Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 11-09-2018, ECLI:NL:GHARL:2018:8068, 18/00003

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 11-09-2018, ECLI:NL:GHARL:2018:8068, 18/00003

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
11 september 2018
Datum publicatie
21 september 2018
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2018:8068
Zaaknummer
18/00003

Inhoudsindicatie

Vpb. Schending hoorplicht?

Uitspraak

locatie Arnhem

nummer 18/00003

uitspraakdatum: 11 september 2018

uitspraak van de vijfde meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] B.V. te [Z] (hierna: belanghebbende).

tegen de uitspraak van rechtbank Gelderland van 27 november 2017, nummer AWB 16/4203, in het geding tussen de belanghebbende en

de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Leeuwarden (hierna: de Inspecteur)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Aan belanghebbende is voor het jaar 2011 een aanslag in de vennootschapsbelasting (hierna: Vpb) opgelegd die is berekend naar een belastbare winst van € 102.405. Bij beschikking is heffingsrente berekend van € 798 en een verzuimboete opgelegd van € 2.460. Bij de aanslag is rekening gehouden met verrekend verlies uit andere jaren van € 69.135.

1.2.

De Inspecteur heeft bij uitspraak op bezwaar het bezwaar gegrond verklaard, de aanslag verminderd (uitgaande van een belastbare winst van € 47.221) na verliesverrekening tot nihil, de beschikking heffingsrente verminderd tot nihil, de boete verminderd tot € 246 en de niet verrekenbare verliezen vastgesteld op € 19.929.

1.3.

Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij de rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, de uitspraak van de Inspecteur voor zover het de aanslag betreft vernietigd en de aanslag Vpb vastgesteld op nihil, berekend naar een belastbare winst van € 25.982.

1.4.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.

1.5.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 13 juli 2018. Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 Vaststaande feiten

2.1.

De activiteiten van belanghebbende bestaan uit het geven van financieel- en belastingadvies aan bedrijven en particulieren. Enig aandeelhouder en bestuurder van belanghebbende is [A] (hierna: [A] ). De administratie werd tot en met het jaar 2010 verzorgd door de vader van [A] . Vanaf het jaar 2011 verzorgt [A] de administratie zelf.

2.2.

Op 30 december 2013 heeft belanghebbende haar aangifte Vpb 2011 gedaan. In deze aangifte heeft belanghebbende onder meer € 100.000 aan buitengewone lasten opgevoerd.

2.3.

Op 17 september 2014 is een boekenonderzoek gestart naar de aanvaardbaarheid van de aangiften Vpb 2009 tot en met 2013 en omzetbelasting over het tijdvak 1 januari 2009 tot en met 31 december 2013.

2.4.

Omdat de termijn voor het opleggen van de aanslag Vpb 2011 dreigde te verlopen, heeft de Inspecteur ter behoud van rechten met dagtekening 13 december 2014 een aanslag Vpb 2011 opgelegd. Bij het vaststellen van de aanslag is de Inspecteur van de aangifte afgeweken, in die zin dat de opgevoerde buitengewone lasten tot een bedrag van € 100.000 niet in aanmerking zijn genomen. Daarnaast heeft de Inspecteur een verzuimboete opgelegd van € 2.460 omdat belanghebbende niet tijdig aangifte heeft gedaan. Bij het vaststellen van de aanslag is de Inspecteur uitgegaan van de volgende berekening:

Aangegeven belastbare winst € 2.405

Correctie buitengewone lasten € 100.000

Vastgestelde belastbare winst € 102.405

Onverrekend verlies 2005 € 16.862 -/-

Onverrekend verlies 2008 € 47.692 -/-

Onverrekend verlies 2009 € 4.581 -/-

Vastgesteld belastbaar bedrag € 33.270

2.5.

Belanghebbende heeft hiertegen bezwaar gemaakt.

2.6.

Op 21 mei 2015 heeft een hoorgesprek plaatsgevonden. Hiervan is een verslag

gemaakt. Dit verslag vermeldt – voor zover hier van belang – het volgende:

“De administratie over het jaar 2013 heb ik, na de schriftelijk aankondiging van de uitbreiding van de controle naar dat jaar, wel aan hem overgelegd. Ik heb de administratie weer mee terug gekregen omdat er te veel verdichtingen in zitten. Het gaat om de volgende posten:

Autokosten Dit betreft voornamelijk uitgaven voor benzine. Deze kosten zal Ik

specificeren aan de hand van de bankafschriften.

