Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 04-09-2018, ECLI:NL:GHARL:2018:7885, 18/00056
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 04-09-2018, ECLI:NL:GHARL:2018:7885, 18/00056
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 4 september 2018
- Datum publicatie
- 7 september 2018
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2018:7885
- Formele relaties
- Cassatie: ECLI:NL:HR:2019:1390
- Zaaknummer
- 18/00056
Inhoudsindicatie
Plaatsing van houten bank maakte auto geschikt voor personenvervoer.
Uitspraak
locatie Leeuwarden
nummer 18/00056
uitspraakdatum: 4 september 2018
Uitspraak van de eerste meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
de Inspecteur van de Belastingdienst/Centrale administratie Apeldoorn (hierna: de Inspecteur)
tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 21 december 2017, nummer LEE 17/692, in het geding tussen
[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)
en de Inspecteur.
1 Ontstaan en loop van het geding
Aan belanghebbende is over het tijdvak van 4 augustus 2015 tot en met 3 augustus 2016 een naheffingsaanslag in de motorrijtuigenbelasting opgelegd van € 2.598. Tegelijk met dit besluit heeft de Inspecteur een verzuimboete opgelegd van € 2.598.
Na daartegen door belanghebbende gemaakt bezwaar heeft de Inspecteur bij uitspraken op bezwaar van 10 februari 2017 de naheffingsaanslag en de boetebeschikking gehandhaafd.
Belanghebbende is tegen die uitspraken in beroep gekomen bij de rechtbank Noord-Nederland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep bij uitspraak van 21 december 2017 gegrond verklaard en daarbij zowel de naheffingsaanslag als de boetebeschikking vernietigd.
De Inspecteur heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. Belanghebbende heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 10 juli 2018. Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.
2 Vaststaande feiten
Belanghebbende is een ondernemer als bedoeld in artikel 24b, eerste lid, van de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 (hierna: de Wet MRB) en was volgens de kentekenregistratie van 4 augustus 2015 tot in elk geval 18 april 2017 houder van een motorrijtuig van het merk Mercedes-Benz, type 906 AC 35, kenteken [YY-000-Y] (hierna: de auto). Belanghebbende heeft voor het onderhavige tijdvak voor de auto motorrijtuigenbelasting voldaan naar het tarief voor bestelauto's, dat geldt voor ondernemers.
Tijdens een controle op 17 mei 2016 is door een controlemedewerker geconstateerd dat zich een L-vormige bank in de laadruimte van de auto bevond. Bij de controle zijn foto's gemaakt. Deze foto's behoren tot de stukken van het geding.
De onderhavige naheffingsaanslag is opgelegd, omdat de auto volgens de constatering van de controlemedewerker was voorzien van zitplaatsen in de laadruimte. De Inspecteur heeft, met inachtneming van de desbetreffende bepalingen in de Wet MRB, de Algemene wet inzake rijksbelastingen (hierna: de AWR) en het Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst (hierna: het BBBB), aan belanghebbende een verzuimboete opgelegd van 100 percent van de nageheven belasting.
3 Geschil
Tussen partijen is in geschil of de naheffingsaanslag en de boete terecht aan belanghebbende zijn opgelegd.
De Inspecteur stelt zich op het standpunt dat de auto niet voldoet aan de vereisten die gelden voor een bestelauto, wegens de aanwezigheid van een L-vormige bank in de laadruimte. Het tussenschot is aangepast ten behoeve van het plaatsen van de bank of de bank is op maat gemaakt voor de auto. Door de plaatsing van deze bank in de laadruimte zijn vaste zitplaatsen gecreëerd in deze laadruimte, waardoor het motorrijtuig geschikt is voor personenvervoer. Verder is de boete terecht opgelegd. De Inspecteur concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank.
Belanghebbende stelt zich op het standpunt dat hij slechts een houten tuinbank vervoerde, die niet voor de auto op maat is gemaakt en die later bij zijn vader in de tuin is geplaatst. Er zaten op het moment van controle geen personen op de bank en ook waren er geen gordels en kussens aanwezig. De foto's die de Inspecteur heeft overgelegd zijn gemaakt met de camera van een iPad en geven, door de slechte resolutie, een vertekend beeld. Als belanghebbende een vaste bank had gewild, had hij het anders aangepakt. Verder is de aanslag volgens belanghebbende een fout geweest. Hem is namelijk gebleken dat de auto bij de Belastingdienst nog steeds als bestelauto geregistreerd staat, maar dat belanghebbende daar nu kennelijk als particulier is aangemerkt. Belanghebbende concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.