Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 16-10-2018, ECLI:NL:GHARL:2018:9053, 17/01142

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 16-10-2018, ECLI:NL:GHARL:2018:9053, 17/01142

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
16 oktober 2018
Datum publicatie
19 oktober 2018
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2018:9053
Zaaknummer
17/01142

Inhoudsindicatie

Belanghebbende mag aan VAR-wuo vertrouwen ontlenen dat de voordelen die zij geniet als zorgverlener winst uit onderneming vormen. Herzieningsbeschikking waarbij de VAR-wuo is herzien in VAR-loon, en waarin expliciet staat dat deze werkt vanaf het moment van herziening, werkt niet terug.

Uitspraak

locatie Leeuwarden

nummer 17/01142

uitspraakdatum: 16 oktober 2018

Uitspraak van de eerste meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 2 oktober 2017, nummer LEE 17/746, in het geding tussen belanghebbende en

de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Leeuwarden (hierna: de Inspecteur)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Aan belanghebbende is voor het jaar 2013 een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (hierna: IB/PVV) opgelegd. Bij beschikking is belastingrente berekend.

1.2.

De Inspecteur heeft bij in één geschrift vervatte uitspraken op bezwaar het bezwaar tegen de aanslag en de beschikking inzake de belastingrente ongegrond verklaard.

1.3.

Belanghebbende is tegen die uitspraken in beroep gekomen bij de rechtbank Noord-Nederland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.

1.4.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

1.5.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 22 augustus 2018. Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 Vaststaande feiten

2.1.

Belanghebbende is werkzaam als verpleegkundige. Zij is ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel onder de naam “ [A] ”, met als datum van vestiging 6 augustus 2012 en als bedrijfsomschrijving: “Zelfstandig verpleegkundige; thuiszorg, verpleging, palliatieve zorg, intra- en extramuraal”.

2.2.

Op 24 september 2012 heeft de Belastingdienst van belanghebbende een aanvraag voor een Verklaring arbeidsrelatie (hierna: VAR) voor het jaar 2013 ontvangen. Volgens een uitdraai uit het systeem van de Belastingdienst zijn de vragen in de aanvraag als volgt ingevuld:

“2. Werkzaamheden

a. Omschrijving:

Verpleegkundige (terminale) thuiszorg, verpleging intra- en extramuraal

b. Eerdere beoordeling:

Als winst

c. Soort arbeidsrelatie:

Ik ben ondernemer

d. Aantal uren:

700 of meer

e. Aantal opdrachtgevers:

3-7

f. Aantal opdr.gevers vorig jaar:

3-7

g. Opdr. Door anderen uitv.:

Nee

h. Wanneer bent u begonnen of gaat u beginnen:

Vorig jaar of eerder

i. Herstel voor uw risico:

Ja

j. Voorheen in dienstbetr. bij opdr. gever:

Nee

k. Door u verrichte werkz ook door werkn. in loondnst:

Ja

l. Via bemiddelaar, detacherings- of uitzendbureau:

Ja, meer dan 50%

3. Inkomsten

a. Hoeveel inkomsten:

Minder dan € 10.000

b. Loonheffing op inkomsten:

Nee

c. Doorbetaling bij vakantie/ziekte:

Nee

d. Aanwijzingen over werkwijze:

Ja

e. Hoofdzakelijk bij 1 opdr. gever:

Nee

4. Werkwijze

a. Facturen:

Ja

b. Reclame:

Ja

c. Ingeschreven bij KvK:

Ja

d. Personeel:

Nee

e. BTW-nummer:

Ja

f. Investering meer dan € 2.500:

Nee

g. Werkzaamheden op locatie:

Ja

h. Noodzakelijke vergunningen:

Ja

i. Boekhouding

Ja”

2.3.

Naar aanleiding van deze aanvraag heeft de Inspecteur bij beschikking met dagtekening 27 september 2012 de voordelen die belanghebbende geniet of zal gaan genieten uit de werkzaamheden voor de periode van 1 januari 2013 tot en met 31 december 2013 aangemerkt als winst uit onderneming (hierna: VAR-wuo).

2.4.

De Inspecteur heeft bij beschikking van 15 oktober 2013 de onder 2.3 genoemde VAR-wuo herzien en gewijzigd in een VAR-loon uit dienstbetrekking (hierna: VAR-loon). In deze herzieningsbeschikking staat dat de nieuwe verklaring geldig is vanaf 15 oktober 2013 tot en met 31 december 2013. Belanghebbende heeft geen beroep ingesteld tegen de niet-ontvankelijkverklaring van het tegen voormelde herzieningsbeschikking gemaakte bezwaar.

2.5.

Belanghebbende heeft in haar aangifte in de IB/PVV voor 2013 de voordelen ter zake van de werkzaamheden als zorgverlener verantwoord als winst uit onderneming ten bedrage van € 49.755 en daarop de zelfstandigenaftrek, startersaftrek en MKB-winstvrijstelling in mindering gebracht. Aan belastbaar inkomen uit werk en woning heeft zij € 32.794 aangegeven.

2.6.

Bij de vaststelling van de aanslag in de IB/PVV voor 2013 van 4 november 2015 heeft de Inspecteur de door belanghebbende genoten inkomsten als zorgverlener voor een bedrag van € 53.940 aangemerkt als loon uit dienstbetrekking en het belastbare inkomen uit werk en woning vastgesteld op € 55.711.

3 Geschil

3.1.

In geschil is of de voordelen die belanghebbende geniet als zorgverlener zoals hiervoor – onder 2.1 – vermeld, als winst uit onderneming zijn aan te merken, althans of belanghebbende aan de verstrekte VAR-wuo het rechtens te honoreren vertrouwen kan ontlenen dat zulks het geval is, of als loon uit (fictieve) dienstbetrekking dan wel als resultaat uit overige werkzaamheden.

3.2.

Belanghebbende stelt primair dat sprake is van winst uit onderneming en subsidiair dat sprake is van resultaat uit overige werkzaamheden en concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank, tot vernietiging van de uitspraak op bezwaar en tot vermindering van de bestreden aanslag.

3.3.

De Inspecteur stelt primair dat sprake is van loon uit (fictieve) dienstbetrekking en subsidiair dat sprake is van resultaat uit overige werkzaamheden. De Inspecteur bestrijdt het beroep van belanghebbende op het vertrouwensbeginsel. De Inspecteur concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.

4 Beoordeling van het geschil

5 Griffierecht en proceskosten

6 Beslissing