Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 18-12-2018, ECLI:NL:GHARL:2018:10982, 17/01291

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 18-12-2018, ECLI:NL:GHARL:2018:10982, 17/01291

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
18 december 2018
Datum publicatie
21 december 2018
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2018:10982
Formele relaties
Zaaknummer
17/01291

Inhoudsindicatie

Belanghebbende, mag -onder de gegeven omstandigheden-, aan de VAR-wuo, voor de periode waarop deze ziet, het vertrouwen ontlenen dat de voordelen die zij als zorgverlener heeft genoten ter zake van verleende AWBZ-zorg in natura, winst uit onderneming vormen. De inspecteur heeft niet (voldoende precies) duidelijk kunnen maken welke vragen zijn gesteld, welke toelichting is vermeld en welke antwoorden zijn gegeven.

Uitspraak

locatie Leeuwarden

nummer 17/01291

uitspraakdatum: 18 december 2018

Uitspraak van de eerste meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 10 oktober 2017, nummer LEE 16/4223, ECLI:NL:RBNNE:2017:3879, in het geding tussen belanghebbende en

de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Groningen (hierna: de Inspecteur)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Aan belanghebbende is voor het jaar 2013 een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (hierna: IB/PVV) opgelegd. Bij beschikking is belastingrente berekend.

1.2.

De Inspecteur heeft bij in één geschrift vervatte uitspraken op bezwaar de bezwaren ongegrond verklaard.

1.3.

Belanghebbende is tegen die uitspraken in beroep gekomen bij de rechtbank Noord-Nederland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.

1.4.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

1.5.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 11 september 2018. De zaak is met toestemming van partijen gelijktijdig behandeld met de zaak, met procedurenummer 17/01290, van [A] . Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 Vaststaande feiten

2.1.

Belanghebbende, geboren [in] 1966, werkt als verzorgende. Sinds 2009 staat belanghebbende bij de Kamer van Koophandel ingeschreven met als omschrijving van de activiteiten: "Thuiszorg”.

2.2.

Belanghebbende verleende in het jaar 2013 thuiszorg in natura als bedoeld in de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (hierna: AWBZ), de zogenaamde AWBZ-zorg in natura. Het gaat daarbij met name om 24-uurszorg aan terminale patiënten. Belanghebbende verrichtte deze werkzaamheden, in een aantal gevallen via bemiddeling door al dan niet aan deze zorgaanbieders gelieerde vennootschappen, voor de volgende thuiszorginstellingen: [B] , [C] , [D] , [E] , [F] u.a., [G] , [H] en [I] .

2.3.

De onder 2.2 vermelde thuiszorginstellingen waarvoor belanghebbende werkzaam is geweest zijn instellingen die op grond van de Wet toelating zorginstellingen (hierna: Wtzi) zijn aangewezen als instellingen die uit AWBZ gefinancierde thuiszorg in natura mogen verlenen en daartoe een contract met zorgkantoren hebben afgesloten (hierna: zorgaanbieders).

2.4.

De Inspecteur heeft bij beschikking (Verklaring arbeidsrelatie) de voordelen die belanghebbende geniet of zal gaan genieten uit de zorgwerkzaamheden voor de periode van 1 januari 2013 tot en met 31 december 2013 aangemerkt als winst uit onderneming (hierna: VAR-wuo).

2.5.

De Inspecteur heeft bij beschikking van 15 oktober 2013 de onder 2.4 genoemde VAR-wuo herzien en gewijzigd in een VAR-loon uit dienstbetrekking (hierna: VAR-loon). In deze herzieningsbeschikking staat dat de nieuwe verklaring geldig is vanaf 15 oktober 2013 tot en met 31 december 2013. Belanghebbende heeft beroep ingesteld tegen de ongegrondverklaring van het tegen voormelde herzieningsbeschikking gemaakte bezwaar. Dit beroep heeft belanghebbende weer ingetrokken.

2.6.

Belanghebbende heeft in 2013 volgens haar aangifte in de IB/PVV voor het jaar 2013 met de onder 2.2 vermelde werkzaamheden een netto omzet behaald van € 64.821. Belanghebbende heeft deze opbrengst in haar aangifte opgegeven als winst uit onderneming ten bedrage van € 57.456 (€ 64.821 -/- € 7.365 aan kosten en lasten) en daarop de zelfstandigen- en startersaftrek en MKB-winstvrijstelling in mindering gebracht. Daarnaast heeft zij aan uitgaven voor inkomensvoorzieningen een bedrag van € 1.014 in aanmerking genomen. Aan belastbaar inkomen uit werk en woning heeft zij aldus € 40.311 aangegeven.

2.7.

