Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 26-06-2018, ECLI:NL:GHARL:2018:5942, 17/00937
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 26-06-2018, ECLI:NL:GHARL:2018:5942, 17/00937
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 26 juni 2018
- Datum publicatie
- 29 juni 2018
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2018:5942
- Zaaknummer
- 17/00937
Inhoudsindicatie
Belanghebbende heeft recht op proceskostenvergoeding voor het in de bezwaarfase opgemaakte taxatierapport. Ontvangst van het taxatierapport door heffingsambtenaar is niet relevant.
Uitspraak
locatie Leeuwarden
nummer 17/00937
uitspraakdatum: 26 juni 2018
Uitspraak van de zesde enkelvoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)
tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 31 augustus 2017, nummer LEE 17/359, in het geding tussen belanghebbende en
de heffingsambtenaar van de gemeente Dongeradeel (hierna: de heffingsambtenaar)
1 Ontstaan en loop van het geding
De heffingsambtenaar heeft bij beschikking op grond van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: de Wet WOZ) de waarde van de onroerende zaak aan de [a-straat 1] te [A] , per waardepeildatum 1 januari 2015, voor het jaar 2016 vastgesteld op € 247.000.
De heffingsambtenaar heeft bij uitspraak op bezwaar het bezwaar gegrond verklaard en de waarde verminderd tot € 244.000. Tevens heeft de heffingsambtenaar € 492 aan proceskostenvergoeding toegekend.
Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij de rechtbank Noord-Nederland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 13 juni 2018. Belanghebbende is daarbij met kennisgeving aan het Hof niet verschenen. De heffingsambtenaar is evenmin verschenen, nadat hij voor de mondelinge behandeling was uitgenodigd bij aangetekende brief van 16 april 2018, gericht aan het postadres van de heffingsambtenaar, DDFK-gemeenten, postbus 13 te 9290 AA Kollum. Blijkens informatie op de website mijnpakket.post.nl is de uitnodiging op 17 april 2018 op dit adres aangeboden en in ontvangst genomen. De heffingsambtenaar is zonder bericht van verhindering niet verschenen.
2 Vaststaande feiten
De heffingsambtenaar heeft bij beschikking van 29 februari 2016 voor het kalenderjaar 2016 de waarde voor de Wet WOZ van de onroerende zaak vastgesteld op € 247.000. Belanghebbende heeft daartegen per faxbericht van 9 maart 2016 bezwaar gemaakt. In dat bezwaar heeft hij gevraagd het door de heffingsambtenaar opgemaakte taxatieverslag of de rekenkundige taxatiematrix aan hem toe te sturen. Ook is verzocht om een hoorzitting.
Nadat het taxatieverslag was toegezonden, heeft de heffingsambtenaar bij brief met dagtekening 12 april 2016 belanghebbende een termijn gesteld voor een nadere motivering van het bezwaarschrift.
Op 9 maart 2016 is van de zijde van belanghebbende aan [B] , een taxatieopdracht gegeven. Vervolgens is op 16 september 2016 het taxatierapport, waarin de waarde voor de Wet WOZ van de onroerende zaak naar de waardepeildatum 1 januari 2015 na een niet-inpandige taxatie op € 225.000 is geschat, tot stand gekomen.
Op 9 december 2016 is belanghebbende telefonisch gehoord. Op 18 januari 2017 heeft de heffingsambtenaar het bezwaar gegrond verklaard en is de waarde van de onroerende zaak verminderd tot € 244.000. Tevens is een proceskostenvergoeding van € 492 voor professionele rechtsbijstand toegekend, berekend op basis van het Besluit proceskosten bestuursrecht (hierna: Bpb) naar twee proceshandelingen (bezwaarschrift en hoorzitting) en een wegingsfactor 1.
3 Geschil
In geschil is de hoogte van de voor de bezwaarfase toegekende proceskostenvergoeding.
Belanghebbende stelt zich op het standpunt dat de proceskostenvergoeding verhoogd moet worden met een bedrag van € 121 als kosten van het in zijn opdracht in de bezwaarfase opgemaakte taxatierapport.
De heffingsambtenaar stelt dat bij de hoogte van de proceskostenvergoeding van de bezwaarfase geen rekening hoeft te worden gehouden met het taxatierapport, omdat hij het taxatierapport in de bezwaarfase niet heeft ontvangen en daarmee dus geen rekening kon houden.