Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 14-08-2018, ECLI:NL:GHARL:2018:7274, 16/00630 t/m 16/00637

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 14-08-2018, ECLI:NL:GHARL:2018:7274, 16/00630 t/m 16/00637

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
14 augustus 2018
Datum publicatie
24 augustus 2018
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2018:7274
Zaaknummer
16/00630 t/m 16/00637

Inhoudsindicatie

BPM. Nevenvorderingen. Rente, immateriële schadevergoeding en proceskosten.

Uitspraak

Locatie Arnhem

nummers 16/00630 tot en met 16/00637

uitspraakdatum: 14 augustus 2018

Uitspraak van de vierde meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] h.o.d.n. [Y] te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van rechtbank Gelderland van 12 mei 2016, nummers AWB 12/3484, 12/3485, 12/3535, 12/3538, 12/3541, 12/3542, 12/3567 en 12/3570 in het geding tussen belanghebbende en

de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Utrecht (hierna: de Inspecteur) en

de Staat der Nederlanden (de Minister voor Rechtsbescherming; hierna: de Staat)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1

Belanghebbende heeft in de maanden december 2010 en januari 2011 ter zake van vier personenauto’s belasting van personenauto’s en motorrijwielen (hierna: BPM) op aangifte voldaan. In verband hiermee heeft de Inspecteur vervolgens vier naheffingsaanslagen aan belanghebbende opgelegd.

1.2

De daartegen door belanghebbende gemaakte bezwaren zijn door de Inspecteur ten dele gegrond verklaard. Hij heeft voorts aan belanghebbende heffingsrente vergoed en proceskostenvergoedingen toegekend.

1.3

Belanghebbende heeft tegen de uitspraken op bezwaar beroep ingesteld bij de rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft de beroepen gegrond verklaard.

1.4

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.

1.5

Het onderzoek ter zitting in hoger beroep heeft plaatsgevonden op 5 juli 2018 te Arnhem. Daarbij zijn verschenen en gehoord: [A] en [B] als de gemachtigden van belanghebbende, alsmede – namens de Inspecteur – [C] en [D] .

1.6

Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt.

2 De vaststaande feiten

2.1

Belanghebbende heeft in de maanden december 2010 en januari 2011 ter zake van de hierna te noemen auto’s de volgende bedragen aan BPM op aangifte voldaan.

BMW X5 3.0sd High Executive

€ 10.842

Volkswagen Passat CC 2.0 TSI

€ 5.826

Jaguar XF 3.0D S V6 Premium Luxery

€ 10.430

Volkswagen Touareg 2.5 TDI Exclusive Edition

€ 3.665

Daarbij is belanghebbende ervan uitgegaan dat sprake is van zogenoemde schade-auto’s.

2.2

De Inspecteur heeft vervolgens ter zake van elke auto een naheffingsaanslag BPM aan belanghebbende opgelegd. Belanghebbende heeft zowel tegen de naheffingsaanslagen als tegen de voldoeningen op aangifte bezwaar aangetekend. De bezwaarschriften zijn op 12 februari 2011 onderscheidenlijk 11 maart 2011 bij de Inspecteur ingekomen.

2.3

Belanghebbende werd en wordt bijgestaan door een gemachtigde die beroepsmatig rechtsbijstand verleent in duizenden BPM-zaken.

2.4

De Inspecteur heeft bij uitspraken op bezwaar van 29 juni 2012 de bezwaren ten dele gegrond verklaard. Daarbij heeft de Inspecteur proceskostenvergoedingen aan belanghebbende toegekend en heffingsrente vergoed.

2.5

De onderhavige bezwaarprocedure maakte deel uit van een reeks van duizenden van door belanghebbendes gemachtigde geëntameerde bezwaarprocedures in BPM-zaken.

2.6

Belanghebbende heeft tegen deze uitspraken op bezwaar beroep ingesteld bij de Rechtbank. Daarnaast heeft de gemachtigde van belanghebbende in meer dan duizend andere soortgelijke BPM-zaken beroep bij de Rechtbank ingesteld.

2.7

De Rechtbank heeft bij uitspraak van 12 mei 2016 de beroepen gegrond verklaard, en verder als volgt beslist:

Volkswagen Passat CC 2.0 TSI (AWB 12/3484 en 12/3485; auto 1): vernietiging van de uitspraken op bezwaar, vernietiging van de naheffingsaanslag en vaststelling van de verschuldigde BPM op € 4.766;

Volkswagen Touareg 2.5 TDI Exclusive Edition (AWB 12/3535 en 12/3538; auto 2): vernietiging van de uitspraken op bezwaar, vermindering van de naheffingsaanslag tot € 1.205, handhaving van het na bezwaar voldane bedrag aan BPM van € 3.182;

BMW X5 3.0SD High Executive (AWB 12/3541 en 12/3542; auto 3): vernietiging van de uitspraken op bezwaar, vermindering van de naheffingsaanslag tot € 1.176, handhaving van het na bezwaar voldane bedrag aan BPM van € 9.498;

Jaguar XF 3.0D S V6 Premium Luxery (AWB 12/3567 en 12/3568; auto 4): vernietiging van de uitspraken op bezwaar en handhaving van de naheffingsaanslag zoals deze in bezwaar is verminderd tot € 2.083 en handhaving van het na bezwaar voldane bedrag aan BPM van € 9.129.

De Rechtbank heeft voorts aan belanghebbende een vergoeding van immateriële schade toegekend ten bedrage van in totaal € 5.500, te vergoeden door de Staat. Daarbij is de Rechtbank ervan uitgegaan dat voor de toekenning van een immateriëleschadevergoeding sprake is van vier zaken (per auto één zaak; voldoening op aangifte en naheffing).

De Rechtbank heeft aan belanghebbende voor de onderhavige acht zaken een proceskostenvergoeding toegekend van in totaal € 2.690, waarvan € 710 voor de bezwaarfase en € 1.980 voor de beroepsfase.

Daarnaast heeft de Rechtbank de Inspecteur gelast aan belanghebbende zogenoemde Irimie-rente te vergoeden.

2.8

Belanghebbende heeft op 9 juni 2016 hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de Rechtbank.

3 Het geschil en de standpunten van partijen

In hoger beroep is in geschil of belanghebbende recht heeft op hogere vergoedingen ter zake van rente, immateriële schade en proceskosten dan door de Rechtbank zijn toegekend. De omvang van de verschuldigde BPM is niet langer in geschil.

4 Beoordeling van het geschil

5 Beslissing