Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 29-05-2018, ECLI:NL:GHARL:2018:4825, 16/01357 en 16/01358
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 29-05-2018, ECLI:NL:GHARL:2018:4825, 16/01357 en 16/01358
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 29 mei 2018
- Datum publicatie
- 1 juni 2018
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2018:4825
- Formele relaties
- Eerste aanleg: ECLI:NL:RBGEL:2016:5146, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- 16/01357 en 16/01358
Inhoudsindicatie
Hof volgt in zaken crisisheffing de jurisprudentie van de Hoge Raad nu belanghebbende geen andere argumenten aanvoert en niet aannemelijk
maakt dat sprake is van een individuele en buitensporige last.
Uitspraak
Locatie Leeuwarden
nummers 16/01357 en 16/01358
uitspraakdatum: 29 mei 2018
Uitspraak van de eerste meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[X] B.V. te [Z] (hierna: belanghebbende)
tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 27 september 2016, zaaknummers AWB 14/2678 en AWB 15/135,
in het geding tussen belanghebbende en
de inspecteur van de Belastingdienst/kantoor Amsterdam (hierna: de Inspecteur)
1 Ontstaan en loop van het geding
Aan belanghebbende is over het tijdvak 1 maart 2013 tot en met 31 maart 2013 een naheffingsaanslag in de loonheffingen opgelegd naar een bedrag van € 2.284.705, waarin een bedrag van € 1.443.564 als pseudo-eindheffing hoog loon is begrepen. Bij beschikking is een boete opgelegd van € 4.920.
Aan belanghebbende is over het tijdvak 1 maart 2014 tot en met 31 maart 2014 een naheffingsaanslag in de loonheffingen opgelegd naar een bedrag van € 2.255.332, waarin een bedrag van € 1.355.392 als pseudo-eindheffing hoog loon is begrepen. Bij beschikking is een boete opgelegd van € 4.920.
Op de bezwaarschriften van belanghebbende heeft de Inspecteur bij uitspraken op bezwaar de bestreden naheffingsaanslagen en boetebeschikkingen gehandhaafd.
Belanghebbende is tegen die uitspraken in beroep gekomen bij de rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep bij uitspraak van 27 september 2016 ongegrond verklaard, de uitspraak op bezwaar over 2013 voor wat de boetebeschikking betreft vernietigd en de verzuimboete over het tijdvak 1 maart 2013 tot en met 31 maart 2013 verminderd tot € 4.674.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.
Tot de stukken van het geding behoren, naast de hiervoor vermelde stukken, de van de Rechtbank ontvangen dossiers die op deze zaken betrekking hebben alsmede alle stukken die nadien, al dan niet met bijlagen, door partijen in hoger beroep zijn overgelegd.
Partijen zijn door het Hof uitgenodigd voor de mondelinge behandeling van de zaken ter zitting op 3 april 2018 te Leeuwarden. Beide partijen hebben per brief aan het Hof laten weten niet te zullen verschijnen. De gemachtigde van belanghebbende heeft in de desbetreffende brief tevens te kennen gegeven nog aanspraak te maken op de vergoeding van immateriële schade. De Inspecteur heeft deze brief in afschrift van het Hof ontvangen en is in de gelegenheid gesteld binnen drie weken daarop desgewenst te reageren en eventueel te laten weten of het verzoek van belanghebbende hem aanleiding geeft alsnog een mondelinge behandeling te willen. De Inspecteur heeft niet op de brief gereageerd. De voorzitter heeft daarop het onderzoek gesloten.
2 De vaststaande feiten
Belanghebbende is een professionele voetbalorganisatie die uitkomt in de eredivisie betaald voetbal van de Koninklijke Nederlandse Voetbal Bond (KNVB). Tevens speelt het team van belanghebbende voor de KNVB-beker en in de Europese competities van de United European Football Association (UEFA).
Alle aandelen in belanghebbende worden gehouden door de Stichting [A] . Belanghebbende is de moedermaatschappij van een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting met zes dochtermaatschappijen. Zij houdt daarnaast 50% van de aandelen in [B] BV.
