Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 17-04-2018, ECLI:NL:GHARL:2018:3560, 16/01138
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 17-04-2018, ECLI:NL:GHARL:2018:3560, 16/01138
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 17 april 2018
- Datum publicatie
- 20 april 2018
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2018:3560
- Formele relaties
- Eerste aanleg: ECLI:NL:RBNNE:2016:3914, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
- Zaaknummer
- 16/01138
Inhoudsindicatie
Vervoer van spiegel in auto met handelaarskenteken tijdens proefrit niet toegestaan. Naheffing MRB terecht.
Uitspraak
locatie Leeuwarden
nummer 16/01138
uitspraakdatum: 17 april 2018
Uitspraak van de eerste meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
de inspecteur van de Belastingdienst/Centrale Administratie te Apeldoorn (hierna: de Inspecteur)
tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 18 augustus 2016, met het nummer LEE 16/1602, in het geding tussen
[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)
en de Inspecteur.
1 Ontstaan en loop van het geding
Aan belanghebbende is met dagtekening 18 februari 2016 een naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting (MRB) opgelegd over het tijdvak 30 mei 2014 tot en met 29 mei 2015 ten bedrage van € 425 met boetebeschikking ten bedrage van € 425.
De Inspecteur heeft bij uitspraak op bezwaar het bezwaar ongegrond verklaard.
Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij de rechtbank Noord-Nederland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, de uitspraak op bezwaar, de naheffingsaanslag en de boetebeschikking vernietigd, de Inspecteur opgedragen het betaalde griffierecht van € 46 aan belanghebbende te vergoeden en de Inspecteur veroordeeld in de proceskosten van belanghebbende tot een bedrag van € 19.
De Inspecteur heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. Belanghebbende heeft zich verweerd.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 20 september 2017 te Leeuwarden. Aldaar heeft de Inspecteur een verzoek tot wraking van de voorzitter gedaan. De behandeling ter zitting is geschorst teneinde het wrakingsverzoek van de Inspecteur te behandelen. Nadat de wrakingskamer van het Hof dit verzoek had afgewezen, is het onderzoek hervat ter zitting van 6 maart 2018. Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.
2 Vaststaande feiten
Belanghebbende is een autohandelaar en tot zijn handelsvoorraad behoorde in de periode van 13 mei 2014 tot en met 25 augustus 2015 de auto met het kenteken [00-YYY-0] (de auto). De auto was bestemd voor verkoop.
Op 29 mei 2015 heeft belanghebbende de auto aan een potentiële koper meegegeven met de toestemming om daarmee die gehele dag proef te rijden. Die potentiële koper had eerder een reguliere proefrit met de auto gemaakt, waarbij de auto met pech stil was komen te staan. Om die reden heeft belanghebbende de auto op 29 mei 2015 voor een langere tijd dan gebruikelijk meegegeven. Op enig moment van die dag heeft de potentiële koper een spiegel (een relatiegeschenk) ontvangen, en deze in de auto vervoerd.
3 Geschil
De Inspecteur heeft ter zitting van 6 maart 2018 het hoger beroep betreffende de vernietigde boetebeschikking uitdrukkelijk en ondubbelzinnig ingetrokken. Het hoger beroep betreft enkel de opgelegde naheffingsaanslag.
In geschil is of met het vervoeren van de spiegel nog is voldaan aan de voorwaarden van de handelaarskentekenplaten en in het bijzonder aan het bepaalde in artikel 44, vierde lid, van het Kentekenreglement. Belanghebbende beantwoordt deze vraag bevestigend en de Inspecteur ontkennend.