Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 10-10-2017, ECLI:NL:GHARL:2017:8753, 16/00517

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 10-10-2017, ECLI:NL:GHARL:2017:8753, 16/00517

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
10 oktober 2017
Datum publicatie
20 oktober 2017
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2017:8753
Zaaknummer
16/00517

Inhoudsindicatie

IB/PVV. Aftrek specifieke zorgkosten. Bewijs?

Uitspraak

locatie Arnhem

nummer 16/00517

uitspraakdatum: 10 oktober 2017

Uitspraak van de derde meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 31 maart 2016, nummer AWB 15/1363, in het geding tussen belanghebbende en

de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Enschede (hierna: de Inspecteur)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Aan belanghebbende is over het jaar 2011 een aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning (tevens verzamelinkomen) van € 58.795. Bij beschikking is heffingsrente berekend.

1.2.

De Inspecteur heeft bij in één geschrift vervatte uitspraken op bezwaar het bezwaar afgewezen.

1.3.

Belanghebbende is tegen die uitspraken in beroep gekomen bij de rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.

1.4.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.

1.5.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 14 april 2017 door de zevende enkelvoudige belastingkamer. Het Hof heeft het onderzoek ter zitting gesloten. Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat in afschrift aan partijen is verzonden.

1.6.

Bij brief van 19 april 2017 heeft het Hof het onderzoek heropend om belanghebbende in de gelegenheid te stellen nadere stukken te overleggen en de behandeling van de zaak verwezen naar de derde meervoudige belastingkamer.

1.7.

Belanghebbende heeft, na daartoe verleend uitstel, bij brief van 14 september 2017 gereageerd op de onder 1.6 genoemde brief.

1.8.

Het onderzoek ter zitting is voortgezet op 27 september 2017. Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 Vaststaande feiten

2.1.

Belanghebbende heeft voor het jaar 2011 aangifte gedaan naar een belastbaar inkomen uit werk en woning (tevens verzamelinkomen) van € 34.016. In de aangifte heeft belanghebbende een negatief inkomen van [A] opgenomen van € 1.500 en € 350 verzekeringspremie, (€ 900 - € 500 =) € 400 scholingsuitgaven en (€ 25.750 - € 3.221 =) € 22.529 aan specifieke zorgkosten in aftrek gebracht. De specifieke zorgkosten zijn als volgt in de aangifte gespecificeerd:

Uitgaven voor woningaanpassingen € 25.000

Extra uitgaven voor kleding en beddengoed € 750

Specifieke zorgkosten vóór verhoging € 25.750

Af: drempel € 3.221

Aftrekbaar € 22.529

2.2.

Tot de gedingstukken behoren kopieën van facturen voor de verbouwing van de woning van belanghebbende.

2.3.

Tot de gedingstukken behoort een kopie van een brief van de huisarts van belanghebbende van 27 april 2017. Deze brief luidt, voor zover van belang, als volgt:

“Bij deze verklaar ik dat bovenstaande patiënt in het jaar 2004 om medische redenen kon zien aankomen dat hij vanwege zijn aandoening op enig moment een woning aanpassing zou moet gaan financieren.”

3 Geschil

In geschil is of belanghebbende recht heeft op aftrek wegens uitgaven voor specifieke zorgkosten. Tussen partijen is niet langer in geschil dat sprake is van een negatief loon van € 1.050 en dat belanghebbende recht heeft op aftrek van € 900 scholingsuitgaven (vóór aftrek van de drempel).

4 Beoordeling van het geschil

5 Griffierecht en proceskosten

6 Beslissing