Huisvestingskosten De heer [B] gaf aan dat dit akkoord was en dat hij het huurcontract niet hoefde te zien.

Loonkosten Deze kosten zal Ik specificeren aan de hand van de bankafschriften.

Algemene kosten Hiervan zal Ik een specificatie maken. Dit zal de meeste tijd vergen.

Ik heb met de heer [B] afgesproken dat ik vanaf morgen een en ander ga uitwerken. Daarna zal ik weer met hem In overleg treden over de juistheid van de administratie.”

2.7.

Het boekenonderzoek is op 29 maart 2016 geëindigd. Blijkens paragraaf 12 van het Rapport boekenonderzoek zijn de gevolgen van het boekenonderzoek op 19 november 2015 met [A] besproken. Hierbij heeft [A] aangegeven niet akkoord te gaan met de voorgestelde correcties en boete.

2.8.

In zijn uitspraak op bezwaar van 16 juli 2016 heeft de Inspecteur een bedrag van € 44.816 aan kosten gecorrigeerd. De belastbare winst heeft de Inspecteur verminderd tot € 47.221. Het belastbare bedrag bedraagt na verliesrekening nihil. De beschikking belastingrente is verminderd tot nihil.

Vastgestelde belastbare winst definitieve aanslag € 102.405

Buitengewone kosten-/- € 100.000 -/-

Correctie kosten € 44.816

Belastbare winst vastgesteld na bezwaar € 47.221

Onverrekend verlies 2005 € 16.862 -/-

Onverrekend verlies 2008 € 30.359 -/-

Vastgesteld belastbaar bedrag € 0

2.9.

De Inspecteur heeft na indiening van het verweerschrift in beroep de belastbare winst ambtshalve verminderd tot € 33.594. Het belastbare bedrag van de aanslag blijft nihil.

Vastgestelde belastbare winst definitieve aanslag € 102.405

Buitengewone kosten-/- € 100.000 -/-

Correctie kosten € 31.189

Belastbare winst vastgesteld na bezwaar € 33.594

Onverrekend verlies 2005 € 16.862 -/-

Onverrekend verlies 2008 € 14.327 -/-

Vastgesteld belastbaar bedrag € 0

2.10.1.

De Rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, de uitspraken van de Inspecteur voor zover het de aanslag betreft vernietigd en de aanslag vennootschapsbelasting vastgesteld op nihil, berekend naar een belastbare winst van € 25.982.

Vastgestelde belastbare winst definitieve aanslag € 102.405

Buitengewone kosten -/- € 100.000 -/-

Correctie kosten € 23.577

Belastbare winst vastgesteld na bezwaar € 25.982

Onverrekend verlies 2005 € 16.862 -/-

Onverrekend verlies 2008 € 6.715 -/-

Vastgesteld belastbaar bedrag € 0

3 Geschil

3.1.

In hoger beroep is eerst in geschil of de hoorplicht is geschonden. Voorts zijn verschillende correcties op de kosten en de in aanmerking te nemen omzet in geschil.

3.2.

Belanghebbende stelt zich op het standpunt dat de hoorplicht is geschonden. In het hoorgesprek van 21 mei 2015 zijn de in de onderhavige zaak aan de orde zijnde punten, de correcties op de kosten, niet besproken. Na input van de zijde van belanghebbende zijn veel kosten alsnog geaccepteerd. [A] geeft aan dat hij verwacht dat door een toelichting in een hoorgesprek hij namens belanghebbende de kosten kan toelichten zodat deze helemaal zullen worden geaccepteerd. Belanghebbende verzoekt alsnog in de gelegenheid te worden gesteld over die punten te worden gehoord.

3.3.

De Inspecteur stelt zich op het standpunt dat de hoorplicht niet is geschonden omdat er een hoorgesprek heeft plaatsgevonden op 21 mei 2015.

4 Beoordeling van het geschil

5 Griffierecht en proceskosten

6 Beslissing