Bij de vaststelling van de aanslag in de IB/PVV voor 2013 heeft de Inspecteur de door belanghebbende genoten opbrengst als zorgverlener – behoudens de inkomsten ter zake van de verleende zorg aan [J] – geheel aangemerkt als loon uit dienstbetrekking. Daarbij is de Inspecteur uitgegaan van een bedrag van € 70.092 aan (in de aangifte) aangegeven netto omzet. Het bedrag dat ziet op inkomsten uit PGB-zorg voor [J] (€ 380) heeft de Inspecteur in aanmerking genomen als winst uit onderneming en daarop een kostenaftrek (€ 74) en de MKB-winstvrijstelling toegepast. Met betrekking tot het overige heeft de Inspecteur een correctie aangebracht ter zake van de kostenaftrek, de zelfstandigen- en startersaftrek en de MKB-winstvrijstelling. Daarnaast heeft de Inspecteur aan niet-aangegeven inkomsten een bedrag van € 12.251 bijgeteld dat ziet op looninkomsten (waarop loonheffing is ingehouden) van [E1] BV en een bedrag van € 290 ter zake van genoten pensioen. Tot de stukken van het geding behoort een uitdraai uit Fiscale Loon Gegevens, het computersysteem van de Belastingdienst waarin door inhoudingsplichtigen ingestuurde loonopgaven zijn opgenomen, waarop laatstgenoemde bedragen zijn vermeld. De Inspecteur heeft het belastbare inkomen uit werk en woning vastgesteld op € 81.502.

2.8.

In een brief van de gemachtigde van belanghebbende van 30 oktober 2015 aan de Inspecteur is het volgende overzicht opgenomen van de ter zake van de in 2013 verleende zorg ontvangen vergoedingen:

- [B]

€ 3.672

- [C]

€ 11.334

- [E1] BV

€ 22.879

- De heer [J]

€ 380

- [D]

€ 25.370

- [I] / [G] / [I]

€ 1.320

Totaal

€ 64.955

Blijkens het proces-verbaal van de zitting van de Rechtbank heeft de Inspecteur ter zitting van de Rechtbank een renseignement getoond aan de Rechtbank en de gemachtigde van belanghebbende – het renseignement behoort niet tot de stukken – waaruit kan worden opgemaakt dat de in 2013 ontvangen vergoedingen van [E] [Hof: via [E1] BV] € 27.743 bedragen in plaats van het in voormeld overzicht vermelde bedrag van € 22.879, een verschil derhalve van € 4.864. De gemachtigde heeft daarop verklaard geen reden te zien te twijfelen aan het renseignement.

2.9.

De Inspecteur heeft in zijn aanvulling op zijn verweerschrift in eerste aanleg de tekst vermeld van een overeenkomst tussen [B] en een zorgvrager (als cliënt aangeduid). Hierin is onder meer bepaald:

“1. Zorgafspraken

De cliënt ontvangt zorg van [B] (…) conform de in deze overeenkomst opgenomen afspraken.

(…)

3. Financiering

(…)

c) Indien de zorg voor de cliënt geherindiceerd moet worden, gaat cliënt akkoord dat [B] deze herindicatie bij het CIZ indient.

4. Zorgdossier

In overleg met cliënt worden concrete werkafspraken gemaakt en vastgesteld in een zorgdossier. (…) Het zorgdossier bevindt zich gedurende de periode dat [B] de zorg aan de cliënt verleent bij de cliënt thuis.

Bij belangrijke wijzigingen ten aanzien van de zorgbehoefte moet een nieuwe indicatie worden vastgesteld door het CIZ of [B] . Wijzigingen in aard, omvang en inhoud van de zorgverlening worden schriftelijk vastgesteld in het zorgdossier. [B] behoudt zich het recht voor de zorgplanning te wijzigingen in overleg met de cliënt. Het zorgdossier maakt integraal onderdeel uit van deze overeenkomst.

(…)

6. Informatie

Op deze overeenkomst zijn de algemene voorwaarden en klachtenreglement van [B] van toepassing. [B] heeft de cliënt de informatiefolder en de algemene voorwaarden ter hand gesteld.

(…)

8. Aanvullende bepalingen

a. a) [B] zet zich in om zoveel mogelijk dezelfde zorgverleners in te zetten voor de zorgverlening.

(…)

c) Van het bepaalde in lid a van dit artikel kan tijdens schoolvakanties worden afgeweken.

d) Indien van het bepaalde in lid a van dit artikel (…), wordt afgeweken zal [B] in overleg met de cliënt voor een aanvaardbare oplossing zorgen.

(…)”.

2.10.

