Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 27-11-2018, ECLI:NL:GHARL:2018:10261, 18/00122
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 27-11-2018, ECLI:NL:GHARL:2018:10261, 18/00122
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 27 november 2018
- Datum publicatie
- 7 december 2018
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2018:10261
- Formele relaties
- Eerste aanleg: ECLI:NL:RBGEL:2018:214, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
- Cassatie: ECLI:NL:HR:2019:822
- Zaaknummer
- 18/00122
Inhoudsindicatie
Wet Woz. Proceskosten. Beroepsmatig verleende rechtsbijstand. Bezwaar tegen twee WOZ-beschikkingen die zijn verenigd in één geschrift. Voor berekening proceskostenvergoeding één punt voor bezwaarschrift en één punt voor horen.
Uitspraak
locatie Arnhem
nummer 18/00122
uitspraakdatum: 27 november 2018
Uitspraak van de vijfde meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
de heffingsambtenaar van het Gemeentelijk Belastingkantoor Twente (hierna: de heffingsambtenaar)
en het incidentele hoger beroep van
[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)
tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 18 januari 2018, nummer AWB 17/4453, in het geding tussen de heffingsambtenaar en belanghebbende
1 Ontstaan en loop van het geding
De heffingsambtenaar heeft bij in één geschrift vervatte beschikkingen op grond van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: de Wet WOZ) de waarde van de onroerende zaken [a-straat] 14 en [a-straat] 14a te [Z] , per waardepeildatum 1 januari 2016 en naar de toestand op die datum, voor het jaar 2017 vastgesteld. Tegelijk met deze beschikkingen zijn de aanslagen onroerendezaakbelasting 2017 (OZB) voor zover het betreft het eigenaarsgedeelte vastgesteld.
Op het bezwaarschrift van belanghebbende heeft de heffingsambtenaar bij uitspraak op bezwaar de beschikkingen en de aanslagen verminderd. De heffingsambtenaar heeft aan belanghebbende een proceskostenvergoeding toegekend van € 748, bestaande uit een vergoeding van kosten voor het indienen van een bezwaarschrift van € 246, een vergoeding voor het horen van de gemachtigde van € 246, een vergoeding voor het indienen van twee taxatierapporten van € 242 en een vergoeding van de gemaakte kadastrale kosten van € 14.
Belanghebbende is tegen de uitspraak in beroep gekomen bij de rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, de uitspraak van de heffingsambtenaar vernietigd voor zover het de beslissing over de proceskostenvergoeding betreft, de heffingsambtenaar veroordeeld in de proceskosten tot € 2.109,80 en de heffingsambtenaar opgedragen het griffierecht te vergoeden.
De heffingsambtenaar heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. Belanghebbende heeft incidenteel hoger beroep ingesteld.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 9 november 2018. Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.
2 Vaststaande feiten
De heffingsambtenaar heeft de beschikkingen en de aanslagen OZB in één aanslagbiljet aan belanghebbende bekend gemaakt.
De gemachtigde van belanghebbende heeft voor [a-straat] 14 en [a-straat] 14a aparte bezwaarschriften ingediend. De gemachtigde van belanghebbende heeft na ontvangst van de taxatieverslagen in aparte brieven een nadere motivering van het bezwaar voor iedere onroerende zaak ingediend. Per onroerende zaak is een taxatierapport opgemaakt.
De Rechtbank heeft de proceskostenvergoeding voor de bezwaarfase als volgt berekend:
Bezwaarschriften € 498,00
Horen € 498,00
Bijwonen hoorgesprek door taxateur € 60,50
Voorbereiding hoorgesprek door taxateur € 60,50
Taxatierapporten € 484,00
Kadastrale kosten € 7,80
Totaal bezwaarfase € 1.608,80
De Rechtbank heeft de proceskostenvergoeding voor de beroepsfase vastgesteld op € 501 (1 punt voor het beroepschrift, 1 punt voor het bijwonen van de zitting met een waarde van € 501 per punt en een wegingsfactor van 0,5 (licht)).
3 Geschil
In geschil is de hoogte van de proceskostenvergoeding voor de bezwaarfase. Het geschil draait in wezen om de vraag of sprake is van één bezwaar (standpunt heffingsambtenaar) dan wel van twee bezwaren (standpunt belanghebbende).
In incidenteel hoger beroep is in geschil of de vergoeding voor taxatiekosten zoals vastgelegd in de Richtlijn van de belastingkamers van de gerechtshoven inzake vergoeding van proceskosten bij WOZ-taxaties dient te worden geïndexeerd.