Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 17-04-2018, ECLI:NL:GHARL:2018:3557, 17/00506

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 17-04-2018, ECLI:NL:GHARL:2018:3557, 17/00506

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
17 april 2018
Datum publicatie
20 april 2018
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2018:3557
Formele relaties
Zaaknummer
17/00506

Inhoudsindicatie

Een gerechtigde tot een uitkering op grond van de Wet inkomensvoorziening voor oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IAOW-uitkering) heeft geen recht op arbeidskorting, doorwerkbonus en verhoogde alleenstaande-ouderenkorting.

Uitspraak

locatie Leeuwarden

nummer 17/00506

uitspraakdatum: 17 april 2018

Uitspraak van de eerste meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 30 maart 2017, nummer LEE 16/2306, ECLI:NL:RBNNE:2017:1114, in het geding tussen belanghebbende en

de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Amsterdam (hierna: de Inspecteur)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Aan belanghebbende is voor het jaar 2012 een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (IB/PVV) opgelegd. Bij beschikking is belastingrente berekend.

1.2.

De Inspecteur heeft bij uitspraak op bezwaar het bezwaar ongegrond verklaard.

1.3.

Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij de rechtbank Noord-Nederland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.

1.4.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

1.5.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 6 maart 2018. Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 Vaststaande feiten

2.1.

Belanghebbende genoot het gehele jaar 2012 een uitkering op grond van de Wet inkomensvoorziening voor oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (hierna: IOAW-uitkering).

2.2.

In het kader van de IOAW-uitkering heeft belanghebbende gedurende het jaar 2012 diverse werkzaamheden verricht. Belanghebbende heeft gemiddeld twintig uur per week werkzaamheden verricht als conciërge bij een scholengemeenschap en bij het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen in Emmen. Daarnaast heeft belanghebbende gemiddeld vier uur per week werkzaamheden verricht voor de cliëntenraad van de gemeente Emmen.

2.3.

Belanghebbende heeft op 31 augustus 2013 aangifte in de IB/PVV voor het jaar 2012 gedaan naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 27.053. In de aangifte heeft belanghebbende de IOAW-uitkering, groot € 19.100, en een prepensioen van [A] , groot € 9.198, aangemerkt als „loon, uitkering ZW en andere inkomsten uit tegenwoordige arbeid”. Op grond hiervan zijn bij het opleggen van de voorlopige aanslag in de IB/PVV voor 2012 met dagtekening 11 oktober 2013 de volgende heffingskortingen toegekend:

Algemene heffingskorting

€ 2.033

Arbeidskorting

€ 1.611

Doorwerkbonus

€ 1.616

Basis alleenstaande-ouderkorting

€ 947

Verhoogde alleenstaande-ouderkorting

€ 1.217 +/+

Totaal heffingskortingen

€ 7.424

2.4.

Bij het opleggen van de definitieve aanslag in de IB/PVV voor 2012 heeft de Inspecteur - naast een bedrag van € 98 aan loonheffing - de arbeidskorting, de doorwerkbonus en de verhoogde alleenstaande-ouderkorting gecorrigeerd.

3 Geschil

3.1.

In geschil is of de Inspecteur voormelde correcties in de heffingskortingen met betrekking tot de IOAW-uitkering terecht heeft aangebracht, welke vraag door belanghebbende ontkennend en door de Inspecteur bevestigend wordt beantwoord.

3.2.

Belanghebbende stelt zich op het standpunt dat een voorwaarde voor het ontvangen van de uitkering was dat hij onbetaald werk zou verrichten, hetgeen hij heeft gedaan. Daarom is sprake van tegenwoordige arbeid. Voorts stelt belanghebbende dat de verschuldigdheid van de belastingrente, althans het oplopen van het bedrag ervan, is veroorzaakt door het niet controleren van de aangifte voordat de voorlopige aanslag werd opgelegd en doordat het daarna lang heeft geduurd voordat de definitieve aanslag werd opgelegd.

3.3.

De Inspecteur heeft het standpunt van belanghebbende gemotiveerd betwist.

4 Beoordeling van het geschil

5 Griffierecht en proceskosten

6 Beslissing