Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 25-09-2018, ECLI:NL:GHARL:2018:8470, 17/00297 t/m 17/00301

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 25-09-2018, ECLI:NL:GHARL:2018:8470, 17/00297 t/m 17/00301

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
25 september 2018
Datum publicatie
9 oktober 2018
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2018:8470
Formele relaties
Zaaknummer
17/00297 t/m 17/00301

Inhoudsindicatie

OB. Aftrek voorbelasting juridische kosten. Boete.

Uitspraak

locatie Arnhem

nummers 17/00297 tot en met 17/00301

uitspraakdatum: 25 september 2018

Uitspraak van de derde meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

Fiscale eenheid [X] N.V. en [Y] N.V. te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 23 december 2016, nummers ARN 14/7473, 14/7477, 14/7479, 14/7482 en 14/7483, ECLI:NL:RBGEL:2016:7173, in het geding tussen belanghebbende en

de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Utrecht (hierna: de Inspecteur)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Aan belanghebbende is over het tijdvak 1 januari 2008 tot en met 31 december 2008 een naheffingsaanslag omzetbelasting opgelegd van € 63.724. Bij beschikkingen is heffingsrente berekend en is een boete van € 11.531 opgelegd.

1.2.

Aan belanghebbende is over het tijdvak 1 januari 2009 tot en met 31 december 2009 een naheffingsaanslag omzetbelasting opgelegd van € 71.924. Bij beschikkingen is heffingsrente berekend en is een boete van € 11.388 opgelegd.

1.3.

Aan belanghebbende is over het tijdvak 1 januari 2010 tot en met 31 december 2010 een naheffingsaanslag omzetbelasting opgelegd van € 247.238. Bij beschikkingen is heffingsrente berekend en is een boete van € 22.986 opgelegd.

1.4.

Aan belanghebbende is over het tijdvak 1 januari 2011 tot en met 31 december 2011 een naheffingsaanslag omzetbelasting opgelegd van € 124.595. Bij beschikkingen is heffingsrente berekend en is een boete van € 1.418 opgelegd.

1.5.

Aan belanghebbende is over het tijdvak 1 januari 2012 tot en met 31 oktober 2012 een naheffingsaanslag omzetbelasting opgelegd van € 56.469. Bij beschikking is belastingrente berekend.

1.6.

De Inspecteur heeft bij in één geschrift vervatte uitspraken op bezwaar de onder 1.1. bedoelde naheffingsaanslag verminderd tot € 58.974 en de heffingsrente dienovereenkomstig verminderd. Daarnaast heeft hij de boete verminderd tot € 4.907.

1.7.

De Inspecteur heeft bij in één geschrift vervatte uitspraken op bezwaar de onder 1.2. bedoelde naheffingsaanslag en de beschikking heffingsrente gehandhaafd. Daarnaast heeft hij de boete verminderd tot € 5.194.

1.8.

De Inspecteur heeft bij in één geschrift vervatte uitspraken op bezwaar de onder 1.3. bedoelde naheffingsaanslag en de beschikking heffingsrente gehandhaafd. Daarnaast heeft hij de boete verminderd tot € 1.622.

1.9.

De Inspecteur heeft bij in één geschrift vervatte uitspraken op bezwaar de onder 1.4. bedoelde naheffingsaanslag en de beschikking heffingsrente gehandhaafd. Daarnaast heeft hij de boete verminderd tot nihil.

1.10.

De Inspecteur heeft bij in één geschrift vervatte uitspraken op bezwaar de onder 1.5. bedoelde naheffingsaanslag en de beschikking belastingrente gehandhaafd.

1.11.

Belanghebbende is tegen die uitspraken in beroep gekomen bij de rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.

1.12.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.

1.13.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 29 augustus 2018. De zaken zijn met toestemming van partijen tegelijkertijd behandeld met de zaken van [A] N.V., die bij het Hof zijn geregistreerd onder de nummers 17/00302 tot en met 17/00306. Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 Vaststaande feiten

2.1.

Belanghebbende is een fiscale eenheid voor de omzetbelasting die volgens de door de Inspecteur afgegeven beschikking wordt gevormd door [X] N.V. (hierna: [X] ) en [Y] N.V. (hierna: [Y] ). [X] houdt 100% van de aandelen in [Y] . De aandelen in [X] worden gehouden door [B] B.V. (48,4%, hierna: [B] ), [C] B.V. (38%, hierna: [C] ) en [D] N.V. (13,6%, hierna: [D] ). [E] (hierna: [E] ) houdt de aandelen in [B] , [F] (hierna: [F] ) houdt de aandelen in [C] en [G] (hierna: [G] ) houdt de aandelen in [D] .

2.2.

[Y] is op 21 december 2011 geliquideerd. De fiscale eenheid is per deze datum van rechtswege opgehouden te bestaan.

2.3.

De bedrijfsactiviteiten van belanghebbende bestaan uit het ontwikkelen en begeleiden van vastgoedprojecten.

2.4.

[X] bezit ook 100% van de aandelen in [H] B.V. (hierna: [H] ) en [I] B.V. (hierna: [I] ).

2.5.

In 2007 is het Openbaar Ministerie een onderzoek gestart naar mogelijke betrokkenheid bij valsheid in geschrift, witwassen en deelname aan een criminele organisatie van de rechtspersonen [X] , [B] en [C] alsmede van de natuurlijke personen [E] , [F] en [G] .

2.6.

[F] , [X] , [C] en [B] hebben op 14 december 2010 een schikking getroffen met twee gedupeerden.

2.7.

Op 28 december 2010 hebben [F] , [X] , [C] en [B] een schikking getroffen met het Openbaar Ministerie ter voorkoming van strafrechtelijke vervolging. Eén van de voorwaarden was de onder 2.6. bedoelde schikking.

