Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 03-01-2018, ECLI:NL:GHARL:2018:37, 17/00629

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 03-01-2018, ECLI:NL:GHARL:2018:37, 17/00629

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
3 januari 2018
Datum publicatie
8 januari 2018
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2018:37
Zaaknummer
17/00629

Inhoudsindicatie

De omstandigheid dat belanghebbende met behoud van uitkering bij het E heeft gewerkt, leidt niet tot recht op de arbeidskorting.

Uitspraak

Afdeling belastingrecht

locatie Leeuwarden

nummer 17/00629

uitspraakdatum: 3 januari 2018

Uitspraak van de zesde enkelvoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 8 mei 2017, nummer LEE 16/4031, in het geding tussen belanghebbende en

de inspecteur van de Belastingdienst/kantoor Arnhem (hierna: de Inspecteur)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1

Aan belanghebbende is voor het jaar 2015 een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (IB/PVV) opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 10.587.

1.2

De Inspecteur heeft het tegen de aanslag ingediende bezwaar ongegrond verklaard.

1.3

Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij de rechtbank Noord-Nederland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep bij uitspraak van 8 mei 2017 ongegrond verklaard.

1.4

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

1.5

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 21 november 2017 te Leeuwarden. Daarbij zijn verschenen en gehoord belanghebbende en namens de Inspecteur [A] , bijgestaan door mr. [B] .

1.6

Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 De vaststaande feiten

2.1

Belanghebbende heeft blijkens de tot de gedingstukken behorende jaaropgaven van het jaar 2015 de volgende inkomsten genoten:

loonheffing

-

van de gemeente [C] € 10.161 € 1.495

-

van Stichting Pensioenfonds [D] € 4.040 € 1.456

-

van Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen € 1.744 € 646

2.2

Het van de gemeente [C] ontvangen bedrag is een uitkering ingevolge de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW-uitkering).

2.3

Belanghebbende heeft in het jaar 2015 een proefplaatsing gehad bij het [E] ( [E] ). Zij heeft hier gewerkt met behoud van de IOAW-uitkering.

2.4

Met dagtekening 15 januari 2015 heeft de Inspecteur een voorlopige aanslag in de IB/PVV voor het jaar 2015 vastgesteld naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 14.463, waarbij rekening is gehouden met een bedrag aan inkomsten uit tegenwoordige dienstbetrekking van € 18.000. De voorlopige aanslag heeft geleid tot een teruggaaf van € 2.746.

2.5

De definitieve aanslag in de IB/PVV is gedagtekend 28 mei 2016. Deze is opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 10.587. De looninkomsten zijn daarin als loon uit vroegere dienstbetrekking aangemerkt. De aanslag leidt na verrekening met de voorlopige aanslag tot een te betalen bedrag van € 810.

3 Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen

3.1

In geschil is de hoogte van de aanslag in de IB/PVV voor het jaar 2015.

3.2.

Belanghebbende stelt dat de berekeningen van de looninkomsten onjuist zijn, waarbij zij wijst op de door haar ontvangen nettobedragen. Tevens is zij van mening dat zij ter zake van de IAOW-uitkering recht heeft op de arbeidskorting.

3.3

De Inspecteur heeft de standpunten van belanghebbende gemotiveerd betwist.

3.4

Beide partijen hebben voor hun standpunt aangevoerd wat is vermeld in de van hen afkomstige stukken. Daaraan hebben partijen ter zitting toegevoegd hetgeen is vermeld in het proces-verbaal van de zitting.

4 Beoordeling van het geschil

5 Griffierecht en proceskosten

6 Beslissing