Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 04-09-2018, ECLI:NL:GHARL:2018:7860, 17/01280
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 04-09-2018, ECLI:NL:GHARL:2018:7860, 17/01280
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 4 september 2018
- Datum publicatie
- 14 september 2018
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2018:7860
- Zaaknummer
- 17/01280
Inhoudsindicatie
Wet Woz. Waardevaststelling terrein met clubhuis en opslag.
Uitspraak
locatie Arnhem
nummer 17/01280
uitspraakdatum: 4 september 2018
Uitspraak van de vierde meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[X] (hierna: belanghebbende)
tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 31 oktober 2017, nummer AWB 16/5456, in het geding tussen belanghebbende en
de heffingsambtenaar van de gemeente Nijmegen (hierna: de heffingsambtenaar)
1 Ontstaan en loop van het geding
De heffingsambtenaar heeft bij beschikking op grond van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: de Wet WOZ) de waarde van de onroerende zaak [a-straat] 10 te [A] , per waardepeildatum 1 januari 2015 en naar de toestand op die datum, voor het jaar 2016 vastgesteld op € 279.000. Tegelijk met deze beschikking is de aanslag onroerendezaakbelasting (OZB) voor zover het betreft het gebruikersgedeelte vastgesteld op € 688,01.
Op het bezwaarschrift van belanghebbende heeft de heffingsambtenaar bij uitspraak op bezwaar de beschikking en de aanslag gehandhaafd.
Belanghebbende is tegen die uitspraken in beroep gekomen bij de rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 14 juni 2018. Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.
2 Vaststaande feiten
Belanghebbende is een hondensportvereniging en is gebruiker van een terrein met clubhuis en opslag, gelegen aan de [a-straat] 10 te [A] (hierna: de onroerende zaak). Het clubhuis is gebouwd in 1997 en heeft een oppervlakte van 213 m². De naast het clubhuis gelegen opslag heeft een oppervlakte van 52 m². De oppervlakte van het terrein is 15.927 m². De onroerende zaak is eigendom van de gemeente Nijmegen.
De onroerende zaak is gelegen op een voormalige vuilstortplaats. Het terrein is gedeeltelijk gesaneerd door ‘IBC-maatregelen’ (isoleren, beheersen en controleren). De vervuilde grond is afgedekt met achtereenvolgens een steunlaag, een afdeklaag en schone grond. In een beschikking van 8 juni 2000 stelt Gedeputeerde Staten van de provincie Gelderland vast dat de sanering van het terrein is afgerond en dat deze voldoende is voor het gebruik als hondenoefenterrein. De verontreiniging veroorzaakt geen actueel risico voor de volksgezondheid en is evenmin een risico voor de honden die gebruikmaken van het terrein.
Volgens het bestemmingsplan heeft de onroerende zaak de bestemming recreatieve doeleinden. De omheining is bestemd voor groenvoorzieningen en de parkeerplaats voor verkeersdoeleinden.
In de huurovereenkomst uit maart 2007 tussen belanghebbende en de gemeente Nijmegen is, voor zover van belang, onder meer het volgende opgenomen:
“5. (…) Huurder is bekend met het feit dat het terrein een voormalige stortplaats is met daarop aangebracht een deklaag. Het terrein mag uitsluitend gebruikt worden als oefenterrein voor het geven van gehoorzaamheidscursussen voor honden alsmede andere Kynologische activiteiten voor mens en hond in de ruimste zin des woord.
6. Het is huurder niet toegestaan te graven of diepwortelende bomen en/of planten op de ondergrond aan te brengen, zulks in verband met de aangelegde onderlaag, die niet aangetast mag worden. De aangebrachte gasmonitoringspunten omgeven door grindkoffers, moeten door huurder worden ontzien en te allen tijde door vertegenwoordigers van de gemeente Nijmegen toegankelijk zijn.”
3 Geschil
In geschil is de waarde van de onroerende zaak op de waardepeildatum.
Belanghebbende staat in hoger beroep een waarde voor van € 113.000, zijnde de waarde van het clubhuis met opslag en lichtmasten.
De heffingsambtenaar verdedigt de vastgestelde waarde van € 279.000.
Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank, tot vernietiging van de uitspraak van de heffingsambtenaar en tot vermindering van de vastgestelde waarde tot € 113.000 en, naar het Hof begrijpt, tot dienovereenkomstige vermindering van de aanslag OZB. De heffingsambtenaar concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.