Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 20-02-2018, ECLI:NL:GHARL:2018:1637, 1601487 tm 1601490

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 20-02-2018, ECLI:NL:GHARL:2018:1637, 1601487 tm 1601490

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
20 februari 2018
Datum publicatie
23 februari 2018
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2018:1637
Formele relaties
Zaaknummer
1601487 tm 1601490

Inhoudsindicatie

Het hof is van oordeel dat de voor één opdrachtgever verrichte secretariële werkzaamheden in loondienst hebben plaatsgevonden. De navorderingsaanslagen blijven in stand.

Hoger beroep is gegrond omdat een ambtshalve aangebrachte vermindering van een navorderingsaanslag in de beroepsfase tot stand is gekomen. Rechtbank had het beroep om die reden gegrond moeten verklaren.

Uitspraak

locatie Leeuwarden

nummers 16/01487 tot en met 16/01490

uitspraakdatum: 20 februari 2018

Uitspraak van de eerste meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 3 november 2016, nummers LEE 15/2836 tot en met 15/2839, in het geding tussen belanghebbende en

de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Groningen (hierna: de Inspecteur)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Aan belanghebbende zijn over de jaren 2008 tot en met 2011 navorderingsaanslagen in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (hierna: IB/PVV) opgelegd. Bij beschikkingen is heffingsrente berekend. Bij beschikkingen zijn over de jaren 2009 tot en met 2011 boeten opgelegd.

1.2.

De Inspecteur heeft bij uitspraken op bezwaar de bezwaren tegen de navorderingsaanslagen in de IB/PVV over de jaren 2008 en 2009 gegrond verklaard en de desbetreffende navorderingsaanslagen verminderd en de daarmee samenhangende heffingsrente dienovereenkomstig verminderd, en de bezwaren tegen de navorderingsaanslagen in de IB/PVV over de jaren 2010 en 2011 ongegrond verklaard. Daarnaast heeft de Inspecteur de bezwaren tegen de boetebeschikkingen ongegrond verklaard.

1.3.

Belanghebbende is tegen die uitspraken in beroep gekomen bij de rechtbank Noord-Nederland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft de beroepen gericht tegen de navorderingsaanslagen in de IB/PVV ongegrond verklaard, de beroepen gericht tegen de boetebeschikkingen gegrond verklaard, en de uitspraken op bezwaar met betrekking tot de boetebeschikkingen en de boetebeschikkingen vernietigd. Voorts heeft de Rechtbank de Inspecteur veroordeeld in de proceskosten van belanghebbende tot een bedrag van € 2.226.

1.4.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

1.5.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 19 december 2017. Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 Vaststaande feiten

2.1.

Belanghebbende staat sinds 25 oktober 2006 ingeschreven bij de Kamer van Koophandel als eenmanszaak onder de naam ‘ [A] ’, met de volgende bedrijfsomschrijving: ‘het verlenen van secretariële en juridische diensten aan advocaten en overige organisaties’.

2.2.

In de onderhavige jaren verrichtte belanghebbende werkzaamheden voor de praktijkvennootschap van mr. [B] en voor mr. [C] , de zoon van [B] , welke beide personen een maatschap vormen (hierna: de maatschap) op het kantooradres [a-straat] 9 te [D] . Belanghebbende verrichtte secretariële werkzaamheden, zoals typewerkzaamheden, notuleren, agendabeheer, postverwerking en het beantwoorden van de telefoon.

2.3.

In de onderhavige jaren werkte belanghebbende tevens in loondienst bij [E] en in 2008 daarnaast ook bij het bedrijf [F] en in 2011 bij [G] . Zij genoot in 2008 in totaal € 10.048 aan belastbaar loon, in 2009 € 19.747, in 2010 € 14.628 en in 2011 € 13.044.

2.4.

Belanghebbende was in de onderhavige jaren woonachtig bij haar moeder in een huurwoning.

2.5.

