Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 04-09-2018, ECLI:NL:GHARL:2018:7861, 17/01283 t/m 17/01287
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 04-09-2018, ECLI:NL:GHARL:2018:7861, 17/01283 t/m 17/01287
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 4 september 2018
- Datum publicatie
- 14 september 2018
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2018:7861
- Zaaknummer
- 17/01283 t/m 17/01287
Inhoudsindicatie
IB/PVV. Meubelstoffeerderij. Zelfstandigenaftrek. Urencriterium.
Uitspraak
locatie Arnhem
nummers 17/01283 tot en met 17/01287
uitspraakdatum: 4 september 2018
Uitspraak van de vijfde meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)
tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 5 oktober 2017, nummers 17/872 tot en met 17/876 ECLI:NL:RBGEL:2017:5058, in het geding tussen belanghebbende en
de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Enschede (hierna: de Inspecteur)
1 Ontstaan en loop van het geding
De Inspecteur heeft aan belanghebbende voor de jaren 2012, 2013 en 2014 navorderingsaanslagen inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (hierna: IB/PVV) opgelegd, alsmede beschikkingen belastingrente. Daarnaast heeft de Inspecteur aan belanghebbende voor de jaren 2013 en 2014 navorderingsaanslagen Inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet (hierna: Zvw) opgelegd, alsmede beschikkingen belastingrente.
De Inspecteur heeft bij in één geschrift vervatte uitspraken op bezwaar de bezwaren inzake de navorderingsaanslagen IB/PVV, de navorderingsaanslagen Zvw en de beschikkingen belastingrente ongegrond verklaard.
Belanghebbende is tegen die uitspraken in beroep gekomen bij de rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft de beroepen ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 15 juni 2018. Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.
2 Vaststaande feiten
Belanghebbende heeft een meubelstoffeerderij. Hij drijft zijn onderneming in de vorm van een eenmanszaak.
De Inspecteur heeft bij belanghebbende een boekenonderzoek ingesteld naar - onder meer - de aanvaardbaarheid van de aangiften IB/PVV over de jaren 2012 tot en met 2014. Van de resultaten van de controle is een rapport boekenonderzoek opgemaakt met dagtekening 26 mei 2016. Voor wat betreft het urencriterium is in het rapport het navolgende opgenomen:
“De heer [X] heeft over de jaren 2012 tot en met 2014 geen urenadministratie bijgehouden. Om aan het urencriterium te voldoen moet de heer [X] tenminste 1225 uur per jaar besteden aan werkzaamheden voor één of meer ondernemingen. Volgens de adviseur en de heer [X] is hij bijna dagelijks te vinden in zijn werkplaats. Echter kan niet aangetoond wat voor werkzaamheden, hij daar verricht en voor welke klant.
Uit het gesprek met de heer [X] kwam naar voren dat hij voor 20 uur werken € 800 vraagt (€ 40 per uur). Dit is inclusief omzetbelasting, de gebruikte stoffen en andere materialen.
Volgens branchegegevens is het gemiddelde uurtarief € 30 (exclusief materialen en omzetbelasting).
Ik ga uit van de gegevens die de heer [X] aan mij verstrekt heeft én vind het volgende acceptabel;
In 2012 heeft hij 13 klanten gehad met een omzet van € 13.668 (inclusief omzetbelasting) : € 40 is: |
342 uur |
Het eerste bezoek van deze klanten met onderhandelen (2 uur), het ophalen (1 uur) en het weer terugbrengen van de meubelstukken (1 uur) stel ik voor de 13 klanten op: |
52 uur |
Opruimen werkplaats op 2,5 uur in de week: |
130 uur |
Administratie stel ik op 1 uur per klant: |
13 uur |
Het voorbereiden op de opdracht (welke stof/kleur waar te plaatsen), bestellen inkoop en meten stel ik op 2 uur per klant: |
26 uur |
Overige indirecte uren zoals acquistie, onderhoud materiaal: |
52 uur |
Totaal: |
615 uur |
In 2013 heeft hij 13 klanten gehad met een omzet van € 11.428 (inclusief omzetbelasting): € 40 is: |
286 uur |
Het eerste bezoek van deze klanten met onderhandelen (2 uur), het ophalen (1 uur) en het weer terugbrengen van de, meubelstukken (1 uur) stel ik voor de 13 klanten op: |
52 uur |
Opruimen werkplaats op 2,5 uur in de week: |
130 uur |
Administratie stel ik op 1 uur per klant: |
13 uur |
Het voorbereiden op de opdracht (welke stof/kleur waar te plaatsen), bestellen inkoop en meten stel ik op 2 uur per klant: |
26 uur |
overige indirecte uren zoals acquisitie, onderhoud materiaal: |
52 uur |
Totaal: |
559 uur |
In 2014 heeft hij 17 klanten gehad met een omzet van € 12.150 (inclusief omzetbelasting): € 40 is: |
304 uur |
Het eerste bezoek van deze klanten met onderhandelen (2 uur), het ophalen (1 uur) en het weer terugbrengen van de meubelstukken (1 uur) stel ik voor de 17 klanten op: |
68 uur |
Opruimen werkplaats op 2,5 uur in de week: |
130 uur |
Administratie stel ik op 1 uur per klant: |
17 uur |
Het voorbereiden op de opdracht (welke stof/kleur waar te plaatsen), bestellen inkoop en meten stel ik op 2 uur per klant: |
34 uur |
overige indirecte uren zoals acquisitie, onderhoud materiaal: |
52 uur |
Totaal: |
605 uur |
Uit bovenstaande blijkt dat de heer [X] het urencriterium in 2012, 2013 en 2014 niet gehaald heeft.”
Naar aanleiding van de resultaten van het boekenonderzoek heeft de Inspecteur - onder meer - de zelfstandigenaftrek en de gerealiseerde zelfstandigenaftrek gecorrigeerd.
3 Geschil
In geschil is of belanghebbende recht heeft op de toepassing van de zelfstandigenaftrek. Het geschil spitst zich toe op de vraag of belanghebbende in de jaren 2012, 2013 en 2014 heeft voldaan aan het urencriterium.
Belanghebbende beantwoordt deze vragen bevestigend en concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank, de uitspraken op bezwaar en tot vermindering van de navorderingsaanslagen en beschikkingen belastingrente.
De Inspecteur beantwoordt deze vragen ontkennend en concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.
Ter zitting heeft de gemachtigde van belanghebbende verklaard dat de correctie met betrekking tot de zakelijk gereden kilometers in hoger beroep niet langer in geschil is.