Tot de stukken van het geding behoort een afschrift van de Algemene voorwaarden per 1 januari 2014 van ActiZ/BTN, brancheverenigingen waarvan alle zorgaanbieders lid zijn, die van toepassing zijn op de zorgovereenkomsten die de zorgaanbieders sluiten met zorgvragers (als cliënt aangeduid). Hierin is onder meer vermeld:

ARTIKEL 2 – Toepasselijkheid

1. Deze algemene voorwaarden zijn van toepassing op de tussen de cliënt en de zorgaanbieder gesloten overeenkomst (…)

(…)

ARTIKEL 8 – De intake

1. Voorafgaand aan het tot stand komen van de overeenkomst biedt de zorgaanbieder de cliënt schriftelijk informatie aan over tenminste de volgende punten:

a. de vormen van zorg die de zorgaanbieder kan bieden, de gevolgen van een nieuwe indicatie als deze lichtere of zwaardere zorg noodzakelijk maakt en de mogelijkheid van beëindiging vóór afloop van de indicatie als de zorg niet langer nodig is;

b. de procedure ter verkrijging van een nieuwe indicatie, de mogelijkheid dit door de zorgaanbieder te laten doen en de gevolgen daarvan;

c. het doorgeven van een contactpersoon en de mogelijkheid tot het aanstellen van een vertegenwoordiger en de wettelijke regels die daarop betrekking hebben;

d. mogelijkheid tot het opstellen van een schriftelijke wilsverklaring waarin de cliënt uit hoe hij wil dat er wordt gehandeld, indien hij in een situatie komt waarin hij niet meer voor zichzelf kan beslissen;

e. de procedure rond het opstellen van een zorgplan;

(…)h. sleutelbeheer;

i. de bereikbaarheid van de zorgaanbieder in geval van een noodsituatie;

j. waar de cliënt aan moet voldoen om de zorgverleners en andere personen werkzaam bij of in opdracht van de zorgaanbieder in staat te stellen te werken conform de regelgeving met betrekking tot arbeidsomstandigheden;

k. de mogelijkheden om wensen van de cliënt te honoreren;

(…)m. het beleid ten aanzien van ethische en levensbeschouwelijke vraagstukken;

n. het beleid ten aanzien van vrijheidsbeperking;

o. de klachtenregeling;

p. deze algemene voorwaarden;

q. indien van toepassing de instructies voor eventuele zorgverlening op afstand;

r. het privacybeleid;

s. het medicatiebeleid.

(…)

ARTIKEL 9 – Totstandkoming overeenkomst

1. De zorgaanbieder doet op basis van de intake een aanbod aan de cliënt waarin de te leveren zorg en alle te leveren diensten nauwkeurig zijn beschreven.

(…)

ARTIKEL 10 – Totstandkoming van het zorgplan

1. De zorgaanbieder stelt in samenspraak met de cliënt een zorgplan op. [B] biedt de cliënt ondersteuning aan bij het overleg over het zorgplan.

(…)

ARTIKEL 11 - Doel in inhoud van het zorgleefplan

1. Het zorgleefplan heeft tot doel de kwaliteit van leven van de cliënt te ondersteunen ensluit zoveel mogelijk aan bij diens persoonlijke wensen en mogelijkheden.

2. Het zorgleefplan beschrijft de gezondheidssituatie van de cliënt ten gevolge van diens aandoeningen, de prognoses daarvan en de daarmee samenhangende risico’s voor diens gezondheid en welzijn, de met de cliënt afgesproken vormen van zorg en, indien er sprake is van geneeskundige handelingen, de uit te voeren verrichtingen.

3. In het zorgleefplan wordt in ieder geval vastgelegd:

a. welke disciplines de verschillende onderdelen van het zorgleefplan uitvoeren enop welke momenten of met welke regelmaat;

b. wie binnen de organisatie van de zorgaanbieder het vaste aanspreekpunt is voor de cliënt;

c. welke familieleden van de cliënt of anderen bij de zorgverlening wordenbetrokken of over de zorgverlening worden geïnformeerd en hoe datplaatsvindt;

d. de momenten van evaluatie van het zorgleefplan.

ARTIKEL 12 – Naleving van het zorgleefplan

1. De zorgaanbieder voert de zorg uit volgens de afspraken in het zorgleefplan.

2. Als de zorgaanbieder afgesproken zorg niet conform het zorgleefplan kan verlenen, steltde zorgaanbieder de cliënt daarvan meteen in kennis. Als de cliënt de afgesproken zorg niet conform het zorgleefplan kan ontvangen, stelt de cliënt de zorgaanbieder daarvan meteen in kennis.

3. Het zorgleefplan wordt minimaal één keer per jaar in samenspraak met de cliënt geëvalueerd en waar nodig bijgesteld. De cliënt kan gemotiveerd verzoeken om tussentijdse evaluatie. De evaluatie en de bijstellingen worden schriftelijk vastgelegd. De eerste evaluatie vindt plaats binnen 6 maanden na instemming van cliënt met het zorgleefplan, of zoveel eerder als nodig is,

(…)

5. De zorgaanbieder instrueert individuele zorgverleners over de rechten van de cliënt ten aanzien van zijn zorgleefplan en stelt de cliënt hiervan op de hoogte.