Tot 26 mei 2009 beschikte belanghebbende niet over een rijbewijs. In 2008 is belanghebbende gestart met rijlessen. Vanaf 26 mei 2009 beschikt belanghebbende over een rijbewijs en heeft zij een auto van het merk Nissan, type Quashqai, (hierna: leaseauto) geleased. De cataloguswaarde van deze auto bedraagt € 32.059. Naast de leaseauto had belanghebbende een andere auto ter beschikking van het merk Toyota.

2.6.

In 2010 heeft belanghebbende een opleiding TV-college gevolgd. De opleiding bestond uit acteerlessen.

2.7.

Op 12 november 2013 is de Inspecteur een boekenonderzoek gestart naar de aanvaardbaarheid van de aangiften in de IB/PVV voor 2008 tot en met 2012 en de aangiften in de omzetbelasting over het tijdvak 1 januari 2008 tot en met 31 december 2012. Het naar aanleiding van dat onderzoek opgemaakte rapport dateert van 30 oktober 2014. Tijdens het onderzoek is – kort gezegd – geconstateerd dat geen sprake is van winst uit onderneming, diverse kosten ten onrechte in aftrek zijn gebracht en ten onrechte geen privégebruik auto is aangegeven.

2.8.

Bij brief van 3 december 2013 aan belanghebbende heeft de Inspecteur de navorderingsaanslag in de IB/PVV over het jaar 2008 aangekondigd. In deze brief is onder meer geschreven:

“Hierbij delen wij u mede dat wij, in verband met de ophanden zijnde verjaring van de termijn voor het opleggen van aanslagen, ter behoud van rechten (…) navorderingsaanslagen inkomstenbelasting/ premie volksverzekeringen (hierna IB/PVV) over het jaar 2008 zullen opleggen.

Het betreft (…) navorderingsaanslagen IB/PVV 2008 naar een inkomen van € 22.679.”

2.9.

De navorderingsaanslag in de IB/PVV over het jaar 2008, met dagtekening 14 december 2013, is overeenkomstig de aankondiging vastgesteld naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 22.679. Dit bedrag is als volgt berekend:

Vastgesteld bij aanslag

€ 0

- correctie meer winst

€ 19.463

- geen persoonsgebonden aftrek

€ 3.216

Totale correctie

€ 22.679

Nader vastgesteld bij navorderingsaanslag

€ 22.679

Bij uitspraak op bezwaar met dagtekening 9 juni 2015 is het belastbare inkomen uit werk en woning door de Inspecteur als volgt verminderd:

Nader vastgesteld bij navorderingsaanslag

€ 22.679

- minder correctie autokosten

€ 3.916

Nader vastgesteld bij uitspraak op bezwaar

€ 18.763

De bijbehorende beschikking heffingsrente is dienovereenkomstig verminderd.

2.10.

De Inspecteur heeft in zijn verweerschrift in eerste aanleg een herberekening gemaakt van het belastbare inkomen uit werk en woning voor het jaar 2008 en het door hem voorgestane bedrag als volgt berekend:

Resultaat (zonder zelfstandigenaftrek, MKB-winstvrijstelling en investeringsaftrek)

€ 4.004

- correctie afschrijvingskosten

€ 5.999

- correctie huurkosten

€ 2.400

- correctie representatiekosten

€ 1.297

- correctie opleidingskosten

€ 965

Totale correctie

€ 10.661

Nieuw resultaat

€ 14.665

Bij: loon volgens aangifte

€ 10.048

Belastbaar inkomen uit werk en woning

€ 24.713

2.11.

Naar aanleiding van de uitkomsten van het onder 2.7 genoemde boekenonderzoek heeft de Inspecteur de navorderingsaanslag in de IB/PVV over het jaar 2009, met dagtekening 29 november 2014, vastgesteld naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 38.212. Dit bedrag is als volgt berekend:

Vastgesteld bij aanslag

€ 8.054

- correctie afschrijvingskosten

€ 2.499

- correctie autokosten (privégebruik auto)

€ 5.055

- correctie huurkosten

€ 2.400

- correctie representatiekosten

€ 1.338

- correctie opleidingskosten

€ 2.386

- correctie verkoopkosten

€ 8.585

- geen zelfstandigenaftrek

€ 9.251

- geen MKB-winstvrijstelling

-/- € 1.356

Totale correctie

€ 30.158

Nader vastgesteld bij navorderingsaanslag

€ 38.212

Bij uitspraak op bezwaar met dagtekening 9 juni 2015 is het belastbare inkomen uit werk en woning door de Inspecteur als volgt verminderd:

Nader vastgesteld bij navorderingsaanslag

€ 38.212

- minder correctie autokosten

€ 309

Nader vastgesteld bij uitspraak op bezwaar

€ 37.903

De bijbehorende beschikking heffingsrente is dienovereenkomstig verminderd.

