Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 31-10-2017, ECLI:NL:GHARL:2017:9549, 16/00958
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 31-10-2017, ECLI:NL:GHARL:2017:9549, 16/00958
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 31 oktober 2017
- Datum publicatie
- 10 november 2017
- Annotator
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2017:9549
- Zaaknummer
- 16/00958
Inhoudsindicatie
Erfbelasting. Verkrijging door achterneef. Tariefgroep II terecht toegepast?
Uitspraak
locatie Arnhem
nummer 16/00958
uitspraakdatum: 31 oktober 2017
Uitspraak van de vierde meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)
tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 17 juni 2016, nummer AWB 15/3145, in het geding tussen belanghebbende en
de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Eindhoven (hierna: de Inspecteur)
1 Ontstaan en loop van het geding
De Inspecteur heeft aan belanghebbende een aanslag erfbelasting opgelegd voor het jaar 2013 voor een belaste verkrijging van € 143.321 (hierna: de aanslag).
Op het bezwaarschrift van belanghebbende heeft de Inspecteur bij uitspraak op bezwaar het bezwaar ongegrond verklaard.
Belanghebbende is tegen die uitspraak op bezwaar in beroep gekomen. De rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank) heeft het beroep bij uitspraak van 17 juni 2016 ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.
Tot de stukken van het geding behoren, naast de hiervoor vermelde stukken, het van de Rechtbank ontvangen dossier dat op deze zaak betrekking heeft alsmede alle stukken die nadien, al dan niet met bijlagen, door partijen in hoger beroep zijn overgelegd.
Belanghebbende heeft op 21 september 2017 ter griffie van het Hof op zijn verzoek het onderhavige dossier ingezien.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 5 oktober 2017 te Arnhem. Daarbij is belanghebbende verschenen, alsmede mr. [A] namens de Inspecteur.
Belanghebbende heeft een pleitnota met bijlage overgelegd.
Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat aan deze uitspraak is gehecht.
2 De vaststaande feiten
[In] 2013 is [B] (hierna: erflater) overleden. Belanghebbende is als achterneef van erflater, tezamen met vier anderen, erfgenaam.
Bij het vaststellen van de aanslag heeft de Inspecteur op de belaste verkrijging van € 143.321 het tarief behorende bij tariefgroep II als bedoeld in artikel 24, lid 1, van de Successiewet 1956 (hierna: de SW) toegepast.
Belanghebbende heeft vergeefs bezwaar en beroep aangetekend.
3 Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen
In geschil is of de Inspecteur ten onrechte het tarief behorende bij tariefgroep II heeft toegepast. Ook is in geschil of belanghebbende recht heeft op de partnervrijstelling. Belanghebbende beantwoordt deze vragen bevestigend en de Inspecteur ontkennend.
Beide partijen hebben voor hun standpunten aangevoerd wat is vermeld in de van hen afkomstige stukken. Daaraan hebben zij ter zitting toegevoegd hetgeen is vermeld in het aan deze uitspraak gehechte proces-verbaal van de zitting.
Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank en van de uitspraak op bezwaar en tot vermindering van de aanslag tot nihil. Ter zitting van het Hof heeft belanghebbende zijn stelling dat het Hof prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie te Luxemburg dient te stellen, ingetrokken.
De Inspecteur concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.