(…)

ARTIKEL 15 – Bewaren van gegevens

1. Als de zorgaanbieder zorginhoudelijke gegevens over de cliënt vastlegt, blijven deze gegevens te allen tijde beschikbaar voor zowel de zorgaanbieder als de cliënt.

2. Bij beëindiging van de overeenkomst bewaart de zorgaanbieder de gegevens en krijgt de cliënt een kopie als hij dat wil. (…)

ARTIKEL 16 – Gegevensverstrekking en verlening van inzage door de zorgaanbieder aan derden

(…)4. De zorgaanbieder instrueert individuele zorgverleners over hun geheimhoudingsplicht en stelt de cliënt hiervan op de hoogte.

(…)

ARTIKEL 18 – Zorg

1. De zorgaanbieder levert zorg met inachtneming van de normen zoals die door representatieve organisaties van in ieder geval zorgaanbieders en cliënten in overleg met de Inspectie Gezondheidszorg zijn vastgesteld.

2. De zorgaanbieder zorgt ervoor dat alle zorgverleners die binnen de organisatie van de zorgaanbieder of in opdracht van de zorgaanbieder zorg verlenen aan de cliënt:

a. hiertoe te allen tijde bevoegd en bekwaam zijn;

b. handelen overeenkomstig de voor de zorgverleners geldende professionele standaarden waaronder de richtlijnen van de beroepsgroep. Afwijking van de professionele standaard moet de zorgaanbieder motiveren en aan de cliënt uitleggen. De zorgaanbieder maakt aantekening van de afwijking en van de uitleg aan de cliënt in het zorgleefplan.

3. De zorgaanbieder zorgt voor continuïteit van de zorg.

(…)

ARTIKEL 20 – Afstemming (één cliënt - meer zorgverleners)

A. Binnen de organisatie van de zorgaanbieder

1. Als een cliënt te maken heeft met twee of meer zorgverleners die binnen de organisatie van de zorgaanbieder of in opdracht van de zorgaanbieder werken, zorgt de zorgaanbieder dat alle betrokken zorgverleners:

a. elkaar informeren en bevragen over relevante gegevens van cliënt;

b. de cliënt tijdig doorverwijzen naar een andere zorgverlener voor zover de zorg buiten de bevoegdheid of deskundigheid van de zorgaanbieder valt, of op verzoek van de cliënt;

c. met elkaar periodiek overleggen over de cliënt;

d. bij overdracht van de cliënt aan een andere zorgverlener, alle relevante gegevens doorgeven en de cliënt daarover informeren.

2. De zorgaanbieder zorgt ervoor dat voor de cliënt te allen tijde duidelijk is:

a. wie voor welke handelingen verantwoordelijk is;

b. wie het aanspreekpunt is voor vragen van de cliënt, diens vertegenwoordiger en familieleden.

B. Binnen en buiten de organisatie van de zorgaanbieder

3. Als een cliënt te maken heeft met twee of meer zorgverleners waarvan tenminste één niet binnen de zorgaanbieder of in opdracht van de zorgaanbieder werkt, zorgt de zorgaanbieder ervoor dat:

a. de taken en verantwoordelijkheden rond de zorgverlening aan de cliënt tussen de betrokken zorgverleners zijn verdeeld;

b. afstemming en informatie-uitwisseling tussen de betrokken zorgverleners met toestemming van de cliënt plaatsvindt, waarbij de ervaringen van de cliënt worden meegenomen.

ARTIKEL 21 – Incidenten

1. Zo spoedig mogelijk na een incident informeert de zorgaanbieder de betreffende cliënt over:a. de aard en de oorzaak van het incident;

b. of en welke maatregelen zijn genomen om soortgelijke incidenten te voorkomen.

2. Als een incident gevolgen heeft voor de gezondheidstoestand van de cliënt, bespreektde zorgaanbieder de voor de aanpak daarvan mogelijke behandelingsalternatieven met de cliënt en maakt afspraken over de aanvang van de gekozen behandeling en het vervolg. De zorgaanbieder wijst de cliënt hierbij uitdrukkelijk op de mogelijkheid van een second opinion binnen of buiten de organisatie van de zorgaanbieder.

3. De zorgaanbieder verleent adequate zorg teneinde de gevolgen van het incident voor de cliënt te beperken. In geval van spoedeisende zorg betekent dit dat aan het genoemde in lid 2 niet hoeft te worden voldaan.