2.12.

De Inspecteur heeft bij beschikking van 20 oktober 2015 de navorderingsaanslag in de IB/PVV over het jaar 2009 ambtshalve verminderd – in verband met een verdere vermindering van de correctie autokosten met € 360 – tot een navorderingsaanslag berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 37.543 en de bijbehorende beschikking heffingsrente dienovereenkomstig verminderd.

2.13.

Naar aanleiding van de uitkomsten van het onder 2.7 genoemde boekenonderzoek heeft de Inspecteur de navorderingsaanslag in de IB/PVV over het jaar 2010, met dagtekening 29 november 2014, vastgesteld naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 37.547. Dit bedrag is als volgt berekend:

Vastgesteld bij aanslag

€ 5.183

- correctie afschrijvingskosten

€ 2.499

- correctie autokosten (privégebruik auto)

€ 7.053

- correctie huurkosten

€ 2.400

- correctie representatiekosten

€ 3.798

- correctie opleidingskosten

€ 1.484

- correctie verkoopkosten

€ 15.130

Totale correctie

€ 32.364

Nader vastgesteld bij navorderingsaanslag

€ 37.547

Bij uitspraak op bezwaar met dagtekening 9 juni 2015 is de navorderingsaanslag gehandhaafd.

2.14.

Naar aanleiding van de uitkomsten van het onder 2.7 genoemde boekenonderzoek heeft de Inspecteur de navorderingsaanslag in de IB/PVV over het jaar 2011, met dagtekening 29 november 2014, vastgesteld naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 29.039. Dit bedrag is als volgt berekend:

Vastgesteld bij aanslag

-/- € 9.422

- correctie afschrijvingskosten

€ 2.499

- correctie autokosten (privégebruik auto)

€ 7.053

- correctie huurkosten

€ 2.400

- correctie representatiekosten

€ 3.520

- correctie verkoopkosten

€ 22.989

Totale correctie

€ 38.461

Nader vastgesteld bij navorderingsaanslag

€ 29.039

Bij uitspraak op bezwaar met dagtekening 9 juni 2015 is de navorderingsaanslag gehandhaafd.

3 Geschil

3.1.

In geschil is of de voordelen die belanghebbende geniet uit de werkzaamheden zoals hiervoor – onder 2.1 en 2.2 – vermeld, eventueel met een beroep op het vertrouwensbeginsel, kunnen worden aangemerkt als winst uit onderneming, en of de Inspecteur ten onrechte bepaalde kosten (te weten: afschrijvingskosten, kosten van een werkruimte, opleidingskosten, verkoop- en kantoorkosten) niet in aftrek heeft toegelaten en een bijtelling voor privégebruik auto in aanmerking heeft genomen. Voorts is in geschil of de Inspecteur ten onrechte een bedrag van € 1.484 aan scholingskosten voor het volgen van een cursus TV-college niet als persoonsgebonden aftrek in aftrek heeft toegelaten.

3.2.

Belanghebbende beantwoordt deze vragen bevestigend en concludeert, naar het Hof begrijpt, tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank voor zover deze de navorderingsaanslagen en de bijbehorende beschikkingen heffingsrente betreft, en tot vernietiging van de uitspraken van de Inspecteur, de navorderingsaanslagen en de bijbehorende beschikkingen heffingsrente.

3.3.

De Inspecteur beantwoordt de onder 3.1 vermelde vragen ontkennend en concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.

4 Beoordeling van het geschil

5 Griffierecht en proceskosten

6 Beslissing