. Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 Vaststaande feiten

2.1.

Bij akte van levering van 14 februari 2012, verleden voor kandidaat-notaris mr. [A] te [B] , heeft belanghebbende de boerenbehuizing met verdere opstallen, erf en land, staande en gelegen aan de [a-straat] 17 te [C] , kadastraal bekend gemeente Beilen, sectie [Y] , nummer [0000] , groot tweeënzeventig are en tweeëndertig centiare (72.32 a) (A), alsmede een perceel cultuurgrond gelegen aan de [a-straat] te [C] , kadastraal bekend gemeente Beilen, sectie [Y] , nummer [0001] , groot een hectare, eenenzestig are en eenenzeventig centiare (01.61.71 ha) (B) (hierna: de onroerende zaak), verkregen.

2.2.

De akte van levering is ingeschreven ten kantore van de Dienst voor het Kadaster en de Openbare Registers op 15 februari 2012. In de akte van levering is onder andere het volgende bepaald:

„(…)

E. KOOPPRIJS

(…)

BETAALDATUM

- Koper zal de koopprijs aan verkoper voldoen uiterlijk één maand nadat voor het gekochte in een onherroepelijk niet meer voor bezwaar, beroep en/of schorsing vatbaar bestemmingsplan de bestemming "bedrijventerrein" is vastgelegd, doch niet eerder dan nadat de bruikleenovereenkomst tussen verkoper en koper als in Hoofdstuk F onder 4.b. is omschreven is geëindigd (hierna ook te nomen: de betaaldatum). (…)

(…)

- Koper is voorts aan verkoper verschuldigd een bedrag van twee duizend euro (€ 2.000) per maand, voor iedere na heden verstreken maand tot de betaaldatum. De aldus door koper aan verkoper uitgekeerde bedragen worden in mindering gebracht op de door koper op de betaaldatum aan verkoper verschuldigde koopprijs. Ingeval van het in vervulling gaan van één van de onder G genoemde ontbindende voorwaarden, heeft koper geen recht restitutie van hetgeen hij aan verkoper heeft uitbetaald.

(…)

F. OVERIGE KOOP- EN LEVERINGSBEPALINGEN

(…)

4. Aanvaarding

Het verkochte is ten tijde van de aflevering in gebruik bij verkoper. Koper verleent aan verkoper het uitsluitend persoonlijk recht om vanaf het moment van de ondertekening van de akte van levering van het gekochte, het gekochte om niet - daarom zonder dat enige (geldelijke) tegenprestatie hoe dan ook verschuldigd zal zijn - te (blijven) gebruiken overeenkomstig de huidige bestemming en op dezelfde wijze als nu gebeurt, hierna verder genoemd: 'de bruikleenovereenkomst'. Met betrekking tot dit gebruiksrecht gelden de volgende bepalingen:

a. (…)

(…)

e De gewassen

De gewassen van het land en de oogst komen toe aan verkoper zonder enige verrekening met koper. (…)

(…)

G. ONTBINDENDE VOORWAARDEN

1. Ontbindende voorwaarden

Deze levering vindt plaats onder de ontbindende voorwaarde dat koper niet op de betaaldatum de koopprijs en het verder door hem verschuldigde heeft voldaan op de wijze als hiervoor aangegeven en verder in aanvulling op de koopovereenkomst als één of meer van de navolgende (rechts)feiten zich voordoen:

a. (…)

(…)

e. De hiervoor onder E. bedoelde onherroepelijke wijziging van de bestemming is niet voor één januari tweeduizend vijftien verkregen. De ontbindende voorwaarde treedt reeds in werking zodra komt vast te staan dat de gewenste onherroepelijke wijziging van het bestemmingsplan voor één januari tweeduizend vijftien niet meer mogelijk is. (…)

(…)

2. Terugkeer eigendom

Als een ontbindende voorwaarde wordt vervuld, keert de eigendom van het gekochte van rechtswege terug in het vermogen van verkoper. (…)

(…)

H. HYPOTHEEKSTELLING

Tot zekerheid voor de nakoming van alle verplichtingen welke uit deze akte voor koper jegens verkoper voortvloeien en voor de voldoening van al hetgeen koper terzake van de koopovereenkomst nu of te eniger tijd verschuldigd zal zijn aan verkoper, hetzij aan boeten, schadevergoedingen, renten en kosten, hetzij aan dwangsommen opgelegd door de rechter, wordt door koper aan verkoper, die zulks aanvaardt, recht van hypotheek verleend op het gekochte alsmede op de daaraan na heden aan te brengen veranderingen of toevoegingen en op al hetgeen voor het gekochte in de plaats treedt, tot een bedrag, groot een miljoen euro (€ 1.000.000) , onder volgende bepalingen: (…)

(…)”.