2.8.

[E] en [G] hebben geen schikking getroffen en zijn strafrechtelijk vervolgd.

2.9.

De onder 2.5. genoemde personen zijn bijgestaan door verschillende advocaten. De advocaten hebben hun diensten gefactureerd aan [X] . Belanghebbende heeft de omzetbelasting op de facturen in aftrek gebracht.

2.10.

Belanghebbende heeft over het tweede kwartaal van 2011 een suppletieaangifte ingediend, waarin zij verzoekt om een teruggaaf van € 61.555. De teruggevraagde omzetbelasting is uitsluitend door advocaten in rekening gebracht wegens de onder 2.9. bedoelde rechtsbijstand.

2.11.

De Inspecteur heeft in 2013 een boekenonderzoek ingesteld bij belanghebbende naar de aangiften over de tijdvakken tussen 1 januari 2008 en 1 oktober 2012. In het controlerapport van 20 november 2013 is onder meer het volgende opgenomen:

“Bij de start van mijn onderzoek heb ik een overzicht van [Hof: de accountant van belanghebbende] ontvangen dat is opgemaakt door één van de medewerkers van [Hof: de accountant van belanghebbende]. Dit overzicht heeft betrekking op de periode 2008 tot en met september 2012. Gedurende het boekenonderzoek is dit overzicht uitgebreid met de kosten van de maanden oktober tot en met december 2012 (bijlage 1).

Het overzicht bevat 19 kolommen met daarin de bedragen betreffende de verschillende juridische kosten.

Voor dit onderzoek relevante kolommen:

Kolom

Advocatenkantoor

Opmerkingen

1

[J] Algemeen

Civiel advocaat, o.a. schadevergoeding civiel en bijstand strafrechtadvocaten

2

[J] strafr. onderzoek

Civiel advocaat, bijstand verleend aan strafrechtadvocaten

10

[J] [I]

Procedures mbt project [I]

11

[K] Algemeen

Strafrecht t.b.v. [X]

12

[K] HT

Strafrecht t.b.v. [F]

13

[K] HvT

Strafrecht t.b.v. [E]

14

[K] DL

Strafrecht t.b.v. [G]

18

[L]

Strafrechtadvocaat t.b.v. [A] , [F] , [E] en [G]

19

Overig

Overig waaronder enkele facturen mbt project [I]

Tijdens mijn boekenonderzoek heb ik de verdeling van de kosten over de verschillende kolommen onderzocht. Voor de conclusies ten behoeve van mijn onderzoek neem ik deze verdeling als uitgangspunt.

(…)”

2.12.

Naar aanleiding van het boekenonderzoek zijn de volgende correcties aangebracht (de nummering van de kolommen correspondeert met het onder 2.11. opgenomen overzicht in het controlerapport):

Jaar

Kolom 1

Kolom 2

Kolom

10 en 19

Kolom 11

Kolom 12

Kolom 13

Kolom 14

Kolom 18

Totaal

2008

5.033

24.381

12.566

14.079

7.665

63.724

2009

513

20.774

25.859

4.528

10.269

9.981

71.924

2010

512

6.487

88.854

10.932

40.093

34.430

65.930

247.238

2011

40.019

9.694

41.029

1.974

35.177

20.382

37.875

186.150

2012

9.613

32.847

9.282

9.764

61.506

2.13.

De Inspecteur heeft de naheffingsaanslagen in overeenstemming met de hiervoor opgenomen berekening opgelegd. De voor het tweede kwartaal van 2011 gevraagde teruggaaf is niet verleend. Het verschil tussen de totale correctie en de geweigerde teruggaaf is nageheven. De in de aangiften van belanghebbende over het jaar 2012 gevraagde en verleende teruggaaf van in totaal € 56.469 is gecorrigeerd omdat de fiscale eenheid per 21 december 2011 van rechtswege is opgehouden te bestaan als gevolg van de liquidatie van [Y] .

2.14.

In de uitspraken op bezwaar heeft de Inspecteur de vergrijpboetes verminderd tot 25% van de omzetbelasting die belanghebbende heeft afgetrokken op facturen die op naam van [I] zijn gesteld.

2.15.

De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard. De Rechtbank heeft geoordeeld dat de fiscale eenheid per 21 december 2011 is opgehouden te bestaan zodat belanghebbende in 2012 geen recht heeft op de gevraagde en gekregen teruggaaf, dat belanghebbende niet aannemelijk heeft gemaakt dat [I] voldoet aan alle voorwaarden voor deelname aan belanghebbende en dat belanghebbende niet aannemelijk heeft gemaakt dat er een rechtstreeks en onmiddellijk verband bestaat tussen de diensten van de advocaten en de economische activiteiten van belanghebbende. Tot slot heeft de Rechtbank geoordeeld dat de boetes terecht zijn opgelegd en passend en geboden zijn.

3 Geschil

3.1.

In geschil is of belanghebbende recht heeft op aftrek van de omzetbelasting op de facturen die 1) aan [X] zijn uitgereikt voor de rechtsbijstand ter voorkoming van strafrechtelijke vervolging en 2) ten behoeve van (project) [I] zijn uitgereikt. Voorts zijn de boetes in geschil. Tussen partijen is niet langer in geschil dat een praktische afspraak is gemaakt die inhoudt dat niet zal worden teruggekomen op de omstandigheid dat belanghebbende over de tijdvakken 1 januari 2012 tot en met 30 september 2012 aangifte omzetbelasting heeft gedaan.

4 Beoordeling van het geschil

5 Griffierecht en proceskosten

6 Beslissing