Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 04-04-2018, ECLI:NL:GHARL:2018:3029, 17/00352
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 04-04-2018, ECLI:NL:GHARL:2018:3029, 17/00352
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 4 april 2018
- Datum publicatie
- 20 april 2018
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2018:3029
- Formele relaties
- Cassatie: ECLI:NL:HR:2018:2179
- Zaaknummer
- 17/00352
Inhoudsindicatie
IB/PVV. Specifieke zorgkosten. Ziektekosten. Opleidingskosten zoon met dyslexie en dyscalculie.
Uitspraak
locatie Arnhem
nummer 17/00352
uitspraakdatum: 4 april 2018
Uitspraak van de achtste enkelvoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)
tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 15 februari 2017, nummer AWB 16/4721 in het geding tussen belanghebbende en
de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Arnhem (hierna: de Inspecteur)
1 Ontstaan en loop van het geding
De Inspecteur heeft aan belanghebbende voor 2013 een voorlopige aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (hierna: de IB/PVV) opgelegd. Daarbij is bij beschikking belastingrente in rekening gebracht.
Op het bezwaar van belanghebbende heeft de Inspecteur de aanslag en, naar het Hof begrijpt, de beschikking bij in één geschrift vervatte uitspraken op bezwaar gehandhaafd.
Belanghebbende is tegen die uitspraken in beroep gekomen. De rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank) heeft het beroep ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.
Tot de stukken van het geding behoort, naast de hiervoor vermelde stukken, het van de Rechtbank ontvangen dossier dat op deze zaak betrekking heeft.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 20 maart 2018 te Arnhem. Daarbij zijn verschenen belanghebbende alsmede, namens de Inspecteur, [A] , tot bijstand vergezeld door [B] .
2 De vaststaande feiten
Een zoon van belanghebbende, [C] , geboren [in] 1995 (hierna: de zoon) heeft dyslexie en dyscalculie, hetgeen door een bevoegde orthopedagoog is vastgesteld. Op grond van een daarvoor opgestelde verklaring geniet de zoon bij het volgen van onderwijs bepaalde faciliteiten.
De zoon heeft in 2013 onderwijs gevolgd aan het [D] College. Belanghebbende heeft ter zake daarvan een bedrag van € 16.936 betaald. Hij heeft dit bedrag in zijn aangifte voor 2013 vermeld als specifieke zorgkosten, meer in het bijzonder: kosten van hulpmiddelen.
De Inspecteur heeft bij het vaststellen van de aanslag de in de aangifte vermelde aftrek wegens specifieke zorgkosten, na aftrek van de drempel een bedrag van € 15.980, niet aanvaard als persoonsgebonden aftrek.
3 Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen
In geschil is de vastgestelde voorlopige aanslag. Het geschil spitst zich toe op de vraag of de Inspecteur bij het vaststellen van het belastbare inkomen uit werk en woning terecht de door belanghebbende betaalde uitgaven voor een opleiding van de zoon aan het [D] College niet in aanmerking heeft genomen als specifieke zorgkosten.
Beide partijen hebben voor hun standpunt aangevoerd wat is vermeld in de van hen afkomstige stukken.
Belanghebbende concludeert, naar het Hof begrijpt, tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank en die van de Inspecteur, en tot vermindering van de aanslag.
De Inspecteur concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.