ARTIKEL 22 – Zorg voor persoonlijke eigendommen

De zorgaanbieder zorgt ervoor dat degenen die onder zijn verantwoordelijkheid betrokken zijn bij de zorg voor de cliënt, zorgvuldig omgaan met diens eigendommen.

(…)

ARTIKEL 33 – Klachtenregeling

1. De zorgaanbieder beschikt over een op de wet gebaseerde en voldoende bekend gemaakte regeling voor de opvang en afhandeling van klachten en behandelt de klacht overeenkomstig deze klachtenprocedure.

(…)”

2.11.

[B] werkt met richtlijnen voor inzet van medewerkers. Hierin is het volgende opgenomen:

“ONZE RICHTLIJNEN VOOR INZET VAN MEDEWERKERS

- Altijd de bereikbare dienst informeren, ook al zijn er geringe veranderingen te melden.

- Klantgericht aanwezig zijn en tevens zorgdragen voor de directe leefomgeving.

- Geen geld lenen en/of aannemen van klanten.

- Geen privé telefoongesprekken voeren.

- Niet spreken over collega’s en andere cliënten.

- Wijzigingen in het rooster doorgeven.

- Netjes gekleed zijn.

- Altijd buiten roken, ook als de familie binnen rookt.

- Geheimhoudingsplicht, niet over andere klanten spreken.

- Dienstbaar opstellen en altijd alle handelingen verrichten in samenspraak met de klant en/of aanwezige familie.- Privacy van de klant waarborgen.

- Geen alcohol of drugs gebruiken.

- Op tijd zijn en anders melden dat je te laat komt.

- Na overlijden vragen aan de familie wat je nog voor hun kunt betekenen en even melden op welk tijdstip je de woning verlaat.

- Inzet is niet mogelijk, indien de medewerker zich niet aan bovenstaande kan houden en bij weigering van onze principes wordt de inzet onmiddellijk stop gezet.

- Urenregistratie en facturen:

S(…) verzorgt onze urenregistratie op kantoor en heeft daarvoor de geleverde zorguren nodig. In het zorgdossier gebruiken wij register aanwezigheid. In principe hebben wij een digitale urenregistratie die per week door de medewerkers ingevuld dient te worden en die gaat dan per mail naar S(…)@ [B] .nl. Voor vragen hierover kan je S(…) ten alle tijden emailen. De facturen behoren eveneens digitaal verzonden te worden en hebben vaste details nodig. Wij hebben daarvoor een voorbeeld gemaakt en dit kan toegezonden worden. Na controle van de facturen worden deze naar hoofdkantoor van [B] in [K] verzonden en dezelfde week vindt daar de betaling plaats. De bereikbaarheidsdienst kan alleen gebeld worden voor belangrijke mededelingen in de thuissituatie omdat wij overdag op route zijn. (…)”

2.12.

De Inspecteur heeft in zijn aanvulling op zijn verweerschrift in eerste aanleg de tekst vermeld van de volgende vacature op de website van [B] :

“Teamleider V&V (niveau 5)

Functie omschrijving

Als teamleider geef je leiding aan één of meer teams. Je bewaakt de continuïteit en de kwaliteit van de te leveren zorg. Je organiseert en coördineert de planning en je draagt zorg voor een efficiënte procesgang. Je coacht, stimuleert en enthousiasmeert de medewerkers in je team. Je organiseert werkoverleg, voert verzuim en functioneringsgesprekken en je lost knelpunten op. Daarnaast verricht je zelf ook verpleegkundige, verzorgende en begeleidende taken bij cliënten in de thuissituatie. Je helpt de cliënt bij het regisseren van zijn zorgvraag en zorgt voor korte lijnen naar huisartsen en andere zorgverlenende instanties.

(…) Wie is [B] ?

[B] is een innovatieve en ondernemende thuiszorgorganisatie. [B] levert als AWBZ-toegelaten organisatie thuiszorg vanuit locaties in heel Nederland met kleine teams en enthousiaste verpleegkundigen en verzorgenden.”

2.13.

De Inspecteur heeft in zijn aanvulling op zijn verweerschrift in eerste aanleg de tekst vermeld van een overeenkomst tussen het zorgkantoor [L] B.V. en zorgaanbieder [E] over de 2013 te verlenen AWBZ-zorg in natura. In deze overeenkomst zijn onder meer de volgende bepalingen opgenomen:

“DEEL II: REGIOGEBONDEN DEEL

Hoofdstuk 1: Levering van Zorg

Artikel 1: Zorgverlening

(…)

