Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 31-07-2018, ECLI:NL:GHARL:2018:6897, 18/00013

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 31-07-2018, ECLI:NL:GHARL:2018:6897, 18/00013

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
31 juli 2018
Datum publicatie
10 augustus 2018
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2018:6897
Zaaknummer
18/00013

Inhoudsindicatie

Wet Woz. Waardevaststelling bedrijfsruimte met opslagtanks. Tanks onroerend? Waardebepaling in goede justitie.

Uitspraak

locatie Arnhem

nummer 18/00013

uitspraakdatum: 31 juli 2018

Uitspraak van de tweede meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] B.V. te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 27 november 2017, nummer AWB 17/1816, in het geding tussen belanghebbende en

de heffingsambtenaar van de gemeente Nijmegen (hierna: de heffingsambtenaar)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

De heffingsambtenaar heeft bij beschikking op grond van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: de Wet WOZ) de waarde van de onroerende zaak [a-straat 1] te [Z] (hierna: de onroerende zaak) per waardepeildatum 1 januari 2015 (belastingjaar 2016) vastgesteld op € 11.871.000.

1.2.

De heffingsambtenaar heeft bij uitspraak op bezwaar de vastgestelde waarde gehandhaafd.

1.3.

Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij de rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.

1.4.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.

1.5.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 10 juli 2018. Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 Vaststaande feiten

2.1.

Belanghebbende is eigenaar van de onroerende zaak, een terrein met bedrijfsruimte en kantoor, een technische ruimte, een weegbrug en een damwand. Op het terrein zijn verder diverse opslagtanks (of silo’s) en een luchtdruktank geplaatst. Belanghebbende heeft in 2015 twee aangrenzende percelen en het daartoe behorende gedeelte van de damwandkade aangekocht. De oppervlakte van de onroerende zaak inclusief deze in 2015 bijgekochte percelen bedraagt 4.149 m².

2.2.

De opslagtanks staan in betonnen tankputten of een put van zand. Om te voorkomen dat de tanks omvallen, zijn sommige met bouten aan het beton gemonteerd, dan wel aan zogenaamde rokken gelast. Deze rokken zitten vervolgens vast aan het beton. Sommige tanks staan los en zijn daarvoor geschikt. De tanks worden binnen de bedrijfsvoering van belanghebbende gebruikt voor de opslag en distributie, en het mengen van oliën en vetten.

2.3.

De tanks zijn verplaatsbaar en kunnen met behulp van een kraan op een vrachtwagen of boot worden geladen. Tanks die op de onroerende zaak niet langer functioneel waren, zijn in het verleden overgebracht naar een andere locatie. Nieuw gekochte tanks worden prefab afgeleverd. Tweedehands tanks hebben een waarde en hierin wordt ook gehandeld. Alle tanks op de onroerende zaak zijn in de afgelopen jaren één of meer keren verplaatst. Bijna alle verplaatsingen hebben plaatsgevonden in het kader van een grondsanering van de onroerende zaak. De grondsanering is in gedeelten uitgevoerd en rond 2016 afgerond.

2.4.

De tanks werden in het verleden met flexibele slangen gevuld en geleegd. Met behulp van deze slangen werd de inhoud van schepen en auto’s overgebracht naar de opslagtanks en omgekeerd. Na de bodemsanering van een gedeelte van het terrein werden de daarop te plaatsen tanks definitief op het terrein geplaatst, waarbij de flexibele slangen werden vervangen door vaste leidingen. In alle tanks is een roerwerk aangebracht voor het mengen van oliën en vetten. Verder zijn alle tanks geïsoleerd en verwarmd.

3 Geschil

3.1.

In geschil is of de WOZ-waarde van de onroerende zaak per waardepeildatum 1 januari 2015 op een te hoog bedrag is vastgesteld, hetgeen belanghebbende bepleit en de heffingsambtenaar betwist. Daarbij is primair in geschil of de tanks roerende zaken zijn, dan wel of zij geheel zijn aan te merken als een onroerend werktuig in de zin van artikel 2, eerste lid, aanhef, en onder e, van de Uitvoeringsregeling uitgezonderde objecten Wet waardering onroerende zaken. Indien één van deze vragen bevestigend wordt beantwoord, bepleit belanghebbende een WOZ-waarde van € 822.000. Verder is in geschil of zeven tanks op de toestandsdatum 1 januari 2016 nog op de onroerende zaak aanwezig waren en is in geschil of de heffingsambtenaar de (overige) tanks correct heeft gewaardeerd. Indien het primaire standpunt van belanghebbende niet wordt gevolgd en de tanks onroerend zijn en tot het object moeten worden gerekend, bepleit belanghebbende subsidiair een WOZ-waarde van € 7.231.000. De heffingsambtenaar is van mening dat het hoger beroep ongegrond is.

4 Beoordeling van het geschil

5 Griffierecht en proceskosten

6 Beslissing