Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 11-09-2018, ECLI:NL:GHARL:2018:8069, 18/00043

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 11-09-2018, ECLI:NL:GHARL:2018:8069, 18/00043

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
11 september 2018
Datum publicatie
21 september 2018
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2018:8069
Zaaknummer
18/00043

Inhoudsindicatie

MRB. Gebruik auto met Pools kenteken. Tegenbewijs.

Uitspraak

locatie Arnhem

nummer 18/00043

uitspraakdatum: 11 september 2018

Uitspraak van de vijfde meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 15 december 2017, nummer AWB 17/3452, in het geding tussen belanghebbende en

de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Centrale administratieve processen, kantoor Apeldoorn (hierna: de Inspecteur)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Aan belanghebbende is over het tijdvak 18 juni 2015 tot en met 7 oktober 2016 een naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting (hierna: MRB) opgelegd van € 2.206. Bij beschikking is een verzuimboete van € 2.206 opgelegd.

1.2.

De Inspecteur heeft bij in één geschrift vervatte uitspraken op bezwaar het bezwaar ongegrond verklaard.

1.3.

Belanghebbende is tegen die uitspraken in beroep gekomen bij de rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, de uitspraken van de Inspecteur vernietigd voor zover het de boete betreft en de boete verminderd tot € 441.

1.4.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.

1.5.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 6 juli 2018. Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 Vaststaande feiten

2.1.

Belanghebbende staat sinds 24 september 2013 ingeschreven in de Basisregistratie Personen (hierna: BRP) op het adres [a-straat 1] te [Z] .

2.2.

Op 11 maart 2014 is een Alfa Romeo met kenteken [00-YY-YY] op naam van belanghebbende gesteld.

2.3.

Op 8 oktober 2016 is door toezichtmedewerkers van de Belastingdienst geconstateerd dat met een motorrijtuig, merk Audi A4, voorzien van het Poolse kenteken [YYY0000Y] (hierna: de auto) gebruik van de weg werd gemaakt. Belanghebbende was ten tijde van de controle de bestuurder van de auto. [A] (hierna ook: [A] ) zat ook in de auto en heeft tijdens de controle verklaard dat hij een proefrit maakte en deze auto waarschijnlijk wilde kopen en er daarna meteen mee naar Polen wilde.

2.4.

[B] (hierna: [B] ) is van 18 juni 2015 tot 14 oktober 2016 geregistreerd als eigenaar van de auto. [C] (hierna ook: [C] ) is vanaf 14 oktober 2016 geregistreerd als eigenaar van de auto.

2.5.

In het dossier zit een factuur voor een reparatie van de auto op 8 oktober 2016. De factuur is afkomstig van Autoreparatie [D] en op naam gesteld van [C] .

2.6.

Naar aanleiding van de constatering op 8 oktober 2016 heeft de Inspecteur belanghebbende over de periode 18 juni 2015 tot en met 7 oktober 2016 de naheffingsaanslag MRB met verzuimboete opgelegd.

2.7.

[A] heeft op 15 december 2017 het volgend geschreven:

“Ik heb me aangemeld [A] Ik beschrijf de gebeurtenis van 8.10.2016. Op 8 oktober 2016 nam ik liet over voor reparaties Audi A4 kenteken [YYY0000Y] . na reparatie dynamo en opladen rond 5 pm.lk heb gebeld de klant die de alfa romeo 166 in de reparatie had Ik ga op proefreis naar Zutphen, hij kan met mij meegaan. op de terugweg. op de terugweg was ik vreselijk slecht dus ik vroeg het hem om de audi in te brengen naar Deventer. toen stopte rond 18.30 onze politie en het probleem was in de wereld.”

3 Geschil

3.1.

In geschil is of de naheffingsaanslag en de boete terecht en naar de juiste bedragen zijn opgelegd. Daarbij spitst het geschil zich toe op het antwoord op de vraag of belanghebbende heeft aangetoond met ingang van welke dag de auto in Nederland aan hem ter beschikking heeft gestaan.

3.2.

Belanghebbende stelt zich op het standpunt dat de auto hem enkel op 8 oktober 2016 ter beschikking heeft gestaan. Belanghebbende concludeert tot gegrondverklaring van het hoger beroep, vernietiging van de uitspraak van de rechtbank, vernietiging van de uitspraak op bezwaar en vernietiging van de naheffingsaanslag.

3.3.

De Inspecteur stelt zich op het standpunt dat belanghebbende niet is geslaagd in het geven van het tegenbewijs en concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.

4 Beoordeling van het geschil

5 Griffierecht en proceskosten

6 Beslissing