Lid 2

Het aan de Zorgaanbieder toegewezen budget is bepalend voor de te leveren Zorg ten laste van de AWBZ. Indien op enig moment de Zorgaanbieder de zorg aan nieuwe klanten niet kan leveren, omdat hij het aan hem toegewezen budget volledig heeft benut en de Zorgverlening aan nieuwe klanten door de Zorgaanbieder niet (meer) ten laste van de AWBZ gebracht kan worden, of de Zorgaanbieder anderszins niet in staat is de Zorg tijdig (met inachtneming van de Treeknormen) te leveren, is de Zorgaanbieder er verantwoordelijk voor dat de Verzekerde (met diens instemming) wordt overgedragen aan een door het Zorgkantoor gecontracteerde zorgaanbieder die de Zorg wel kan leveren. (…)

Hoofdstuk 2: Kwaliteit

Artikel 2: Kwaliteit van Zorg

Lid 1

De Zorgaanbieder draagt zorg voor een klantgerichte aanpak binnen de Organisatie.

Lid 2

De Zorgaanbieder staat er voor in dat - voor zover noodzakelijk voor de te verlenen Zorginrichting, instrumentarium en hygiëne aan de algemeen aanvaarde eisen voldoen.

Lid 3

De Zorgaanbieder maakt op verzoek van het Zorgkantoor inzichtelijk (door het verstrekken van een scholingsplan of verantwoording in het kwaliteitsjaarverslag) op welke wijze bij- en nascholing van het personeel wordt vormgegeven.

Lid 4

De Zorgaanbieder werkt met het - per sector - geldende landelijke kwaliteitskader, waarin naast zelfrapportage bij indicatoren ook een klantwaarderingsonderzoek is opgenomen. De Zorgaanbieder informeert het Zorgkantoor over de uitkomsten van het Klantwaarderingsonderzoek/de klantenraadpleging. De bevindingen zullen voor zover daartoe aanleiding bestaat, leiden tot verbetertrajecten die de Zorgaanbieder met de cliëntenraad heeft afgestemd. Zorgkantoor en Zorgaanbieder leggen de afspraken hierover schriftelijk vast.

Lid 5

De Zorgaanbieder levert de Zorg gedurende 24 uur per dag, 7 dagen per week, en op afroep, voor zover dit voortvloeit uit het Indicatiebesluit en de daaruit volgende zorgvraag.

Artikel 3: Samenwerking en Ketenzorg

Lid 1

De Zorgaanbieder spant zich in om samenwerking aan te gaan met relevante zorgaanbieders, dan wel overige organisaties, in of buiten de regio ten behoeve van het realiseren van een sluitend zorgaanbod aan de Verzekerden/klanten.

Lid 2

De Zorgaanbieder draagt zorg voor een goede afstemming met en werkt samen met eventuele andere dienstverleners die in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) bij dezelfde klant diensten verlenen.

(…)

DEEL III: AGEMEEN DEEL

Begrippen

(…)

g. Onderaannemerschap:

Er is sprake van Onderaanneming indien een Verzekerde in AZR is toegewezen aan een Zorgaanbieder (de hoofdaannemer) en deze, voor (een deel van) de daadwerkelijke Zorg een andere Zorgaanbieder (de Onderaannemer) inschakelt.

o. Zorg(leef)plan:

Een concrete invulling van de door de Zorgaanbieder te verlenen Zorg per Verzekerde, gebaseerd op de geïndiceerde Zorg. Het Zorgplan wordt overeengekomen tussen Verzekerde en de Zorgaanbieder. Het Zorgplan wordt ook wel individueel begeleidingsplan, behandelplan of ondersteuningsplan genoemd.

p. Zorgverleningsovereenkomst:

De individuele dienstverleningsovereenkomst tussen Verzekerde en Zorgaanbieder over de Zorg, inclusief die aangaande de overbruggingszorg, waarin de rechten en plichten van beide partijen zijn vastgelegd.

Artikel 1: Zorg levering

Lid 1

De Zorgaanbieder verbindt zich om, met inachtneming van zijn toelating en hetgeen tussen Partijen is overeengekomen aan productieafspraken, Zorg te verlenen aan de Verzekerde die zich daartoe tot hem wendt en die op die Zorg aanspraak kan maken. De Zorgaanbieder houdt zich aan de verwijzing of het geldige indicatiebesluit cq. de zorgtoewijzing en de daarin vastgelegde aard en omvang van de Zorg, met inachtneming van hetgeen bepaald in lid 4.

Lid 2

De Zorgaanbieder verplicht zich om kwalitatief verantwoorde Zorg te leveren. Hieronder wordt verstaan: Zorg die cliëntgericht, doeltreffend en doelmatig wordt verleend zoals gebruikelijk in de kring van beroepsgenoten, die naar maatstaven van redelijkheid is afgestemd op de reële behoefte van de Verzekerde. De Zorg is bovendien proportioneel, gebaseerd op de laatste stand van de wetenschap en praktijk en onder- en overgebruik van Zorg wordt vermeden. Ten einde aan deze verplichtingen te kunnen voldoen, beschikt de Zorgaanbieder over voldoende gekwalificeerd personeel. Het personeel kan de Verzekerden en het Zorgkantoor in de Nederlandse taal te woord staan.

