Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 15-05-2018, ECLI:NL:GHARL:2018:4337, 17/00992
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 15-05-2018, ECLI:NL:GHARL:2018:4337, 17/00992
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 15 mei 2018
- Datum publicatie
- 25 mei 2018
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2018:4337
- Zaaknummer
- 17/00992
Inhoudsindicatie
IB/PVV. Aftrek specifieke zorgkosten. Ziektekosten. Oogledencorrectie. Medische noodzaak? Verschillende andere posten.
Uitspraak
locatie Arnhem
nummer 17/00992
uitspraakdatum: 15 mei 2018
Uitspraak van de tiende enkelvoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)
tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 22 september 2017, nummer AWB 17/1122, in het geding tussen belanghebbende en
de inspecteur van de Belastingdienst/kantoor Eindhoven (hierna: de Inspecteur)
1 Ontstaan en loop van het geding
Aan belanghebbende is voor het jaar 2012 een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (hierna: IB/PVV) opgelegd, berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 40.232. Daarbij is bij beschikking belastingrente in rekening gebracht ten bedrage van € 14.
Deze aanslag en beschikking inzake de belastingrente zijn, na daartegen gemaakt bezwaar, bij in één geschrift vervatte uitspraken op bezwaar gehandhaafd door de Inspecteur.
Belanghebbende heeft tegen die uitspraken op bezwaar beroep ingesteld bij de rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.
Tot de stukken van het geding behoort het van de Rechtbank ontvangen dossier dat op deze zaak betrekking heeft.
Het onderzoek ter zitting in hoger beroep heeft plaatsgevonden op 3 mei 2018 te Arnhem. Daarbij zijn verschenen en gehoord: belanghebbende alsmede [A] namens de Inspecteur.
Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt. Een afschrift hiervan is aan deze uitspraak gehecht.
2 Vaststaande feiten
Belanghebbende, geboren in 1953, is gehuwd met mevrouw [B] (hierna: de echtgenote). Belanghebbende heeft diabetes.
De echtgenote is in het onderhavige jaar (2012) behandeld in het [C] Medisch Centrum te [D] , een medische kliniek op het terrein van de esthetische chirurgie. De behandeling betrof een (boven)oogledencorrectie. De operatie is uitgevoerd door dr. [E] , een plastisch chirurg. De kosten hiervan bedroegen € 1.750.
De echtgenote heeft bij haar zorgverzekeraar een verzoek ingediend om de kosten van de oogledencorrectie aan haar te vergoeden. De zorgverzekeraar heeft dat verzoek afgewezen. Bij brief van 16 juli 2012 schreef de zorgverzekeraar de echtgenote onder meer het volgende:
(…)
Geachte mevrouw [B] ,
Uw specialist vroeg een correctie huidoverschot bovenoogleden voor u aan. (…).
Wij vergoeden de behandeling niet. (…) uw klacht voldoet niet aan de voorwaarden. Het gaat om de volgende klacht:
Slecht zien, waarbij de pupil niet voor minstens de helft is bedekt;
Deze klacht staat niet in artikel D.1.6 van uw aanvullende verzekering. (…)
De voorwaarden
Bedekt het ooglid minstens de helft van uw pupil als u recht vooruit kijkt? Volgens artikel D.1.6. van uw aanvullende verzekering kunnen wij dan de correctie vergoeden van dat ooglid.
Wij kunnen u helaas niet anders berichten.
(…)’.
De echtgenote heeft het bedrag van € 1.750 ter zake van de oogledencorrectie in 2012 betaald aan de medische kliniek.
In zijn aangifte IB/PVV 2012 heeft belanghebbende aanspraak gemaakt op aftrek van het bedrag van € 1.750 als specifieke zorgkosten onder de noemer ‘genees- en heelkundige hulp’. Daarnaast heeft hij ook voor andere uitgaven aftrek als specifieke zorgkosten geclaimd. Het gaat om de volgende posten:
Kosten medicijnen € 436
Hulpmiddelen € 118
Uitgaven voor vervoer € 122
Dieetkosten € 100
Genees- en heelkundige hulp € 2.086
----------
Totaal € 2.862
Af: drempel € 732
----------
€ 2.130
Bij het vaststellen van de onderhavige aanslag heeft de Inspecteur geen specifieke zorgkosten in aftrek toegelaten. Hij heeft het bedrag van € 122 aan vervoerskosten weliswaar geaccepteerd als aftrekbare specifieke zorgkosten, maar nu dit bedrag niet boven de zogenoemde drempel van € 732 uitkomt, heeft dit niet geleid tot enige aftrek voor belanghebbende.
Belanghebbende heeft vergeefs bezwaar en beroep aangetekend tegen de onderhavige aanslag.
In hoger beroep is niet in geschil dat het bedrag van de drempel € 732 beloopt.
3 Geschil
In hoger beroep is in geschil of belanghebbende recht heeft op aftrek van een bedrag van € 2.130 aan specifieke zorgkosten. Belanghebbende beantwoordt die vraag bevestigend en de Inspecteur ontkennend.
Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank, de uitspraken op bezwaar, en tot vermindering van de aanslag tot een aanslag, berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 38.102 en een dienovereenkomstige vermindering van de in rekening gebrachte belastingrente. De Inspecteur concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.