Voor de jaren 2010 tot en met 2013 bedragen het door belanghebbende aangegeven loon en de daarop ingehouden loonheffingen (bedragen in euro’s):
2010 2011 2012 2013 2014
Loon 18.163.431 22.792.544 23.661.650 23.323.181 23.015.321
Loonheffingen 7.842.841 10.016.051 10.155.256 10.108.431 9.925.097
Het merendeel van de loonsom betreft het loon betaald aan de spelers en de technische staf van [C] , waarbij het gebruikelijk is premies en/of bonussen uit te keren, welke voor aanvang van het desbetreffende seizoen zijn toegekend dan wel zijn overeengekomen in de respectieve individuele arbeidsovereenkomsten.
Belanghebbende heeft in de aangiften in de loonheffingen over het tijdvak 1 maart 2013 tot en met 31 maart 2013 en het tijdvak 1 maart 2014 tot en met 31 maart 2014 op grond van artikel 32bd van de Wet op de loonbelasting 1964 (tekst 2013 en 2014, hierna: de Wet) het loon in aanmerking genomen dat door de werknemers is genoten in 2012 respectievelijk 2013, voor zover dat meer bedraagt dan € 150.000 per werknemer. De over dit loon verschuldigde pseudo-eindheffing hoog loon (hierna: crisisheffing) bedroeg in 2013 € 1.443.564 en in 2014 € 1.355.392. Belanghebbende heeft deze bedragen niet afgedragen. Daarop heeft de Inspecteur de bestreden naheffingsaanslagen opgelegd, waarin voormelde bedragen mede zijn begrepen. Voor de betaling daarvan is uitstel verleend.
Uit de aangiften in de vennootschapsbelasting van de fiscale eenheid blijkt onder meer het volgende (bedragen in euro’s):
Boekjaar 07/09-06/10 07/10-06/11 07/11-06/12 07/12-06/13
Winstreserves -/- 8.006.396 -/- 6.380.258 -/- 7.727.080 -/- 16.825.740
Totale bedrijfs-
Opbrengsten 43.105.411 55.984.461 51.113.171 47.577.040
Grondstofkosten 3.940.478 -/- 8.154.166 -/- 6.898.403-/-
Personeelskosten 22.728.583 -/- 29.153.758 -/- 28.123.946 -/- 35.302.405-/-Afschrijvingen 11.701.900 -/- 13.105.410 -/- 16.533.210 -/- 12.968.189 -/-
Overige kosten 16.051.634 -/- 9.516.251 -/- 8.471.729 -/- 8.599.977 -/-
Saldo financiële
baten en lasten 30.823 + 3.158.873 -/- 3.454.554 -/- 3.750.686 -/-
Buitengewone
Resultaten 6.060.375 + 12.277.612 + 11.769.230 +
Fiscale winst -/- 7.345.883 3.170.066 -/- 1.346.822 -/- 8.173.390
Tot de stukken van het geding behoren voorts de commerciële jaarstukken over het seizoen 2013/2014, waaruit een negatief nettoresultaat na belastingen naar voren komt van € 7.236.000.
De omzet exclusief omzetbelasting van belanghebbende bedroeg volgens de aangiften in de omzetbelasting van de fiscale eenheid voor de omzetbelasting tussen belanghebbende en zeven andere – onder 2.2 geduide – vennootschappen (bedragen in euro’s):
2010 2011 2012 2013 2014
Omzet 45.647.912 61.816.462 52.871.572 43.032.785 57.181.835
3 Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen
In geschil is of de Inspecteur terecht de crisisheffing in de bestreden naheffingsaanslagen heeft begrepen. Voor het overige zijn deze naheffingsaanslagen niet in geschil. Voorts is in geschil of de Inspecteur terecht de bestreden boetebeschikkingen heeft genomen.
Belanghebbende beantwoordt deze vragen ontkennend en concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank, vernietiging van de uitspraken op bezwaar en vermindering van de bestreden naheffingsaanslagen en tot vernietiging van de bestreden boetebeschikkingen.
De Inspecteur beantwoordt de hiervoor – onder 3.1 –vermelde vragen bevestigend en concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.
Beide partijen hebben voor hun standpunt aangevoerd wat is vermeld in de van hen afkomstige stukken.