Lid 3

De Zorgaanbieder neemt uiterlijk binnen twee werkdagen, maar bij voorkeur dezelfde dag, na ontvangst van het Indicatiebesluit contact op met de Verzekerde en maakt op basis van het Indicatiebesluit met de Verzekerde afspraken om te komen tot Zorgverlening. (…)

Lid 5

Indien de Zorgaanbieder niet in staat is de geïndiceerde Zorg direct te leveren, is de Zorgaanbieder verantwoordelijk voor de (organisatie van) overbruggingszorg.

(…)

Artikel 2: Continuïteit van de zorglevering

Lid 1

De Zorgaanbieder garandeert de continuïteit van de Zorg. Dit betekent dat een Verzekerde de overeengekomen Zorg ook gedurende vakantieperiodes en officiële feestdagen ontvangt.

(…)

Artikel 6: Indicatiestelling

Lid 1

Onverminderd de eigen verantwoordelijkheid van de Verzekerde de looptijd van het Indicatiebesluit te bewaken, treedt de Zorgaanbieder tijdig in overleg met de Verzekerde over eventuele voortzetting van de Zorgverlening na afloop van het geldende Indicatiebesluit. De Zorgaanbieder doet datgene dat redelijkerwijs van hem kan worden verwacht om in overleg met de Verzekerde Zorg te dragen voor een tijdige aanvraag van een (her)indicatie bij het indicatieorgaan, zodat de continuïteit van Zorg wordt gewaarborgd. Indien de looptijd van het Indicatiebesluit is verstreken en het Indicatiebesluit niet is vervangen door een nieuw Indicatiebesluit, wordt de Zorgverlening niet vergoed.

(…)

Artikel 9: Zorg(leef)plan

Lid 1

De Zorgaanbieder bespreekt zo spoedig mogelijk, bij voorkeur voor de start van de Zorg, met de Verzekerde de aard en het doel van de Zorgverlening, de concrete wijze waarop beoogd wordt dit doel te bereiken, de verantwoordelijkheid voor en afstemming van de Zorg en de evaluatiefrequentie. Het resultaat van hetgeen besproken is, wordt uiterlijk binnen zes weken na aanvang van de Zorg in een Zorg(leef)plan vastgelegd.

Lid 2

In het Zorg(leef)plan moet zijn opgenomen wat de wensen zijn van de Verzekerde. De Zorgaanbieder legt in overleg met de Verzekerde minimaal vast het moment (tijdstip en dag) en de frequentie waarop de Zorg geleverd wordt, de vorm, de omvang (basiszorg en eventuele meerzorg) en de inhoud van de Zorg die de organisatie biedt, de plaats waar de Zorg geleverd wordt en de functie van de medewerker die de Zorg levert.

(…)

Lid 6

In het Zorg(leef)plan is vastgelegd wanneer en hoe de afspraken met de Verzekerde zijn besproken en periodiek worden geëvalueerd, dat de Verzekerde het Zorg(leef)plan kan inzien en hierover in gesprek kan gaan.

Lid 7

De Zorgverleningsovereenkomst en het Zorg(leef)plan dienen te worden ondertekend door de Zorgaanbieder en de Verzekerde en/of diens vertegenwoordiger. Indien de aard en/of de omvang van de te leveren Zorg verandert ten opzichte van de afspraken in het Zorgplan wordt dit in overleg met de Verzekerde en/of diens vertegenwoordiger gedaan. Voor deze wijziging tekenen zowel de Verzekerde en/of diens vertegenwoordiger, als de Zorgaanbieder.

(…)

Lid 10

De systematiek van het Zorg(leef)plan dient in afstemming met de cliëntenraad van de Zorgaanbieder te zijn opgesteld. De Zorgverleningsovereenkomst en het Zorg(leef)plan dienen in goed overleg met de Verzekerde tot stand te komen. Het Zorg(leef)plan wordt minimaal eens per jaar met de Verzekerde geëvalueerd en waar nodig bijgesteld. Als de aard van de zorgvraag daartoe aanleiding geeft wordt de Zorgverleningsovereenkomst of het Zorg(leef)plan vaker geëvalueerd en zonnodig bijgesteld.

Lid 11

De Zorgaanbieder draagt er zorg voor dat (waar mogelijk en altijd in overleg met de Verzekerde overbodige, onnodige of ondoelmatige Zorg wordt afgebouwd en dat de Verzekerde optimaal wordt ondersteund bij het realiseren van zelfregie / eigen handelen.

