Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 26-09-2017, ECLI:NL:GHARL:2017:8426, 16/01037
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 26-09-2017, ECLI:NL:GHARL:2017:8426, 16/01037
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 26 september 2017
- Datum publicatie
- 6 oktober 2017
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2017:8426
- Formele relaties
- Cassatie: ECLI:NL:HR:2017:3242
- Zaaknummer
- 16/01037
Inhoudsindicatie
MRB. Naheffing en boete. Gebruik auto tijdens schorsing.
Uitspraak
Belastingkamer
Locatie Arnhem
nummer 16/01037
uitspraakdatum: 26 september 2017
uitspraak van de vierde meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)
tegen de uitspraak van rechtbank Gelderland van 14 juli 2016, nummer AWB 16/174, in het geding tussen belanghebbende en
de inspecteur van de Belastingdienst/Centrale administratie te Apeldoorn (hierna: de Inspecteur)
1 Ontstaan en loop van het geding
Aan belanghebbende is over het tijdvak 3 maart 2014 tot en met 2 oktober 2014 een naheffingsaanslag in de motorrijtuigenbelasting opgelegd tot een bedrag van € 982. Daarbij is bij beschikking een verzuimboete opgelegd van € 982.
Na daartegen door belanghebbende gemaakt bezwaar, heeft de Inspecteur bij in één geschrift vervatte uitspraken op bezwaar de naheffingsaanslag gehandhaafd en de verzuimboete verminderd tot 10% (€ 98).
Belanghebbende heeft tegen deze uitspraken op bezwaar beroep ingesteld bij de rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep tegen de boetebeschikking gegrond verklaard, de boete verminderd tot € 50 en het beroep tegen de naheffingsaanslag ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.
Tot de stukken van het geding behoort voorts het van de Rechtbank ontvangen dossier dat op deze zaak betrekking heeft.
Het onderzoek ter zitting in hoger beroep heeft plaatsgehad op 10 augustus 2017 te Arnhem. Aldaar zijn verschenen en gehoord mr. [A] als gemachtigde van belanghebbende, alsmede mr. [B] namens de Inspecteur.
Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt. Een kopie hiervan is aan deze uitspraak gehecht.
2 Feiten
Belanghebbende was in de periode 3 maart 2014 tot en met 2 oktober 2014 volgens het kentekenregister houder van een personenauto van het merk Mercedes-Benz, type C 270 CDI Sedan, met kenteken [00-YY-YY] (hierna: de auto).
De geldigheid van het kenteken van de auto was gedurende de gehele in 2.1. genoemde periode geschorst. Belanghebbende heeft over deze periode geen motorrijtuigenbelasting voor de auto betaald.
Op 4 september 2014 om 13.26 uur hebben twee controleurs van de Belastingdienst Utrecht geconstateerd dat de auto geparkeerd stond op een parkeerplaats aan [de a-straat] te [Z] .
Naar aanleiding van deze constatering is aan belanghebbende de onderhavige naheffingsaanslag ten bedrage van € 982 opgelegd, alsmede een verzuimboete van € 982. Bij de uitspraak van de Rechtbank is de verzuimboete verminderd tot € 50.
3 Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen
Tussen partijen is in geschil of de naheffingsaanslag en de boetebeschikking, zoals verminderd door de Rechtbank, terecht aan belanghebbende zijn opgelegd. Voorts is in geschil of de uitspraak op bezwaar voldoende is gemotiveerd.
Partijen doen hun standpunten steunen op de gronden welke door hen zijn aangevoerd in de stukken. Voor hetgeen zij daaraan ter zitting hebben toegevoegd, wordt verwezen naar het proces-verbaal van de zitting.
Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank, van de uitspraken op bezwaar, van de naheffingsaanslag en van de boetebeschikking.
De Inspecteur concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.