Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 14-08-2018, ECLI:NL:GHARL:2018:7273, 16/00458 t/m 16/00461

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 14-08-2018, ECLI:NL:GHARL:2018:7273, 16/00458 t/m 16/00461

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
14 augustus 2018
Datum publicatie
24 augustus 2018
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2018:7273
Formele relaties
Zaaknummer
16/00458 t/m 16/00461

Inhoudsindicatie

BPM. Nevenvorderingen. Immateriële schadevergoeding. Termijnverlenging.

Uitspraak

Locatie Arnhem

nummers 16/00458, 16/00459, 16/00460 en 16/00461

uitspraakdatum: 14 augustus 2018

Uitspraak van de vierde meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] h.o.d.n. [Y] te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van rechtbank Gelderland van 15 maart 2016, nummers AWB 12/3184, 12/3185, 12/3187 en 12/3264 in het geding tussen belanghebbende en

de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Utrecht (hierna: de Inspecteur) en

de Staat der Nederlanden (de Minister voor Rechtsbescherming; hierna: de Staat)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1

Belanghebbende heeft in juli 2011, oktober 2011 en januari 2012 voor vier auto’s belasting van personenauto’s en motorrijwielen (hierna: BPM) op aangifte voldaan.

1.2

Na daartegen gemaakt bezwaar, is de op aangifte voldane BPM voor deze auto’s bij uitspraken op bezwaar verminderd.

1.3

De door belanghebbende tegen deze uitspraken op bezwaar ingestelde beroepen zijn door rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank) gegrond verklaard.

1.4

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.

1.5

Het onderzoek ter zitting in hoger beroep heeft plaatsgevonden op 5 juli 2018 te Arnhem. Daarbij zijn verschenen en gehoord: [A] en [B] als de gemachtigden van belanghebbende, alsmede – namens de Inspecteur – [C] en [D] .

1.6

Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt.

2 De vaststaande feiten

2.1

Belanghebbende heeft ter zake van na te melden auto’s de volgende bedragen aan BPM op aangifte voldaan.

1

25 juli 2011

BMW 530d

€ 4.595

2

31 juli 2011

BMW 325i

€ 2.466

3

31 oktober 2011

VW Tiguan

€ 7.360

4

3 januari 2012

Audi TT Roadster

€ 3.409

2.2

Belanghebbende heeft hiertegen bezwaarschriften ingediend op respectievelijk 5 augustus 2011, 20 augustus 2011, op 18 november 2011 en op 14 januari 2012. Belanghebbende werd en wordt bijgestaan door een gemachtigde die beroepsmatig rechtsbijstand verleent in duizenden BPM-zaken.

2.3

De Inspecteur heeft de bezwaren bij in één geschrift vervatte uitspraken op bezwaar van 19 juni 2012 gegrond verklaard. De door belanghebbende verschuldigde BPM is als volgt nader vastgesteld.

1

BMW 530d

€ 4.015

2

BMW 325i

€ 2.168

3

VW Tiguan

€ 6.407

4

Audi TT Roadster

€ 2.974

2.4

De Inspecteur heeft daarbij voorts aan belanghebbende een proceskostenvergoeding ten bedrage van 4 x € 54,50 is € 218 toegekend en een heffingsrente vergoed van in totaal € 6.

2.5

De onderhavige bezwaarprocedure maakte deel uit van een reeks van duizenden van door belanghebbendes gemachtigde geëntameerde bezwaarprocedures in BPM-zaken.

2.6

Belanghebbende heeft tegen deze uitspraken op bezwaar beroep ingesteld bij de Rechtbank. Daarnaast heeft de gemachtigde van belanghebbende in meer dan duizend andere soortgelijke BPM-zaken beroep bij de Rechtbank ingesteld.

2.7

De Rechtbank heeft bij uitspraak van 15 maart 2016 de beroepen gegrond verklaard. De Rechtbank heeft de door belanghebbende verschuldigde BPM als volgt vastgesteld.

1

BMW 530d

€ 3.927

2

BMW 325i

€ 2.158

3

VW Tiguan

€ 6.407

4

Audi TT Roadster

€ 2.904

2.8

De Rechtbank heeft aan belanghebbende voorts zogenoemde Irimie-rente toegekend, de Staat veroordeeld tot een vergoeding aan belanghebbende van de door hem in de onderhavige vier zaken geleden immateriële schade tot een totaalbedrag van € 1.000, en de Inspecteur veroordeeld in de proceskosten aan de zijde van belanghebbende, vastgesteld op € 218 voor de bezwaarfase (vier zaken) en € 572 (vier zaken) voor de beroepsfase.

2.9

Belanghebbende heeft op 12 april 2016 hoger beroep ingesteld.

3 Het geschil en de standpunten van partijen

In hoger beroep is in geschil de verschuldigde BPM ter zake van de auto van het merk BMW type 325i. Voorts is in geschil of belanghebbende recht heeft op hogere vergoedingen ter zake van rente, immateriële schade en proceskosten dan door de Rechtbank zijn toegekend.

4 Beoordeling van het geschil

5 Beslissing