Artikel 10: Onderaannemerschap

Lid 1

Verleende zorg in Onderaanneming komt alleen voor vergoeding in aanmerking indien vooraf toestemming is verleend door het Zorgkantoor. De inschakeling van een Onderaannemer geschiedt voor eigen rekening en risico van de Zorgaanbieder en doet niet af aan de verplichtingen van de Zorgaanbieder uit deze overeenkomst.

(…)

Lid 3

De Zorgaanbieder is en blijft volledig verantwoordelijk en aansprakelijk voor alle aspecten van de door de Onderaannemer geleverde Zorg. Daaronder valt in ieder geval levering van kwalitatief verantwoorde Zorg, op een rechtmatige en doelmatige wijze.

Lid 4

De Zorgaanbieder garandeert dat de Zorgverlening door de Onderaannemer(s) aan dezelfde eisen voldoet, als die welke aan de Zorgverlening door de Zorgaanbieder zelf zijn gesteld.

(…)

Lid 6

Het Zorgkantoor heeft het recht om Onderaannemers te weigeren.

Lid 7

De hoofdaannemer is verantwoordelijk voor het declareren van de geleverde Zorg aan het Zorgkantoor en verantwoording aan het CAK.

Lid 8

De hoofdaannemer ziet er op toe dat de Onderaannemer niet rechtstreeks facturen aan de Verzekerde stuurt voor Zorg die valt binnen de AWBZ-aanspraken van de Verzekerde.

(…)

Artikel 27 Overdracht van rechten en fusie

Lid 1

De Zorgaanbieder mag de rechten en verplichtingen uit deze Overeenkomst geheel noch gedeeltelijk aan een of meerdere derden overdragen of door een of meerdere derden laten overnemen zonder voorafgaande schriftelijke goedkeuring van het Zorgkantoor. Het Zorgkantoor kan een goedkeuring als bedoeld in de eerste volzin voorwaarden verbinden. (…)”

2.14.

Zorgaanbieder [C] heeft een klachtenregeling opgesteld, waarin is geregeld op welke wijze zorgvragers (cliënten: “natuurlijke personen aan wie [C] (…) gezondheidszorg verleent of heeft verleend”) klachten kunnen indienen over de door [C] verleende zorg. [C] stelt een onafhankelijke klantencommissie in.

De Inspecteur heeft in zijn aanvulling op zijn verweerschrift in eerste aanleg de tekst vermeld op de website van [C] met betrekking tot klachten:

“Bent u niet tevreden?

Als u niet tevreden bent over de zorgverlening van het Buurtzorgteam kunt u dit bespreken met uw persoonlijk begeleider. Zij zal in overleg met u proberen een oplossing voor het probleem te vinden. Mocht dit onverhoopt niet lukken dan kunt u contact opnemen met de klachtenfunctionaris. (…)

Bekijk hier de klachtenregeling.”

3 Geschil

3.1.

In geschil is of de voordelen die belanghebbende als zorgverlener geniet met de door haar verleende AWBZ-zorg in natura als winst uit onderneming zijn aan te merken, althans of belanghebbende aan de verstrekte VAR-wuo het rechtens te honoreren vertrouwen kan ontlenen dat zulks het geval is, of als loon uit (fictieve) dienstbetrekking dan wel als resultaat uit overige werkzaamheden (ROW).

3.2.

Belanghebbende stelt dat sprake is van winst uit onderneming en concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank, tot vernietiging van de uitspraak op bezwaar en tot vermindering van de bestreden aanslag. De gemachtigde van belanghebbende heeft wat betreft de cijfermatige uitwerking van belanghebbendes standpunt ter zitting van het Hof verklaard dat de hiervoor onder 2.7 genoemde niet-aangegeven looninkomsten (€ 12.251 en € 290) door de Inspecteur terecht zijn bijgeteld, zij het dat belanghebbende het standpunt inneemt dat de looninkomsten van [E1] BV ten bedrage van € 12.251 door absorptie als winst uit onderneming dienen te worden aangemerkt. Verder heeft de gemachtigde van belanghebbende ter zitting van het Hof desgevraagd bevestigd dat de in 2013 ter zake van de AWBZ-zorg in natura van [E] ontvangen vergoedingen € 27.743 bedragen in plaats van € 22.879, zodat de in aanmerking te nemen omzet met € 4.864 dient te worden verhoogd (zie 2.8).

3.3.

De Inspecteur stelt primair dat sprake is van loon uit dienstbetrekking en subsidiair dat sprake is van ROW. De Inspecteur bestrijdt het beroep van belanghebbende op het vertrouwensbeginsel. De Inspecteur concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.

4 Beoordeling van het geschil

5 Griffierecht en proceskosten

6 Beslissing