2.3.

Ter zake van deze levering is € 17.000 aan overdrachtsbelasting op aangifte voldaan. Met dagtekening 10 december 2012 is aan belanghebbende wegens een aanpassing van de splitsing van de koopsom een naheffingsaanslag in de overdrachtsbelasting van € 7.040 opgelegd. Ter zake van de levering is per saldo € 24.040 aan overdrachtsbelasting voldaan.

2.4.

In een akte „constatering na vervulling ontbindende voorwaarde” van 7 oktober 2014, verleden voor notaris mr. [D] te [B] , is onder andere het volgende opgenomen:

„(…)

IN VERVULLING GAAN ONTBINDENDE VOORWAARDE

Partijen constateren dat de onder G.1.e. vermelde ontbindende voorwaarde in vervulling is gegaan. De eigendom van het gekochte komt vanaf één oktober tweeduizend veertien weer toe aan verkoper. (…)

FISCALE VERKLARING

Namens verkoper wordt een beroep gedaan op de vrijstelling van overdrachtsbelasting als bedoeld in artikel 15 lid 1 letter r van de Wet Belastingen Rechtsverkeer, zodat mitsdien de verschuldigde overdrachtsbelasting nihil bedraagt.

TERUGGAVE VAN OVERDRACHTSBELASTING

Door koper wordt onder verwijzing naar het bepaalde in artikel 19 van de Wet Belastingen Rechtsverkeer verzocht de door hem terzake de levering van het gekochte betaalde overdrachtsbelasting ten bedrage van vier en twintig duizend veertig euro (€ 24.040) aangezien door de vervulling van de ontbindende voorwaarde de toestand van vóór de verkrijging door koper feitelijk als rechtens wordt hersteld.”.

2.5.

Gedurende een periode van 20 maanden is door belanghebbende aan verkoper een bedrag van € 2.000 per maand, in totaal derhalve € 40.000, voldaan op basis van hetgeen in de akte van levering is bepaald onder het hoofd: „E. Koopprijs”.

2.6.

Na de vervulling van de ontbindende voorwaarde is door de verkoper het bedrag van € 40.000 niet aan belanghebbende gerestitueerd.

2.7.

Bij brief van 8 oktober 2014 is namens belanghebbende op grond van het bepaalde in artikel 19 van de Wet verzocht om teruggaaf te verlenen voor het destijds aan overdrachtsbelasting voldane bedrag van € 24.040. De Inspecteur heeft bij beschikking van 19 mei 2015 besloten niet aan het verzoek om teruggaaf tegemoet te komen.

3 Geschil

3.1.

In geschil is of de Inspecteur terecht de teruggaaf van de voldane overdrachtsbelasting heeft geweigerd, welke vraag door de Inspecteur bevestigend en door belanghebbende ontkennend wordt beantwoord.

3.2.

De Inspecteur stelt zich op het standpunt dat in geval van ontbinding van de koopovereenkomst teruggaaf uitsluitend dient te worden verleend indien koper en verkoper door die ontbinding juridisch en feitelijk in dezelfde positie komen als voor de levering van de onroerende zaak, hetgeen meebrengt dat de koopsom geheel wordt terugbetaald, waarvan in het onderhavige geval geen sprake was. Op de koopsom was immers, aldus de Inspecteur, € 40.000 vooruitbetaald, welk bedrag niet is gerestitueerd.

3.3.

Belanghebbende stelt dat de betaalde vergoeding niet als vooruitbetaling op de koopprijs kan worden aangemerkt. Koper en verkoper zijn door de ontbinding in dezelfde positie gekomen als voor de levering van de onroerende zaak.

4 Beoordeling van het geschil

5 Griffierecht en proceskosten

6 Beslissing