Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 07-11-2017, ECLI:NL:GHARL:2017:9719, 16/00291 en 16/00292

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 07-11-2017, ECLI:NL:GHARL:2017:9719, 16/00291 en 16/00292

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
7 november 2017
Datum publicatie
17 november 2017
Annotator
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2017:9719
Zaaknummer
16/00291 en 16/00292

Inhoudsindicatie

MRB. Verrekening van mrb-schuld?

Uitspraak

Locatie Arnhem

nummers 16/00291 en 16/00292

uitspraakdatum: 7 november 2017

Uitspraak van de derde meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] B.V. te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 4 februari 2016, nummers AWB 15/4309 en AWB 15/4310, in het geding tussen belanghebbende en

de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Apeldoorn (hierna: de Inspecteur)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Aan belanghebbende zijn over de tijdvakken 17 augustus 2014 tot en met 16 november 2014 en 17 november 2014 tot en met 16 februari 2015 naheffingsaanslagen in de motorrijtuigenbelasting opgelegd. Bij beschikkingen zijn verzuimboeten opgelegd.

1.2.

De Inspecteur heeft bij uitspraken op bezwaar de bezwaren ongegrond verklaard.

1.3.

Belanghebbende is tegen die uitspraken in beroep gekomen bij de rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft de beroepen ongegrond verklaard.

1.4.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.

1.5.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 28 juni 2017. Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 De vaststaande feiten

2.1.

Bij uitspraak van 30 oktober 2012, nr. AWB 12/902, heeft de rechtbank Arnhem de Inspecteur gelast aan belanghebbende het in die procedure betaalde griffierecht van € 310 te vergoeden. Belanghebbende heeft onweersproken gesteld dat haar dit bedrag nog niet is vergoed.

2.2.

Bij brief van 5 juni 2014 heeft de Inspecteur belanghebbende toegezegd € 1.158 te betalen wegens proceskosten, dwangsom en griffierecht als hij de procedure met zaaknummer AWB 14/1320 zou intrekken. Belanghebbende heeft deze procedure nadien daadwerkelijk ingetrokken. Belanghebbende heeft onweersproken gesteld dat dit bedrag nog niet aan haar is uitbetaald.

2.3.

Belanghebbende was in de onderhavige tijdvakken houder van een motorrijtuig. Met dagtekening 18 augustus 2014, respectievelijk 17 november 2014 heeft de Inspecteur belanghebbende rekeningen motorrijtuigenbelasting voor de onderhavige tijdvakken gezonden. Belanghebbende heeft deze rekeningen niet betaald.

2.4.

De Inspecteur heeft aan belanghebbende wegens het niet betalen van de verschuldigde motorrijtuigenbelasting over de onderhavige tijdvakken naheffingsaanslagen opgelegd van elk € 376. Hij heeft daarbij verzuimboeten opgelegd van elk € 147.

2.5.

In haar bezwaarschriften tegen de naheffingsaanslagen en de boeten heeft belanghebbende verzocht te worden gehoord.

2.6.

Met dagtekening 24 april 2015 schrijft de Inspecteur aan belanghebbende onder meer:

“Op 17 april 2015 heb ik geprobeerd telefonisch contact met u op te nemen (…). U was echter niet aanwezig. Ik heb mijn telefoonnummer opgegeven met het verzoek contact met mij op te nemen. Ik heb echter nog niets vernomen en daarom stuur ik u deze brief met nogmaals mijn telefoonnummer.”

2.7.

Met dagtekening 7 mei 2015 schrijft de Inspecteur aan belanghebbende onder meer:

“Op 17 april 2015 heb ik geprobeerd telefonisch contact met u op te nemen (…). U was echter niet aanwezig. Ik heb mijn telefoonnummer opgegeven met het verzoek contact met mij op te nemen. Ik heb echter nog niets vernomen en daarom stuur ik u deze brief met nogmaals mijn telefoonnummer. (…) Deze brief heb ik reeds op 24 april 2015 naar u toegestuurd. Naar aanleiding hiervan heb ik geen reactie van u ontvangen, derhalve nogmaals deze brief.”

2.8.

Met dagtekening 15 mei 2015 schrijft belanghebbende aan de Inspecteur onder meer:

“Ik verricht mijn werkzaamheden hoofdzakelijk buiten kantoor op locatie en ben daardoor niet altijd in de gelegenheid adequaat en vertrouwelijk op telefoonverzoeken te reageren. Daarnaast heb ik naar aanleiding van uw correspondentie op 29 april 2015, 5 mei 2015, 12 mei 2015 als ook heden getracht u telefonisch op het opgegeven telefoonnummer te bereiken echter zonder succes. Nu het maken van een telefonisch contact moeizaam verloopt, laat ik u derhalve onderstaand voor de komende vier weken mijn verhinderdata toekomen, met het verzoek binnen deze data een geschikt moment uit te kiezen voor de te entameren hoorzitting.”

2.9.

De Inspecteur heeft – zonder belanghebbende in de gelegenheid te stellen te worden gehoord – de bezwaren afgewezen.

2.10.

De Inspecteur heeft naar aanleiding van het beleidsbesluit van 1 september 2016, Stcrt. 47.203, bij ambtshalve genomen besluiten van 30 september 2016, onderscheidenlijk 3 oktober 2016 de boeten verlaagd tot elk € 52.

3 Het geschil

In geschil is of de naheffingsaanslagen terecht zijn opgelegd en of de boeten terecht en, zo ja, tot het juiste bedrag zijn opgelegd. Voorts is in geschil of belanghebbende recht heeft op vergoeding van proceskosten voor door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand.

4 Beoordeling van het geschil

5 Griffierecht en proceskosten

6 Beslissing