Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 14-11-2017, ECLI:NL:GHARL:2017:9868, 16/01381
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 14-11-2017, ECLI:NL:GHARL:2017:9868, 16/01381
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 14 november 2017
- Datum publicatie
- 24 november 2017
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2017:9868
- Formele relaties
- Cassatie: ECLI:NL:HR:2018:872
- Zaaknummer
- 16/01381
Inhoudsindicatie
Overdrachtsbelasting. Tarief. Woning of niet? Kantoorgebouw. Aanpassingen. Verbouw tot 29 woonappartementen.
Uitspraak
locatie Arnhem
nummer: 16/01381
uitspraakdatum: 14 november 2017
Uitspraak van de tweede meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)
tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 6 oktober 2016, nummer AWB 16/2413, in het geding tussen belanghebbende en
de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Arnhem (hierna: de Inspecteur)
1 Ontstaan en loop van het geding
Belanghebbende heeft op aangifte een bedrag van € 81.000 aan overdrachtsbelasting voldaan.
Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen deze voldoening op aangifte. De Inspecteur heeft het bezwaar ongegrond verklaard.
Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij de rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.
Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend. De Inspecteur heeft een conclusie van dupliek ingezonden.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 21 september 2017. Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.
2 Vaststaande feiten
Stichting [A] heeft in augustus 2015 voor € 1.285.097,36 een kantoorgebouw gelegen aan de [a-straat] 8 te [B] (hierna: het pand) verkocht aan [C] B.V. (hierna: [C] BV). Op 2 oktober 2015 heeft [C] BV het pand verkocht aan belanghebbende voor € 1.350.000. Over deze koopsom is op aangifte 6 procent overdrachtsbelasting voldaan. Tegelijk met de verkoop is belanghebbende met [C] BV een aannemingsovereenkomst aangegaan. In deze aannemingsovereenkomst is afgesproken dat het pand, met uitzondering van de benedenverdieping, zou worden verbouwd tot 29 woonappartementen.
De juridische eigendom is op 2 oktober 2015 door Stichting [A] rechtstreeks geleverd aan belanghebbende. Op deze datum was de bestemming ten behoeve van de 29 te realiseren appartementen reeds gewijzigd naar wonen. Ook was een onherroepelijke omgevingsvergunning met woonbestemming afgegeven ten behoeve van de te realiseren 29 appartementen.
3 Geschil
In geschil is welk tarief (2 of 6 procent) aan overdrachtsbelasting is verschuldigd over het deel van de koopsom (door belanghebbende gesteld op € 1.080.000) dat is toe te rekenen aan de 29 op het moment van de levering te realiseren woonappartementen. Belanghebbende is van mening dat het pand deels is aan te merken als “woningen” als bedoeld in artikel 14, tweede lid, Wet op belastingen van rechtsverkeer (hierna: BRV), hetgeen de Inspecteur betwist.